Het bombardement op Mortsel

Ravage van het bombardement op Mortsel (© P. K. Kropf, Antwerpen, MAS, Collectie Meathouse, AV.1943.031.033-106.)

Wanneer het gaat om bombardementen in de Lage Landen denkt men spontaan aan Rotterdam in mei 1940 of Antwerpen onder de V-bommen. Minder bekend is het drama dat zich voltrok in Mortsel op 5 april 1943, vandaag tachtig jaar geleden.

Mortsel is dan een verstedelijkte gemeente net ten zuiden van Antwerpen. Er zijn verschillende scholen. Aan de rand liggen enkele fabrieken en het vliegveld van Deurne. Deze combinatie zal op een lentedag in 1943 uiterst dodelijk blijken.

Het vliegveld wordt door de bezetter vooral gebruikt om vliegtuigen te testen en te herstellen. Dat gebeurt in de nabijgelegen voormalige Minerva-autofabriek, die de Duitsers omvormen tot Frontreparaturbetrieb Erla VII. Een gedroomd doelwit voor een geallieerd bombardement.

Lees verder “Het bombardement op Mortsel”

De schat van Eberswalde

De kopie van de schat van Eberswalde (© Wikimedia Commons | Gebruiker ndreas Praefcke)

Als het om archeologie gaat, moet je uitkijken met het woord “schat”, maar de Schat van Eberswalde is er toch een. Het gaat om tachtig ringen, spiralen, baren, schalen en ander vaatwerk. Alles bij elkaar tweeënhalve kilo goud. En deze schat spreekt tot de verbeelding. De Duitse bondskanselier Merkel en de Russische president Poetin hadden er in 2013 knallende ruzie om. De goudschat is namelijk in 1945 door de Sovjets geroofd uit Berlijn. Er valt echter nog meer over te vertellen.

Ontdekking

De schat van Eberswalde is op 16 mei 1913 gevonden bij graafwerkzaamheden voor de fundamenten van een woning. Die werd gebouwd op het terrein van de messingfabriek van Aron Hirsch in Finow, bijna vijftig kilometer ten noordoosten van Berlijn. Een van de gravers was op iets hards en glinsterends gestoten en had als grap gezegd dat ze vroeger vast een oude messing pot hadden ingemetseld. De pot bleek van massief goud en Hirsch haalde Carl Schuchhardt erbij, directeur van de prehistorische afdeling van het Königliches Museum für Völkerkunde in Berlijn.

Lees verder “De schat van Eberswalde”

Een geschiedenis van Sicilië

Ik ken maar weinig mooiere en interessantere plekken dan Sicilië. Iedereen die iets is geweest in de Mediterrane wereld is er weleens aangespoeld: Feniciërs dus en Grieken, Karthagers, Romeinen, Vandalen en Byzantijnen. Later Arabieren, Normandiërs, Fransen, Spanjaarden, Piëmontezen. Ik zou de Duitsers, Britten en Amerikanen bijna vergeten. Het erfgoed is even gevarieerd als de bezoekers. Aanspoelen gebeurt trouwens nog volop: denk aan de bootvluchtelingen die in hun wanhoop proberen de zee over te steken van Tunesië of Libië naar Sicilië. Eigenlijk is alleen Cyprus vergelijkbaar met Sicilië.

Je zou denken dat een eiland met zulk rijk erfgoed wel heel veel toeristen trekt. Gek genoeg is dat maar half waar. Het eiland trekt elk jaar duizenden bezoekers, maar slechts weinigen komen nog eens naar Palermo of Syracuse terug. Terwijl toeristen wél terugkeren naar steden als Rome en landstreken als Toscane. Een echte verklaring voor dit verschijnsel heb ik niet, maar ik kan wel een persoonlijke ervaring noemen. Na mijn eerste bezoek – was het 1999? – wilde ik meer weten over de geschiedenis van Sicilië, om zo mijn tweede bezoek voor te bereiden. De enige literatuur die ik destijds vond was óf veel te geleerd óf op het platvloerse af simplistisch. Nu is er echter een fijn boek dat de geïnteresseerde lezer wél serieus neemt zonder hem in de archivalia te verdrinken: Sicilië. Eiland in het midden van Dirk Vlasblom.

