
Ach, de canon. Tja. We zijn weer aan het kwartetten. “Mag ik van jou van de zestiende eeuw Karel de Vijfde? Dan krijg jij van mij de Grachtengordel.” Over het idee om in het onderwijs een canon te gebruiken valt een boom op te zetten. Ik breng in herinnering dat het tegelijk is voorgesteld met plannen voor een Nationaal Historisch Museum dat de Nederlandse nationale identiteit behoorde te versterken. Als dit het doel was, is het inderdaad zinvol kinderen dezelfde vijftig dingen te leren, zodat in elk geval dat vijftigtal verbindend is. Helaas is dat doel onzinnig, aangezien geschiedenis een wetenschap is, “de nationale identiteit versterken” politiek is en wetenschap los behoort te staan van de politiek.
De Canon die de Commissie Van Oostrom opstelde was, gegeven de idiotie van de opdracht, niet de slechtste. Er was bijvoorbeeld voor gekozen om de onvermijdelijke subjectiviteit te verkleinen door eerst enkele leidende thema’s vast te stellen, zoals verstedelijking. En daar was de oudhistoricus die ik ben nogal verbaasd, want waarom werd voor de Romeinse tijd dan in vredesnaam de limes een Canon-venster en niet – ik noem eens wat – de stad Nijmegen? Welke oudhistoricus was eigenlijk geraadpleegd? Er zaten immers geen oudheidkundigen in de Commissie Van Oostrom. Kortom, ik schreef Van Oostrom, die nodigde me bij hem thuis uit en we hadden een prettig gesprek.
Wat Van Oostrom me vertelde, was minder prettig. Kort en goed hadden de leden van zijn commissie zich helemaal niet verdiept in de Romeinse tijd. Ze hadden echter allemaal weleens gehoord van de limes, en dus waren ze het er al snel over eens dat dit het venster moest zijn voor de genoemde periode. Dit is een voorbeeld van het beruchte psychologische mechanisme dat bij een vergadering zelden wordt gesproken over de belangrijkste thema’s en wel over onderwerpen waar iedereen van heeft gehoord. Ellen de Bruin beschrijft het prachtig in haar boek Vergaderen? Niet doen!
We zijn dus tegen de limes aangelopen door een partijtje kwartetten. Hooggeleerd kwartetten, zeker, maar ook hooggeleerden kunnen redenatiefouten maken. Ik constateer dat de Commissie Kennedy niet heeft gekozen voor een zinvoller venster op de Romeinse tijd: Nijmegen, Heerlen, het meisje van Yde, Julius Civilis – er waren wel wat betere opties dan een venster dat is ingegeven door wat de Raad voor Cultuur onlangs typeerde als het “hobby en lobby” van de erfgoedsector.
Ik rakel dit op omdat het illustreert dat iedere discussie over de Canon neerkomt op kwartetten. Steeds weer is het een discussie over “is dit venster wel zo verstandig?” en “moet dat venster er niet ook bij?” Daarbij worden voortdurend ongelijksoortige zaken naast elkaar gezet, daarover praat iedereen mee en daardoor ontstaat vooral de indruk dat het verleden een kwestie is van losse feiten waarvan belangenorganisaties willen dat iedere Nederlander die kent. De prehistoricus wil dus meer aandacht voor de Prehistorie, de mediëvist wil Floris V behouden en voor recentere voorbeelden kunt u terecht bij de talkshows en op de opiniepagina’s van de landelijke dagbladen.
Ik ben oprecht blij dat iedereen mee wil praten want het toont dat mensen meer belangstelling hebben voor het verleden dan je denken zou. Ik ben echter minder blij met een discussie over dit venster versus dat venster. Die zet geschiedenisliefhebbers tegen elkaar op, doet de discussie verworden tot kwartetten, laat geschiedenis lijken op een arena van naijverige belangenclubjes terwijl op de achtergrond raakt waar de discussie over behoort te gaan: het geschiedenisonderwijs.
U weet wel, dat is die activiteit waarvan de coalitiepartijen vonden dat alle scholieren een keer naar het Rijksmuseum moesten en dat alle schoolverlaters een boekje cadeau zouden krijgen. Het is die activiteit waarover, bij de herziening van de onderwijscurricula, de allergrootste onzin is gedebiteerd. De echte vraag is waarom er zó weinig lesuren zijn dat we een lijstje van vijftig vensters hebben bedacht om althans het allerbelangrijkste te benoemen. Dit is lapwerk en er zijn zinvollere en urgentere discussies mogelijk. Wat het onderwijs feitelijk nodig heeft is meer aandacht voor geschiedenis als wetenschap, minder erfgoed-gehobby en erfgoed-gelobby en vooral meer lesuren.
