Lineair-B (1)

Schijf van Faistos (Museum van Heraklion). Om misverstanden te voorkomen: dit is geen Lineair-B maar een nog onontcijferd schrift.

Weinig oudheidkundige onderwerpen spreken meer tot de verbeelding dan de ontcijfering van een onbekend schrift, zoals de hiëroglyfen van Egypte of de Mesopotamische spijkerschriften. Je kunt hier ronduit spreken van “mysteries die worden ontraadseld” zonder ervan te worden beschuldigd dat je je te buiten bent gegaan aan oudheidkundige standaardoverdrijving.

Afgaande op dit niet per se betrouwbare bericht [[dode link]] zal de Brits-Griekse oudheidkundige Gareth Owens, wiens oeuvre ik niet kan beoordelen, vandaag aankondigen wat zijn interpretatie is van de zogenaamde “schijf van Faistos”, een tot op heden onontcijferde tekst die is gevonden op Kreta. Ik ben sceptisch omdat ik denk dat de puzzel onoplosbaar is. Er zijn namelijk nauwelijks parallellen voor dit schrift, wat betekent dat je, zelfs als je de correcte vertaling zou hebben, te weinig vergelijkingsmateriaal hebt om je vertaling te toetsen. Om dezelfde reden zijn claims dat het Lineair-A, een schrift dat in de Bronstijd op Kreta werd gebruikt, is ontcijferd, tot op heden nooit houdbaar gebleken. In het geval van de schijf van Faistos is bovendien mogelijk dat het een vervalsing is. Niettemin: laten we afwachten wat Owens te melden heeft. Voor het moment bied ik een verhaal over de ontcijfering van het Lineair-B, een Kretenzisch schrift dat wél is ontcijferd.

De oudste teksten in dit schrift zijn rond 1900 op Kreta gevonden door archeoloog Arthur Evans. In de jaren dertig trof Carl Blegen soortgelijk materiaal aan in Pylos. Het gaat om een reeks kleitabletjes waarop een kleine negentig verschillende tekens werden gebruikt. De eerste stoot tot de ontcijfering werd gegeven door de Amerikaanse geleerde Alice Kober, die vaststelde dat het moest gaan om een taal die verbuigingen en naamvallen kende. Niemand heeft haar verdiensten ooit ontkend en ik was verbaasd dat vijf jaar geleden werd beweerd dat ze een onbezongen heldin à la Rosalind Franklin zou zijn.

De volgende stap werd gezet door de Tsjechische geleerde Bedřich Hrozný. Hij was niet de eerste de beste, want hij had het Hittitisch al ontcijferd. In 1949 publiceerde hij in Les inscriptions Crétoises (1949) een verzameling van de bekendste inscripties, inclusief het materiaal uit Pylos. In een begeleidend Essai de déchiffrement stelde hij vast dat de manier waarop de verbuigingen en naamvallen waren geschreven duidden op een Indo-Europese taal; daarna begon hij aan een aantal speculaties die merendeels onhoudbaar zijn gebleken.

Belangrijk was vervolgens de bijdrage van de Amerikaanse geleerde Emmett Bennett, die op basis van Hrozný’s catalogus van teksten vaststelde welke tekens er nu eigenlijk waren: het was namelijk niet altijd even eenvoudig om vast te stellen of twee karakters die op elkaar leken, slechts duidden op afwijkende handschriften of toch twee verschillende tekens waren. Bennett stelde vast dat er zo’n zevenentachtig verschillende karakters bestonden, een conclusie die niet meer ter discussie is gesteld.

Dit was in lijn met wat Kober en Hrozný al vermoedden: dat het ging om een lettergrepenschrift, want een schrift met alleen letters zou minder tekens hebben gekend en een schrift waarin elk teken een woord representeerde (zoals het Egyptische hiëroglyfenschrift en het Babylonische spijkerschrift) zou duizenden karakters hebben gekend. Bovendien slaagde Bennett erin de cijfers te identificeren en de tekens die duidden op maten en gewichten. Zo stelde hij vast dat het overgrote deel van de gevonden inscripties bestond uit inventarislijsten van de paleisadministratie: geen opwindende lectuur, maar wel een genre dat bekend was, zodat men bij de ontcijfering gebruik kon maken van vorm-overeenkomsten.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

8 gedachtes over “Lineair-B (1)

  1. Wat de schijf van Faistos ook moge betekenen of zijn, het voorwerp doet me altijd denken aan een klassiek bordspel. Zeg maar de Kretenzische variant van ganzenbord. Vergezocht, zeker. Maar aan de andere kant staat in het Museum van Heraklion een ander voorwerp dat wel degelijk als (bord)spel is geïdentificeerd. Zoiets was op het oude Kreta dus bekend. Spelletjes zijn van alle tijden.

    1. Ik denk eerlijk gezegd dat het een vervalsing is. Het feit dat er geen onderzoek is gedaan (thermoluminescentie of rehydroxylering) suggereert dat de onderzoekers ook zo’n vermoeden hebben.

      1. Jazeker, zie hier voor een goed plaatje: https://en.wikipedia.org/wiki/History_of_games#/media/File:AMI_-_Schachbrett.jpg

        De regels zijn niet meer te reconstrueren, hoewel hier aardige pogingen worden gedaan: http://www.ancientgames.org/knossos-game-zatrikion/

        Het Museum van Heraklion blijft trouwens ook als de schijf van Faistos vals is zonder meer het allermooiste museum van Kreta. Ik zou de schijf niet eens een hoogtepunt willen noemen. Veel mooier zijn bijvoorbeeld de rhyton in de vorm van een stierenkop, de Agia Triada sarcofaag, het beeldje van de slangengodin en het bronzen schild met een zeer Assyrisch aandoende Zeus.

        1. jan kroeze

          Massala, hartstikke bedankt! Hiervan was ik niet op de hoogte! Ik kom meestal niet verder dan een dambord. Nogmaals dank!

  2. Er zijn tabletten gevonden die fungeerden als etiket, met niet meer dan een vermelding van “1 vat honing”. Als je nu bij een Griekse traiteur een pot Griekse honing koopt, staat daar nog steeds hetzelfde woord op dat ruim 3000 jaar geleden ook al bestond: meli. Ook andere smaakmakers als mint (mi-ta = minta), sesam (sa-sa-ma) en de door Jona genoemde kruiden komijn (ku-mi-no) en koriander (ko-ri-ja-do-no) zijn nauwelijks van naam veranderd. Mateloos fascinerend!

  3. FransL

    “Ik denk eerlijk gezegd dat het een vervalsing is.”

    Zou zomaar kunnen en misschien wel een oude. Ik moest even zoeken maar onderstaand tekstje geeft aan dat het van alle tijden is. Hij houdt wel een slag om de arm door te vermelden dat “onhandige ambachtslieden er een potje van gemaakt kunnen hebben”

    …Egyptian hierolyphs -lb and nb-. However, it is also
    possible that -M3c-nb-r- is the name of an otherwise
    unknown Hyksos ruler or one of the innumerable,
    meaningless, pseudo-royal names that were so
    popular on scarabs in Egypt in the Second
    lntermediate Period and in Palestine in the
    contemporaneous MB IIB-C period.

    Uit: The Egyptian Empire in Palastine.
    J.M. Weinstein

Reacties zijn gesloten.