Lees verder “Een geschiedenis van Sicilië”

La petite ligne Maginot

Als ik het goed heb begrepen, was de Belgische regering in 1936 buitengewoon teleurgesteld in haar Franse bondgenoot, die zich niet actief genoeg zou verzetten tegen de opkomst van Adolf Hitler. In oktober van dat jaar verklaarde koning Leopold III zijn land neutraal. Voor de Franse generale staf, die had gemeend dat België, net als in de Eerste Wereldoorlog, zij aan zij met Frankrijk zou vechten tegen de Duitsers, was het herstel van de Belgische neutraliteit een streep door de rekening. Men had gemeend Noord-Frankrijk te kunnen verdedigen in België, waar machtige forten als Battice de Duitsers dagenlang zouden tegenhouden. Nu moest Frankrijk zijn noordgrens verdedigen in eigen land.

De Franse regering besloot daarop om de Maginotlinie, die langs de Frans-Duitse grens lag, te verlengen langs de Belgische grens. Het project, La petite ligne Maginot, begon nog in 1936 en had in 1941 voltooid moeten zijn. In mei 1940 waren de bunkers gereed, maar onvolledig ingericht. Periscopen ontbraken en niet alle geschut was aanwezig. Het was sowieso geen massieve verdedigingslinie zoals de echte Maginotlinie; eerder was het een netwerk van grote en kleine bunkers, met een tankgracht.

Lees verder “La petite ligne Maginot”

De vooringenomenheid van maarschalk Zjoekov

Nog even over de memoires van maarschalk Zjoekov. Ik ben al geruime tijd bezig met die baksteen (een, twee, drie) maar het schiet niet echt op. Ik heb een wat rare manier van lezen, waarbij ik het liefst een computer (of smartphone) bij de hand heb om dingen op te zoeken. Als kind zat ik al het liefst te lezen bij de kast met de Winkler Prins. Tegenwoordig is het makkelijker om informatie erbij te nemen: een landkaart erbij, even opzoeken wat de Yelnya-salient is, en hoe zat het ook alweer met de ondertekening van het Ribbentrop-Molotov-pact?

Waar een boek in principe één verhaal vertelt en de auteur bepaalt welke kant dat op gaat, wil ik ook andere dingen kunnen weten. Kunnen nadenken over wat hij niet vertelt. Eigenlijk zouden boeken moeten zijn uitgerust met hypertekst, zodat de regie niet meer bij de auteur ligt. (Bij mijn Hannibalboek heb ik serieus overwogen de materie te presenteren als een soort puzzel, waarbij de lezer kon kiezen welk pad hij afwandelde. Het was niet voldoende complex om een meerwaarde te zijn.) In elk geval: het boek van Zjoekov vordert langzaam.

Lees verder “De vooringenomenheid van maarschalk Zjoekov”

Stauffenberg

Een tijdje geleden – twee-en-een-half jaar om preciezer te zijn – plaatste ik een reeks over de mislukte moordaanslag op Adolf Hitler. De bom die Claus von Stauffenberg had geplaatst, was te licht en de staatsgreep mislukte. Ik baseerde mijn reeks, waarin ik de gebeurtenissen van 20 juli 1944 “in real time” beschreef, op onder meer het boek Stauffenberg van Guido Knopp, maar dat is alweer wat ouder en toen ik hoorde dat er een nieuwe biografie was, heb ik die meteen gekocht en gelezen.

Hoewel Stauffenberg. Porträt eines Attentäters van Thomas Karlauf niet het boek was dat ik verwachtte, is het een uitstekende biografie. Ik wilde mijn stukjes nog eens verifiëren en hoopte daarom op een uitgebreide beschrijving van Stauffenbergs laatste dagen, maar Karlauf heeft daarvoor niet zoveel belangstelling. Het gaat hem meer om de Werdegang van de Duitse verzetsheld, De mislukte aanslag komt er  daardoor wat bekaaid vanaf. Dat laat onverlet dat de reconstructie van Stauffenbergs gedachtewereld boeiend is.

Lees verder “Stauffenberg”

De herinneringen van maarschalk Zjoekov: 1940

Ik heb al eerder geblogd – één, twee – over de memoires van maarschalk Zjoekov, de Sovjet-commandant die in 1945 Berlijn innam, later Beria arresteerde en ook verantwoordelijk was voor de onderdrukking van de Hongaarse Opstand. Met twee delen en ruim 900 pagina’s is het een flinke turf. De lectuur wordt bovendien niet makkelijker doordat Zjoekov iedereen en alles in detail beschrijft. Geen wonder. Hij was een hoofdrolspeler in de geschiedenis van de twintigste eeuw en toen hij verantwoording aflegde, ja, toen moest dat in enig detail gebeuren.

