Oorlog in Nijmegen (5)

Nijmegen, zondag 17 september 1944

Vader is jarig. Als we naar de kerk lopen zien we bij H. een deel van de meubels nog op het trottoir staan. O.a. de piano.

Als we weer thuis zijn, zien we ineens de lucht vol parachutisten. Er wordt geschoten. Na het bombardement is een discussie ontstaan, of je in een kelder wel zo veilig bent voor bommen. Je kunt levend begraven worden. Er wordt besloten, dat we gaan schuilen in de inpandige ruimtes in huis. Er wordt een tekenplank op het toilet gelegd. Daar zit moeder met J. op schoot. Ik kan er net dwars bij zitten.

Halverwege de middag moet ik ruilen met zus B. Vader staat dan met zus N. en mij gearmd in de ruimte boven aan de keldertrap. Na enkele uren gaan we weer naar de huiskamer. Op straat lopen vluchtelingen voorbij, richting westen. Ze vertellen dat de Hitlerjugend hun huizen in brand stak.

Ik heb de euvele moed te vragen wanneer we de taartjes gaan eten. Daarvoor heb ik eerder margarine, suiker en bloem naar de bakker gebracht. Moeder reageert verontwaardigd: “op straat lopen vluchtelingen”.

We gaan niet naar bed. Zusje J. en ik mogen op de divan liggen. Niet comfortabel met kleren en schoenen aan. De ouderen zitten in fauteuils. Ik slaap nauwelijks, hoor buiten schieten en in de kamer het gefluister van de anderen.

Maandag 18 september 1944 en daarna

We leven in het onzekere. Aan wie zijn we overgeleverd? Aan de overkant van de straat loopt een Amerikaan, beladen met wapens. Voor hem lopen twee heel jonge Duitse soldaten met de handen boven hun hoofden. Waar worden die krijgsgevangenen naar toe gebracht?

Er sluipen Duitsers door onze straat. Ze loeren naar binnen, waarschijnlijk bang voor scherpschutters. We gaan achter de kasten staan om niet gezien te worden.

We weten van radio Oranje, dat de infanterie van het Tweede Britse leger onderweg is. Eindhoven is al bevrijd. Maar er wordt richting Nijmegen fel gevochten.

Op schoten na, ver van Nijmegen, is het stil. We wachten.

Ik sta bij de bakker in de zijstraat in de rij. Dan horen we aanzwellend gejuich. Aanvankelijk wil niemand haar plaats in de rij opgeven, maar plotseling lost de rij zich op. We rennen naar de hoek van de straat. In de verte komen twee rijen Engelse soldaten over de fietspaden aan, Nijmegen binnen. Ze dragen hun geweren over hun ene schouder en bloemen in de andere hand. Mensen plukken inderhaast bloemen uit hun tuinen. De Engelsen worden Tommies genoemd. Zij hebben veel kleinere helmen dan de Duitsers.

Later meer.

[Vandaag een bijdrage van Corry Tolhuizen, die dit lang geleden schreef voor een ter ziele gegane website met de verhalen van gewone mensen over historische gebeurtenissen. Haar stukjes, twaalf in getal, waren te aardig om ze definitief van het internet te laten verdwijnen.]

Deel dit:

11 gedachtes over “Oorlog in Nijmegen (5)

  1. Henk Smout

    Hoe lang zal op https://vandaagindegeschiedenis.nl/17-september/ die mallepraat over vijf jaar eerder nog te lezen zijn?
    De stad Lublin was op 18 september door de Duitsers veroverd en op 29 september kreeg een Sovjetdelegatie die over overdracht wilde onderhandelen, nul op rekest.
    De Poolse regering verbleef sinds 4 september te Brest-Litowsk en de Duitse opmars verklaart verdere evacuatie naar de zuidelijke grensplaats Kuty op 14 september, alwaar zij op de 17de nog vanaf Pools grondgebied een verklaring deed uitgaan alvorens in de nacht van 17 op 18 naar Roemenië uit te wijken.
    De gemeenschappelijke overwinningsparade te Brest-Litowsk op de 22ste was wél ter gelegenheid van en voorafgaand aan overdracht door de Duitsers, dat was tevoren afgesproken en géén verovering door de Sovjets.
    Er was een voortzetting van een oostelijk van de Boeg begonnen gevecht van Sovjets met Polen westelijk van die rivier op 1 oktober weliswaar in provincie Lublin; dat is al een paar dagen na het sluiten van het Duits-Sovjet grens- en vriendschapsverdag, dat gebied werd dan ook vervolgens aan de Duitsers overgedragen.

