De leeuwenjacht van Aššurbanipal

De leeuwenjacht van Aššurbanipal (detail; British Museum, Londen)

Vandaag het einde van mijn reeks over museumstukken die te maken hebben met de expositie over Nineveh in het Rijksmuseum van Oudheden. Volgende week nog iets over de val van de Assyrische hoofdstad en daarna wil ik op gezette tijden schrijven over andere Assyrische zaken, al weet ik momenteel nog niet wat. Maar vandaag de laatste aflevering uit deze museumstukkenreeks en dat moet dus wel een hoogtepunt zijn uit de oud-oosterse kunst: de leeuwenjacht van koning Aššurbanipal.

De reliëfs zijn zo rond 650 v.Chr. vervaardigd. U zult ervoor naar het British Museum moeten, want dit soort kunstvoorwerpen lenen musea niet gemakkelijk aan elkaar uit. Alles klopt aan de leeuwenjacht van koning Aššurbanipal. De leeuwen zijn perfect weergegeven, de anatomie van de en profil afgebeelde jagers is in orde. De reliëfs moeten ooit beschilderd zijn geweest maar ook zonder kleur zijn ze fenomenaal. Maar waarom werden ze eigenlijk gemaakt?

Ik heb één keer een leeuw kwaad zien worden. Dan is zo’n leeuw geen dier meer maar een monster, een oerkracht. Hij zat veilig achter tralies maar was ook zo buitengewoon angstaanjagend en ineens begreep ik wat ik voordien alleen theoretisch had geweten: waarom het doden van een leeuw bij allerlei volken geldt als bewijs van moed. Als leeuwenjager toonde de koning dat hij onverschrokken en dapper was. Hij bewees ook dat hij wapens kon hanteren: Aššurbanipal schiet met pijl en boog of steekt met een speer vanuit een rijdende strijdwagen. Dat is geen echt stabiel platform en het effectief gebruik van wapens onder die omstandigheden moet een nuttige vaardigheid zijn geweest voor aan het front.

De koninklijke leeuwenjacht is dan ook een populair artistiek thema in het Midden-Oosten. In een andere Assyrische hoofdstad, Nimrud, zijn twee eeuwen oudere reliëfs te zien, al is het dan koning Aššurnasirpal die met de ondieren afrekent. In Persepolis zijn afbeeldingen van de Perzische vorst Darius de Grote die in gevecht is met een leeuw en een leeuwenjacht was ook afgebeeld op zijn zegel. De Bijbel vermeldt dat koning David een leeuw doodde. Kortom, de leeuwenjacht maakt deel uit van de gebruikelijke koninklijke iconografie.

Maar er is meer aan de hand. Op één scene van Aššurbanipals leeuwenjacht is te zien hoe de pijlpunten in het vuur worden gelegd. Ik heb me hierover laten vertellen dat dit het wapen extra pijnlijk maakt: niet alleen heeft de leeuw een schotwond, maar hij brandt zich ook. Het effect schijnt te zijn dat het dier wél bij zinnen blijft maar bijna letterlijk sterft van de pijn, met een gevoel alsof hij van binnenuit wordt opgeblazen. Dit deed de Assyrische koning niet om de leeuw extra hels te maken en zichzelf dus des te dapperder te betonen, maar om het dier extra te laten lijden. De leeuw moest weten dat hij stierf.

Als dit klopt – en ik zou zo gauw geen bioloog-wapendeskundige kennen om het na te vragen – is de leeuwenjacht niet heel anders dan de oorlogsreliëfs die we ook zien in de Assyrische paleizen: de koning straft de vijanden van de Assyrische orde. De bestrafte kan de opstandige koning zijn van een naburige staat maar ook een monsterlijk wezen uit de natuur. Een voor ons nare thematiek, maar wij leven in een tijd van vrede en rust. Als wij de Assyrische kunst niet meteen aantrekkelijk vinden, dan is het omdat wij nogal fijnzinnig zijn geworden. Ik hoop dat dat nog lang zo blijft.

[De expositie over Nineveh in het RMO duurt tot en met 25 maart 2018. Meer stukjes over Assyrië vindt u hier en het overzicht van mijn reeks museumstukken is daar.]