Ah…. zo’n historisch kwartet lijkt me wel wat. Leuk voor kinderen. Weet jij of zoiets bestaat?
Hij valt mij op dat de hele canon aan personen is opgehangen. Dit lijkt mij een nogal gedateerde visie op geschiedenis te weerspiegelen. Waarom geen canon van perioden; niet de grofmazige oude indeling van oude geschiedenis, middeleeuwen, nieuwe en nieuwste geschiedenis maar een fijnmaziger systeem. Eén waarbij zowel Karel V en Maria van Bourgondië in een periode passen, waar zowel Drees als Klompé in genoemd worden.
Ik vond het geschiedeniskwartet. Heb voor mijn beurt gereageerd hierboven…
Er is sinds kort ook een Romeimse Limes Kwartet. https://www.romeinen.nl/ontdek-romeins-nederland/agenda/2088631799/het-romeinse-limes-kwartet
Oh leuk..
Mee eens dat het niet moet gaan over de vensters, wel over de personen en onderwerpen binnen de vensters.
Jammer dat er zowel ondeskundigheid in de commissie zit mbt de personen/ onderwerpen binnen een aantal venster. De inruil van Karel V voor Maria van Bourgondië is zo’n voorbeeld. Ik hoop niet dat dit is ingegeven door het streven naar meer vrouwen in de canon, dus Karel er uit Maria er in. Waarom niet gewoon sec de periode benoemen (Bourgondische tijd) en gewoon ophouden met het kwartetten rond personen. Of nog beter, benoem de personen die in deze periode een grote rol hebben gespeeld.
Ik had gehoopt dat Jona dit had opgebracht omdat hij juist altijd zo’n afkeur heeft van deze 19e-eeuwse benadering van de geschiedenis
Ga er maar rustig vanuit dat Maria er wel in is gekomen om de reden die je noemt.
Je zegt dat politiek los hoort te staan van de wetenschap. Maar dat kun je als historicus alleen maar zeggen dóór die vermaledijde politiek; meer bepaald omdat Hitler 75 jaar terug de oorlog niet heeft gewonnen. Anders stak je nu een heel ander verhaal af.
Ja en nee. Enige nuance is wel nodig.
Eén, we kunnen Hitler er buiten laten. De Nederlandse politiek heeft immers nog niet zo lang geleden geprobeerd de geschiedvorsing naar de hand te zetten door miljoenen te bieden voor een Nationaal Historisch Museum TER VERSTERKING VAN DE NATIONALE IDENTITEIT. En de lijst van historici die dat een goed idee vonden, is deprimerend lang.
Ik geloof dat Maarten van Rossem de enige academicus is geweest die z’n gezonde boerenverstand bij elkaar hield en zich ertegen uitsprak.
Hoewel de politiek dus invloed wil uitoefenen, kan ik, zoals je merkt, gewoon schrijven dat wetenschap en politiek gescheiden moeten zijn. Daardoor ben ik wat marginaal – geen subsidies dus – maar ik kan het zeggen. Van Rossem is minder marginaal.
Dus we kunnen, ondanks evidente politieke beïnvloeding, nog altijd hardop zeggen dat de wetenschap de politiek niet moet dienen. Ik zou echter een KNAW-uitspraak wel op prijs stellen. Het is vrij gênant dat de huidige minister van Onderwijs Kennedy als opdracht gaf aandacht te besteden aan de “zwarte bladzijden” van het verleden. Daar gaat de politiek niet over en historici denken zelf ook heus weleens aan die zwarte bladzijden.
De kamer heeft de minister teruggefloten toen zij als opdracht gaf meer aandacht te geven aan de ‘zwarte bladzijden’.
De commissie moest van de Kamer onafhankelijk zijn.
Het feit dat ze het heeft geopperd is schandalig genoeg.
Iets voor de volgende canon?
Wetenschappelijk kwartetten?
Of toch maar rijtjes jaartallen stampen?
Het blijft aanmodderen met politiek ingegeven onderwijs ideeen.