    1. FrankB

      Ik wil best aannemen dat die link “vandaagindegeschiedenis” mallepraat bevat, maar zou het wel op prijs stellen als u dat ook aantoonde. Niets van wat u schrijft spreekt nl. die mallepraat tegen.

  2. Henk Smout

    Ik citeer de gelinkte website van vannacht op en na het moment dat ik voor het slapengaan mijn reactie schreef:
    “De Sovjets veroveren al snel Lublin en dat is een belangrijke overwinning. Na de Duitse inval is de Poolse regering namelijk vanuit Warschau vertrokken en heeft zich in deze stad gevestigd. Al op 22 september houden de Sovjets en Duitsers in Brest-Litovsk een gemeenschappelijke overwinningsparade.”
    Ik ben al weken tevergeefs bezig geweest om die onzin te corrigeren.

    1. FrankB

      Ik citeer ook:

      “De Sovjets zetten ruim 600.000 manschappen in en bijna vijfduizend tanks. Voor Polen was de aanval desastreus omdat men de troepen al nodig had om zich te verweren tegen Duitse troepen die het land eerder in het westen waren binnengevallen. Hoewel Polen dapper tegenstand bood was al snel duidelijk dat de overmacht te groot was. Al op 22 september 1939 hielden de Sovjets en Duitsers in Brest-Litovsk een gemeenschappelijke overwinningsparade.”

      Ik heb de indruk dat uw inspanningen juist niet vergeefs zijn geweest.

    2. Henk Smout

      In de voorgaande weken mocht ik tegen een muur te pletter lopen. Pas nadat ik op dit blog vandaagindegeschiedenis publiekelijk te kijk had gezet, is de versie in de tussentijd dat ik lag te slapen aangepast. Om precies te zijn had ik als volgt moeten citeren: “[…] en heeft het [sic! regering is grammaticaal vrouwelijk!] zich in deze stad gevestigd.”
      In de oorlog heb ik trouwens een Duitse soldaat weten te overtuigen dat ik niet de Engelse piloot was die hij moest zoeken.

      1. FrankB

        “op dit blog vandaagindegeschiedenis publiekelijk te kijk had gezet”
        Moeten we vaker doen. De invloed van de Mainzer Beobachter mag niet onderschat worden!

  3. Paul

    De rillingen lopen over mijn lijf als ik dit verhaal van Corry Tolhuizen lees. Ook omdat mijn ouders in 1944, pas getrouwd, in Nijmegen woonden en in september 1944 halsoverkop hun huis aan de Barbarossastraat moesten verlaten. Nu lees ik hier weer: “Op straat lopen vluchtelingen voorbij, richting westen. Ze vertellen dat de Hitlerjugend hun huizen in brand stak.” Dat is ook wat mijn ouders vertelden: er werden huizen in brand gestoken door de Hitlerjugend. Op die plaats in de 19e-eeuwse huizenrij staat nu een keurig naoorlogs pand.

    De Duitse Hitlerjugend? maar was die dan actief in Nijmegen? heb ik me altijd afgevraagd. En waarom zouden die tijdens de oorlogshandelingen van een veranderende frontlijn burgerhuizen in brand gaan steken? Kan iemand daar iets over zeggen?

  4. Dirk

    Twee weken geleden vierde men in Antwerpen de Bevrijdingsfeesten, o.a. met historische voertuigen. Een Spitfire in de lucht, jeeps, vrachtwagens, halftracks en tanks op de Kaaien. Naast de tanks dacht ik alleen maar wat een ellende het moet geweest zijn om zo’n monster voor je te hebben, maar ook om er in te zitten.
    Toen de tanks in colonne vertrokken over de Scheldekaaien werd het echt indrukwekkend. De vreugde die de mensen 75 jaar terug gevoeld moeten hebben bij het zien van die Amerikaanse tanks, na 4 jaar bezetting, dat kunnen wij ons in de verste verte niet inbeelden.

    1. Frans

      Ja, die tanks zien er heel stoer uit, maar je zult er maar in zitten als het ding geraakt wordt. De dood in de vlammen is de dood van de tanksoldaat, schreef Sven Hassel, van wie ik in mijn jonge jaren aardig wat gelezen heb.

Reacties zijn gesloten.