Deel dit:

10 gedachtes over “De leeuwenjacht van Aššurbanipal

  1. De RMO-tentoonstelling heeft geen originele reliëfs met leeuwenjachten, maar direct aan het begin staat wel een indrukwekkende replica in kleur van de leeuwenjacht van – ik meen – Assurnasirpal. Er staat bovendien een Fenicische zilveren schaal – ook bekend van de Carthago-tentoonstelling – met Egyptische en Assyrische invloeden. Ook daarop staan in de binnenste ring afbeeldingen een leeuwenjacht. Als het reliëf van Assurbanipal een realistische weergave van de jacht is, dan moet hij wel in een enorm zware strijdwagen gejaagd hebben. Er staan namelijk vier mannen in het bakje, dat slechts door twee paarden getrokken wordt. Niet het meest ideale jachtvoertuig, lijkt me.

  2. Erik Hofmans

    Even over die pijlpunten. Van wat voor materiaal waren die? Van ijzer? Dan zijn ze toch inmiddels wel afgekoeld. Ik bedoel: pijlpunt in het vuur leggen, pijlpunt uit het vuur halen, op de strijdwagen klimmen, op zoek naar een leeuw en dan eindelijk: schieten (of steken). Als ze van hout waren (die pijlpunten), dan is de verklaring misschien dat ze op die manier werden gehard.

    1. Ik heb dat ook gedacht van dat afkoelen, maar er is een reliëf waarop een klein jongetje een leeuw loslaat uit een kooi. De Assyrische koningen hoefden dus waarschijnlijk niet erg lang te zoeken voordat ze ergens op konden schieten. Waarschijnlijk was zo’n ‘leeuwenjacht’ vaak in hoge mate gearrangeerd. Ik moest een beetje denken aan de Romeinse keizer Commodus, die zichzelf als de leeuwendodende Hercules zag. Die schoot ook graag op wilde dieren, maar uiteraard waren die netjes van tevoren gevangen. Commodus hoefde alleen maar aan te leggen en te schieten. En dat deed hij vrij goed volgens de bronnen. Hij zou zelfs beter zijn geweest dan zijn Parthische en Moorse instructeurs.

  3. Rob Duijf

    Ik herinner mij een documentaire over de Massaï, het herdersvolk in Kenia. Als initiatie naar volwassenheid moet een jonge krijger een leeuw verjagen, zonder deze te doden. Hij moet dan wel levend terugkomen in het dorp om het na te vertellen…
    Opmerkelijk is dat op de savanne de leeuwen respect lijken te hebben voor de Massaïherders, die waakzaam maar op hun gemak door het hoge gras lopen. De Massaï kennen het gedrag van de leeuwen door en door…

  4. eduard

    Messalla, de strijdwagen van Assurnasirpal die op de gekleurde replica is afgebeeld is de karakteristieke strijdwagen die tot de 8ste eeuw v. Chr. in het Midden Oosten gebruikt werd, een snel licht karretje dat door twee paarden werd getrokken, met een “reservepaard” naast het span. Op deze manier werd vanaf ongeveer de 17de eeuw v.Chr. voor het eerst de snelheid van het paard militair gebruikt. Assurbanipal rijdt in de latere verschijningsvorm van de strijdwagen, vanaf de 8ste eeuw, een grote vierpersoonswagen, door vier paarden getrokken, en op het slagveld werden de wieldoppen soms voorzien van grote messen. De ruiterij had inmiddels de rol van de lichte strijdwagen overgenomen, deze nieuwe, zware strijdwagens werden in het gevecht vooral als intimidatiewapen, infanterie-gevechtsvoertuig en bevelvoeringsvehikel gebruikt, en in vredestijd als koninklijke praalwagen en dus blijkbaar ook voor de jacht. Er zijn in het British Museum ook reliëfs te zien waarop Assurbanipal op onagers jaagt, ik vermoed dat voor deze prooi die strijdwagen te traag was, maar ik kan me eigenlijk niet herinneren of je de koning zelf daar ook op ziet.

    1. Interessant, bedankt. Ik dacht zelf ook aan vier paarden om het gevaarte in beweging te krijgen, maar zoveel zie ik er niet op het reliëf. De menner heeft volgens mij drie leidsels in elke hand, wat lijkt te wijzen op twee paarden met reserve. Overigens kan ik me wel voorstellen dat de zware en hoge strijdwagen enige voordelen biedt bij de jacht. Je kunt gemakkelijker naar beneden steken met je speer, en het beest zal meer moeite hebben om in de bak te springen.