Bezorgde groet,
Historische canon, wetenschappelijk kwartetten of jaartallen stampen: me hoela!
Het staat of valt allemaal met de bevlogen vakdocent. De geboren verteller die haar of zijn vak nog mag geven op een manier die de leerlingen aan zijn of haar lippen doet hangen. Die verbanden blootlegt zonder dat de leerling dat ervaart als ‘moeten’ of ‘saai’. Die werelden open legt en daarachter nog weer andere werelden doet vermoeden. Ik heb het geluk gehad een paar jaar zo’n geschiedenisleraar te hebben gehad. Daaraan kun je mijn leeftijd aflezen, want zulke docenten krijgen in het huidige onderwijs al jarenlang geen kans meer. Als er ièts terug moet komen in het onderwijs, niet alleen in geschiedenis maar in alle vakken, is het de leraar die echt les mag geven!
Waar bestaat dat lesgeven dan precies uit? Alleen vertellen? Dat is een beetje weinig. En die verbanden blootleggen: als die kinderen dat onder goede begeleiding zelf mogen doen, blijven ze veel beter hangen. Anders is het passief consumeren. Dat gebeurt al te veel.
Werelden openen? Volmondig ja. Maar daar zijn allerlei manieren voor.
Het probleem is niet dat leerkrachten geen les mogen geven, maar dat er binnen lerarenopleidingen te weinig nadruk ligt op vakinhoud en te veel op didactiek. “Weer echt lesgeven” kan alleen alleen maar als er iets te ‘geven’ valt. Een lege verpakking is pas een deceptie.
Ik wens alle leerlingen/scholieren van Nederland leerkrachten toe die nieuwsgierig zijn naar de wereld, en dat enthousiasme op allerlei manieren, in allerlei werkvormen, met hen willen delen. En daarbij academisch kwartetten en politiek geneuzel met een korrel zout nemen…
‘Ik wens alle leerlingen/scholieren van Nederland leerkrachten toe die nieuwsgierig zijn naar de wereld, en dat enthousiasme op allerlei manieren, in allerlei werkvormen, met hen willen delen. En daarbij academisch kwartetten en politiek geneuzel met een korrel zout nemen…’
Opdat we samen leren kijken met nieuwe ogen i.pv. door gekleurde brilletjes…
Amen.
“Helaas is dat doel onzinnig”
Te kort door de bocht. Vergelijk het Manhattan project.
“Er zaten immers geen oudheidkundigen in de Commissie Van Oostrom.”
Kijk, daar heb je een sterk punt. Aan het Manhattan project deden nogal wat natuurkundigen mee, met een grote verscheidenheid aan expertise. De Nederlandse politiek kennende was het belang ervan immens, maar mocht het allemaal weer niet teveel kosten. Anders was ongeveer geheel geschiedkundig Nederland (in een zeer ruime betekenis) er wel bij gevraagd.
Rustig wachten op een equivalent van de Watersnoodramp, dan komt het wel goed. Tot dan bliijft het behelpen, modderen, klungelen, een centimetertje hier erbij, achtenennhalve millimeter daar er af ….. en natuurlijk kwartetten.
Uitbreiding aantal lesuren geschiedenis op het basisonderwijs. Toe nou zeg ! Iedereen wil uitbreiding van zijn eigen vakgebied. Toch zitten die smurfen maar 25 1/4 uur op school. Waar ik wel voor zou willen pleiten is dat geschiedenis een verplicht eindexamen vak wordt in het vo, want de algemene kennis van dit vak is bedroevend. En ja, geschiedenis zal altijd in het onderwijs ingezet worden als propagandamiddel van de eigen groep. Zo zat ik op een PC HBS en daar was de schoolstrijd een verplicht onderdeel, daarna ging ik naar de openbare PABO in Amsterdam ( toen een rood bolwerk) waar de opkomst van de bonden weer een verplicht onderdeel was.
Iedere vakgroep wil inderdaad meer uren voor zichzelf. Maar de discussie gaat nu over het geschiedenisonderwijs en daar is het zaak de oude norm te herstellen. Als iedereen dat wil is er ruimte tekort en moeten we kiezen, maar dat is niet waarover de Commissie-Kennedy gaat.