In het vorige stukje vertelde ik hoe Zjoekov, hoewel hij in augustus 1939 bij Khalkhin Gol toch de Japanners had verslagen, almaar niet werd uitgenodigd om zijn overwinning te bespreken met Stalin. Dit is des te opmerkelijker omdat de zege de Japanners afleerde te dromen van de verovering van Siberië. In plaats daarvan kozen ze voor expansie naar het zuiden, richting China en Nederlands-Indië. Zjoekov had de oostelijke Sovjet-Unie veiliggesteld.

Lees verder “De herinneringen van maarschalk Zjoekov: 1940”

Elie Aron Cohen

Oorlogsmonument in Aduard

Een monumentje voor de gevallenen. Het staat in Aduard, even ten westen van Groningen. Het trof me door het opschrift: “Aduard gedenkt zijn gevallenen”, waarna niet alleen de mensen staan vermeld die in Nederland zijn gedood – wellicht verzetsstrijders – maar ook degenen die zijn vermoord in Auschwitz, Sobibor, Neuengamme en Malchow. Zo te zien richtte Aduard het monument al op vóór alle slachtoffers bekend waren, want drie namen zijn later toegevoegd.

Zoals gezegd trof het opschrift me. Het onderscheid dat je soms ziet, waarbij de joden een apart monument krijgen, ontbreekt. Ik heb daar altijd twee gedachten bij. Soms denk ik: wat de joden overkwam, was zo uitzonderlijk dat het een speciaal monument verdient. Dan weer denk ik: door de joden apart van andere Nederlanders een monument te geven, presenteer je ze als bijzonder en neem je het standpunt over van de bezetter. Ik weet niet goed wat ik ervan moet denken.

Lees verder “Elie Aron Cohen”

Hongerwinter in Amsterdam

Twee deelnemers aan een hongertocht (Wikimedia Commons; fotograaf onbekend / Anefo)

Voor mensen met hart- en vaatziekten, diabetes, vetzucht en nog zo wat ziekten van een welvarende maatschappij, meestal de rijkeren dus, was de Hongerwinter eigenlijk wel een goede medicijn. Sommigen hadden daarna geen last meer van die kwalen. Maar de meesten leden honger, of stierven zelfs.

De Hongerwinter van 1945

De boeren in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal leverden in ruil voor waardevolle spullen of koffie en thee, zakken met graan en aardappelen en groenten zoals kool. Je moest daarvoor al gauw helemaal naar de Kop, voorbij Hoorn en Alkmaar. Hele gezinnen trokken met handkarren de pont over op weg naar voedsel. Barre tochten waren dat, want het was een strenge winter en veel warme kleren had men niet. De Duitsers wisten van de hongertochten en soms stonden er soldaten bij de toegang tot de pont naar Amsterdam en dan kwamen de mensen na hun barre tocht terug met lege handen – de handkarren werden ook in beslag genomen – thuis.

Lees verder “Hongerwinter in Amsterdam”

De B-25 Mitchell: vliegend erfgoed

Een landende B25 Mitchell bommenwerper

Ook als we geen coronacrisis hadden, zou ik een flink deel van mijn tijd thuis werken. Dat gaat echter niet altijd even gemakkelijk. Als een vliegtuig overkomt, verlies ik concentratie. Dat geldt ook voor bouwvakkers of andere kabaal. Of, als ik zit te werken in de trein, voor geklets in de stiltecoupé. Petities om de vliegbewegingen van Schiphol terug te brengen tot een aanvaardbaarder niveau, of om rolkoffers uit de Amsterdamse straten te weren, of om de stiltecoupés te voorzien van automatische schietstoelen voor mensen die blijven kletsen, zal ik ongezien tekenen. Geluidsoverlast veroorzaakt hart- en vaatziekten. Het RIVM schat dat we door onvoldoende bestreden geluidsoverlast elk jaar ruim tachtig extra doden hebben.

Ik sympathiseer dan ook ten diepste met de mensen in Gilze, die deze zomer klaagden over een B-25 Mitchell-bommenwerper. Die vloog nogal laag over en bleef laag overvliegen. “Je kunt buiten geen gesprek meer voeren als het gevaarte overkomt.” Heel herkenbaar. Ik zou een grap over luchtdoelgeschut maken als die grap niet al duizend keer gemaakt was.

Lees verder “De B-25 Mitchell: vliegend erfgoed”