      Ik heb enige reserves bij de bewering over de messen. Zeker, de Perzen hadden zulke ‘zeiswagens’, net als de Seleuciden en de koningen van Pontus. Maar van de oude Britten wordt het ook vaak beweerd, terwijl dat echt een mythe is (er zijn restanten van Britse strijdwagens gevonden, altijd zonder messen). Zijn er reliëfs of is er ander bewijs dat de Assyriërs al over zeiswagens beschikten?

      1. eduard

        Messalla, de jukken voor een span van vier paarden zijn op de reliëfs te zien als de wagens door mensen worden getrokken (wanneer de paarden nog moeten worden ingespannen, of als krijgsbuit op de Joden). Maar zo’n juk is makkelijk afneembaar, ik denk dat je gelijk hebt en dat men voor de jacht een kleiner span blijkbaar voldoende achtte. Er is inderdaad geen bewijs dat de Assyriërs al zeiswagens hadden waarmee ze de vijand konden intimideren, maar de enige opgegraven zeis-wieldoppen (eigenlijk een soort gekartelde bronzen zwaarden) stammen uit China, en zijn waarschijnlijk ouder dan de eerste zware Assyrische strijdwagens, dus zulke dingen waren blijkbaar niet ongebruikelijk. En ook de Carthagers gebruikten op Sicilië in de strijd met Timoleon hun strijdwagens als intimidatiewapen, dat was zeker niet specifiek Achaemenidisch. Bovendien is de verwantschap tussen het laat Neo-Assyrische leger en het Achaemenidische leger groot, dus gezien het feit dat de Achaemenieden de zware strijdwagen ook als “Infantry Combat Vehicle”, “Command Vehicle” en statievoertuig gebruikten, is het aannemelijk dat ze ook in het gebruik van die wagen als intimidatiewapen op de de Assyriërs leken.

  5. FransL

    ….reliëfs te zien waarop Assurbanipal op onagers jaagt….

    Ik ga op zoek naar dat reliëf, zien hóe er op gejaagd werd.
    Aan de ezel zit een religieuze connotatie waardoor hij niet gedood kan worden met pijl of speer want zijn bloed mag niet op de aarde vallen. Zal dus een soort drijfjacht met honden zijn en netten of lasso. Hij wordt gedood door zijn nek te breken.
    Bij de Amarna Letters zit een brief van de vrouw van een farao (ca 1200, verlies van kanaän) waarin zij aangeeft “…dat ze het zo jammer vindt dat haar echtgenoot nu niet meer kan jagen op tijgers, leeuwen en ezels…” (kan de brief nu niet vinden op m’n pc).
    Vraag blijft wat de jager er mee wil: vitaliseren van een fokprogramma, doden en begraven op een tempelhof of onder of voor de drempel van je huis, of mee als grafgift. Ook komt hij niet op het altaar als brandoffer. Voor het maken van medicijnen kan heel goed want daarvoor wordt hij tot vandaag de dag nog gebruikt in China.

    Snelheid:
    Onager, 70 km/h (43 mph)
    The onager consists of several subspecies, which most likely share the same ability to run at high speeds.

    1. eduard

      FransL, die onagers worden door de Assyrische koning gewoon met pijl en boog gedood. Onagerjacht was vooral zo moeilijk en gevaarlijk vanwege de hoge snelheid die de dieren konden bereiken. Reeds sinds de vroege oudheid werden ezel/onager hybriden gebruikt om de meegaandheid van de gedomesticeerde ezel met de kracht en snelheid van de onager te combineren. Zulke hybriden werden tot de 19de eeuw in Iran en Irak gefokt, maar nu weten we niets meer van die dieren, is de Syrische onager uitgestorven en de Perzische onager bijna verdwenen. In de laat-Romeinse tijd waren deze dieren nog steeds zo talrijk dat Ammianus Marcellinus beschrijft hoe de Romeinen het naderende Perzische leger aanvankelijk voor kuddes onagers aanzagen.

Reacties zijn gesloten.