We hoeven helemaal niet te kiezen. Er is geen enkele reden om niet, nu we leven in een kennisintensievere samenleving dan vroeger, af te stappen van acht jaar basisonderwijs, maximaal zes jaar middelbaar onderwijs en maximaal vier jaar hoger onderwijs. Wat is er tegen een zevenjarig VWO, een zesjarig HAVO, een vijfjarig VMBO en herstel van het wetenschappelijk onderwijs? Het enige tegenargument is de financiering op de korte termijn; na verloop van tijd betaalt de investering in de toekomst zich gewoon terug.
Zo had ik het niet bekeken
Hmmm… Hobby Lobby, de combinatie van deze woorden alleen al doet het ergste vermoeden.
Grijns.
Een canon voor het geschiedenisonderwijs is niet noodzakelijk een slecht idee. Ook voor wiskunde en natuurwetenschappen selecteren we wat we aanleren en wat (nog) niet. Maar met welk doel stel je die canon op?
Onderwijs is niet waardenloos. We bestuderen niet enkel wetenschappelijke methodes of de resultaten ervan, maar puren daar ook waarden uit.
Als we leren hoe we ons moeten uitdrukken, dan willen we ook dat kinderen leren om kritisch en luisterbereid te communiceren. Als we de natuur onderzoeken, hopen we ook op verwondering en respect. Onze lessen seksuele opvoeding gaan net zo goed over eisprong als over gender en wederzijdse toestemming.
Dan rijst de vraag: welke waarden kunnen aan bod komen in geschiedenisonderwijs? Dat is een keuze die een samenleving moet maken als ze haar onderwijs inricht. Vanuit mijn standpunt zou ik zeggen:
– ontdekken van het andere en daardoor
– waarderen en kritisch bekijken van het eigene (bv. voor onze streken een tijd van vrede in een geschiedenis vol oorlog / verdiensten en valkuilen van technologische vooruitgang…)
Kortom, zelfbegrip, zelfrelativering, burgerzin, solidariteit, milieubewustzijn… Je kan die waarden ook enten op natuurkunde en aardrijkskunde.
Wat geschiedenis zo delicaat maakt, is het dat het bij uitstek over mensen gaat waardoor een soms zoveel emotie bijkomt. Mogen we trots zijn op ons verleden? Moeten we ons ervoor verontschuldigen? Is het wel ONS verleden? De mogelijkheid bestaat dat men vertrekt vanuit een gedroomde identiteit en dat de geschiedenis dan maar in die mal moet passen, zie Dries Van Langenhove.
In het onderwijs zie ik graag aandacht voor zelfkennis, ook van de gebruiken en geschiedenis van de streek waarin het onderwijs wordt gegeven. Maar zo’n canon opstellen om identiteit te versterken neigt mij naar zelfverheerlijking.
‘– waarderen en kritisch bekijken van het eigene (bv. voor onze streken een tijd van vrede in een geschiedenis vol oorlog (…)’
Vrede? Waar heb je het over? Over de muren die we optrekken tussen onszelf en ander, waarbij we elkaar tot de tanden bewapend in evenwicht proberen te houden, bang als we zijn voor elkaar? Hoe kritisch wil je eigenlijk zijn? Vrede komt niet uit de loop van een geweer, alleen dood en verderf. Gewapende vrede is geen vrede, maar retoriek.
‘In het onderwijs zie ik graag aandacht voor zelfkennis (…)’
Klinkt goed, maar wat bedoel je er mee?
Vrede, in de eenvoudige betekenis dat er geen legers door de straten trekken en geen bommen vallen in West-Europa. Je kan dat gaan kapot relativeren, maar vergeleken met oorlog, kan ik deze redelijk unieke situatie wel waarderen.
Dat is zeker te waarderen, maar we laten ons er door in slaap sussen.
De internationale wapenlobby, het militair-industrieel complex, verdient kapitalen aan het in stand houden van de wereldwijde brandhaarden; vrede levert geen geld op. Kijken we nog wat verder dan onze zelfzuchtige neus lang is, dan zijn we uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor het veroorzaken en instandhouden van conflicten. Wij zijn het immers die de regeringen kiezen die het militair-industrieel complex faciliteren. Het grote verband zien we helemaal niet. Het gaat toch goed met ons? Dat heeft niets met ‘kapotrelativeren’ te maken, maar met de realiteit.
“Maar met welk doel stel je die canon op?”
Och, zelfs een doel als “Nederlandse ideniteit” (of Vlaams of Belgisch) hoeft nog geen ramp te zijn. Het is alleen wel handig zulke dingen over te laten aan mensen die ervoor doorgeleerd hebben. Je laat een timmerman ook geen waterleiding aanleggen.
