Het sterrenbeeld Leeuw op Nemrud Daği (reconstructie in het Allard Piersonmuseum, Amsterdam)
Meer aandacht voor ruimtelijke spreiding, meer diverse sterrenbeelden: dat zijn de belangrijkste aanpassingen aan de hernieuwde Canon van de Sterrenkunde. De lijst van vijftig sterrenbeelden vat belangrijke hemelregio’s samen en dient als inspiratie voor de Nederlandse astronomie.
De herziene lijst bestaat nog steeds uit vijftig sterrenbeelden, maar tien daarvan zijn vervangen. Zo zijn bijvoorbeeld de Schorpioen en Leeuw geschrapt en het Zuiderkruis en Centaur toegevoegd. “Maar onze gedachte was niet om te gaan schrappen,” zegt Maria Weetveel, de voorzitster van de herzieningscommissie, “we hebben vooral gekeken naar wat er in onze ogen bij moest.”
Kleio, muze van de geschiedvorsing (El Djem, Huis van de Maanden)
Ach, de canon. Tja. We zijn weer aan het kwartetten. “Mag ik van jou van de zestiende eeuw Karel de Vijfde? Dan krijg jij van mij de Grachtengordel.” Over het idee om in het onderwijs een canon te gebruiken valt een boom op te zetten. Ik breng in herinnering dat het tegelijk is voorgesteld met plannen voor een Nationaal Historisch Museum dat de Nederlandse nationale identiteit behoorde te versterken. Als dit het doel was, is het inderdaad zinvol kinderen dezelfde vijftig dingen te leren, zodat in elk geval dat vijftigtal verbindend is. Helaas is dat doel onzinnig, aangezien geschiedenis een wetenschap is, “de nationale identiteit versterken” politiek is en wetenschap los behoort te staan van de politiek.
De Canon die de Commissie Van Oostrom opstelde was, gegeven de idiotie van de opdracht, niet de slechtste. Er was bijvoorbeeld voor gekozen om de onvermijdelijke subjectiviteit te verkleinen door eerst enkele leidende thema’s vast te stellen, zoals verstedelijking. En daar was de oudhistoricus die ik ben nogal verbaasd, want waarom werd voor de Romeinse tijd dan in vredesnaam de limes een Canon-venster en niet – ik noem eens wat – de stad Nijmegen? Welke oudhistoricus was eigenlijk geraadpleegd? Er zaten immers geen oudheidkundigen in de Commissie Van Oostrom. Kortom, ik schreef Van Oostrom, die nodigde me bij hem thuis uit en we hadden een prettig gesprek.
Stelt u zich voor dat een groep astronomen een canon zou opstellen van wat iedereen over hun vak zou moeten weten. Zou dat een overzicht opleveren van Grote Beer, Orion, Zuiderkruis en de tekens van de Dierenriem? Of een lijst van Algol, Bethel, Capella, Deneb, Electra en Fomalhaut? Nee natuurlijk. Astronomen zouden de saros, de telescoop, de periodieke terugkeer van kometen, de roodverschuiving, de radioastronomie, de oerknal en de zwaartekrachtgolfdetectors noemen. Een wetenschap onderstreept haar belang immers niet met de objecten die ze onderzoekt, want dat zijn er ontelbaar veel. De waarde van een wetenschap zit in de patronen die ze ontdekt en haar vooruitgang blijkt uit steeds weer nieuwere technieken en methoden, steeds weer nieuwe soorten inzicht en steeds andere bijdragen aan andere disciplines.
Het is, dacht ik althans, logisch je niet te presenteren met de onderzoeksobjecten. Presenteer een wetenschap als wetenschap. De canon die de Commissie Van Oostrom voor de Nederlandse geschiedenis heeft opgesteld, beperkt zich echter wel tot de objecten en draagt zo bij aan het beeld dat geschiedvorsing geen echte wetenschap is. Het gaat dus om de hunebedden, de Romeinse limes, Willibrord, Karel de Grote en zo voort. U vindt de hele lijst hier. Het zijn allemaal onderwerpen die zich prima lenen voor een verstrooiend blogje hier of een amusante causerie daar, maar je moet er niet van opkijken als mensen gaan denken dat geschiedenis gewoon het ene ding na het andere is. Het leek me zinvoller een canon op te stellen waarmee de geschiedvorsing zich wél presenteert als wetenschap. Ik noem dus een kleine veertig dingen waarvan ik zou willen dat meer mensen er iets van wisten.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.