@ FrankB: “Rustig wachten op een equivalent van de Watersnoodramp, dan komt het wel goed.”
Is de coronacrisis niet equivalent genoeg?
Nee. Let op mijn voorspelling: die leidt niet tot investeringen in de zorg. Want het is toch allemaal goed gegaan? Met dank aan de propaganda in de media en de kritiekloze houding van de oppositie in maart en april)? Zie de populariteit van onze minister-president. Macchiavelli begreep het al: het draait om beeldvorming, niet om feiten.
UIteraard is er al helemaal geen verband tussen corona en geschiedeniscanon, niet in de beeldvorming en niet feitelijk.
Pas vandaag las ik een lezenswaardig artikel van Rutger Bregman, die een perspectief van langere termijn hanteert: https://decorrespondent.nl/11125/het-tijdperk-van-het-neoliberalisme-loopt-ten-einde-wat-komt-ervoor-in-de-plaats/427700625-2a78dcc4
Ik ben geen lid en ben ook niet van plan om het te worden, dus uw link haalt niets uit. Als ik op de titel af kan gaan: het einde van het kapitalisme hoor ik al net zo lang voorspeld worden als de wederkomst van Jezus.
Al op de ook geklikt? Je kan de artikelen van de Correspondent gewoon lezen. Als je ’t een sympathiek gebeuren vindt, neem je een ‘abonnement’.
Voorbeeld Aletta Jacobs:
https://www.canonvannederland.nl/nl/alettajacobs
“In 1917 krijgen mannen het algemeen kiesrecht. Voor vrouwen wordt enkel het passief kiesrecht ingesteld: ze mogen zich verkiesbaar stellen. In 1919 wordt het wetsvoorstel voor vrouwenkiesrecht aangenomen dat door Jacobs was uitgedacht. In 1922 wordt het actief vrouwenkiesrecht daadwerkelijk in de Grondwet opgenomen: vrouwen mogen nu stemmen. Aletta Jacobs is dan 68 jaar oud. In de Nederlandse kolonies (Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen) blijft het kiesrecht tot na de Tweede Wereldoorlog zeer beperkt.”
Als je dit goed leest dan zie je dat het niet alleen over Jacobs gaat: voor mannen kwam het algemeen kiesrecht pas in 1917, vijf jaar later ook voor de vrouwen. Waarom dat allemaal zo lang heeft moeten wachten is een politiek thema dat veel interessanter is: het algemene kiesrecht is heel lang tegengehouden, en daar waren redenen voor. En voor de Nederlandse kolonies kwam het nog veel later, en dat had ook een reden. Daar zou het over moeten gaan, die canon interesseert mij niet.
Martin geeft hierboven een citaat uit de nieuwe cannon. Als bron gebruik ik zelf Parlement.com. De Eerste Kamer neemt op 10-07-1919 het initiatiefvoorstel van Marchant aan dat vouwen ook het actief kiesrecht geeft. Dat werd geëffectuurd in mei 1920. Het heeft dus geen vijf jaar geduurd. De tekst van cannon munt overigens ook niet uit in preciesheid. En Martin heeft gelijk dat de ontwikkeling van het Algemeen Kiesrecht voor mannen en vrouwen op zich interessant is.
Er is wel een verschil tussen een cannon en een canon. Ik heb wel eens gehoord dat ooit “les canons de beauté” vertaald werd als “de kanonnen van de schoonheid” …
What’s in a name.
Nou snap ik de herkomst van het woord sexbom.
Niet te vergeten de canonieke sexbom.
Wat Godfried Bomans over Marlene Dietrich deed verzuchten: ‘Had mijn vrouw maar één zo’n canon’…
Geschiedenis als wetenschap is een ivoren toren zonder noemenswaardige maatschappelijke invloed.
Geschiedenis als nationale propaganda daarentegen is altijd de kern van de zaak geweest.
Ik moest als Groninger over Floris V leren, omdat… hmm, dat is me niet zo bijgebleven, iets met politiek, hij was der keerlen god of zo? Wel leerde ik er de valkenjacht door kennen. Met dank aan een mooie schoolplaat.
Gelukkig waren er twee vensters in mijn canon van 1963 die ik met eigen ogen kende: hunebedden en wierden, monumenten van 5000 en 2500 jaar oud, zand en klei, in Groningen raakten ze elkaar.
Over de 80 jarige oorlog heb ik pas veel later geleerd dat het voor Groningen een 14 jarig beleg was waarin het land kapot geplunderd is, omdat men hier de protestanten, die geen godsdienstvrijheid wilden, buiten wilde houden. Groningen is met grof geweld in de Republiek opgenomen. (Waarna de machthebbers zich overigens bijzonder snel tot voorbeeldige protestanten hebben omgevormd, maar dat is weer een wijze les over politiek).
Dat stond niet in de canon van 1963, maar ik ben bang dat het ook niet in de canon van vandaag of morgen zal staan.
Nederlandse geschiedenis is in overweldigende mate Hollandse geschiedenis. Karel van Egmont als voorloper van Willem de Zwijger? De wederwaardigheden van wat nu Limburg heet? Met name van Roermond?
Zelfs JonaL lijdt hieraan.als hij het inpolderen tot nationaal verklaringsmodel verheft.
Hier moet ik even drie kanttekeningen maken.
(1) Jona zegt over het polderen dat het een mythe is. In de Engelse vertaling die online staat: cliché.
https://consensusandcrises.wordpress.com/introduction/
(2) Dat de Nederlandse geschiedvorsing op Holland gericht zou zijn, is een oud verwijt, waar weinig meer over te zeggen valt dat kinderen ooit Dirken en Florissen moesten leren maar niet de bisschoppen van Utrecht of de graven van Loon. Zeker in de medievistiek lijken de diverse gewesten tegenwoordig redelijk aan de orde komen: er zijn volop boeken over de hertogen van Gelre of de Friese vrijheid.
(3) Het verwijt van hollandocentrisme is interessant genoeg om te behandelen. Ik denk dat een redenatie valt op te zetten dat sommige dingen in het verleden belangrijker zijn dan andere en ik denk ook dat zo nu en dan verdedigbaar is dat een gewest dat de andere gewesten domineerde (economisch, cultureel, politiek…) in het onderwijs meer aandacht krijgt.
Maar het meest toch dit: het verwijt van hollandocentrisme is vaak gemakzuchtig. Ik herinner me dat de directeur van RomeinenNU (waar ik toen bestuurslid was) met droge beweerde dat de limes belangrijk was omdat het een traditioneel, Hollands geschiedbeeld (“wij” Batavieren, “zij” Romeinen) werd gecorrigeerd. Daarbij viel ook het woord hollandocentrisme. Probleem: dit geschiedbeeld is ontstaan in Gelre, in Nijmegen.
https://mainzerbeobachter.com/2016/11/21/wij-batavieren-1/
In de VS zegt men Holland als men Nederland bedoelt. Dat komt door de economische dominantie van Holland, tegenwoordig noord en zuid. In Holland liggen Amsterdam, Leiden, Den Haag, Rotterdam, etc, de regering zetelt in Den Haag. Dat verklaart veel.
“Vergaderen? Niet doen!” is een typische titel om door controverse de verkoopcijfers te stuwen. Op het boek kan ik geen commentaar geven wegens niet gelezen. Op de titel wel: die zou moeten zijn (en waarschijnlijk is dat de echte boodschap van het boek) “Slecht vergaderen? Niet doen!”
Er zijn veel technieken om te vermijden dat in een vergadering enkel de grootste gemene deler aan bod komt, of enkel de grote monden aan het woord zijn of dat het uur op is net als de kern van de zaak aan de orde is. Net zoals er in een democratie technieken zijn om te vermijden dat ze verwordt tot populisme. Ik vermoed dus dat er ook technieken zijn om te vermijden dat een wetenschapscanon – zo nodig – een welles-nietes-spelletje wordt of herleid wordt tot elk zijn waarheid.
Of je nu 1 uur per week geschiedenis geeft, of 20: keuzes moet je altijd maken. Wat geldt voor een canon geldt bij uitbreiding voor een lessenpakket. Welke keuzes: inderdaad een prima onderwerp voor een werkgroep van experts, die toch een paar keer zal moeten vergaderen.
‘Ik vermoed dus dat er ook technieken zijn om te vermijden dat een wetenschapscanon – zo nodig – een welles-nietes-spelletje wordt of herleid wordt tot elk zijn waarheid.’
Interessant. Welke technieken zouden dat kunnen zijn?