Een beschadigde Sumerische harp

De koninklijke harp van Ur in een verlaten Nationaal Museum in Bagdad.

Deze Sumerische harp is te zien in het National Museum in Bagdad. Het snaarinstrument komt uit de koninklijke tombes van Ur, een stad in het zuiden van Irak. Daarom staat het bekend als de koninklijke lier van Ur. Het snaarinstrument dateert uit de derde fase van de vroegdynastieke periode, wat een voorzichtige manier is om te zeggen dat het voorwerp stamt uit de tijd tussen pakweg 2600 en 2370 v.Chr. Waarom men het instrument doorgaans dateert aan het begin van die periode, weet ik niet.

Eerlijk is eerlijk: er is nogal wat aan deze Sumerische harp gerestaureerd. Bij de plundering van het museum in Bagdad is er nogal wat schade aangericht. De delen van parelmoer, lapislazuli en goud in de eigenlijke harp zijn daarentegen echt. Het hout van de kast dateert dan weer uit de eenentwintigste eeuw – ik bedoel onze eenentwintigste eeuw ná Christus.

De stierenkop met de baard zijn gemaakt van goud, parelmoer en lapislazuli. Terwijl de kop echt is, is de baard reconstructie; het origineel is óf zoek óf te zwaar beschadigd óf in een restauratieatelier. Ik heb dat niet kunnen achterhalen. In elk geval: dit is een van de oudste snaarinstrumenten ter wereld.

[Dit was het 373e voorwerp in mijn reeks museumstukken. En als u vandaag nog iets wil lezen over het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dan is hier mijn bespreking van het boek van Ariel Sabar. Het zwakke punt is dat hij zich baseert op zegslieden die er belang bij hadden hun straatje schoon te vegen, maar het boek leest als een trein.]

Naschrift, 2 oktober 2022

In Brugge bespeelt harpist Luc Vanlaere een gereconstrueerde Sumerische lier.

Deel dit:

8 gedachtes over “Een beschadigde Sumerische harp

  1. Arnold den Teuling

    Het afgebeelde instrument is geen harp, maar een kithara. Het verschil zit in de wijze waarop de snaren op de klankkast zitten. Hier zijn ze parallel gespannen, al kan ik niet zien of de snaren aan het onderste uiteinde achterlangs de kast zijn gespannen zoals bij een luit of gitaar, of dat ze op de bovenkant (de korte zijde) van de klankkast vastzitten, waarbij er binnen in de klankkast een knoopje wordt gelegd. Als de klankkast uit een schildpaddeksel bestaat is het een lier, met de barbitos als bijzondere, voornamelijk Lesbische vorm met erg lange armen (hertengeweien?). De harp heeft de snaren haaks op de kast gespannen, met één arm, in het verlengde van de klankkast in de Egyptische vorm, de boogharp. Daar zijn de snaren van verschillende lengte op gespannen. Er is meestal geen steun (juk) tussen het uiteinde van de arm en de onderkant van de klankkast, de driehoekige vorm met een extra juk wordt pas in de middeleeuwen standaard. Ze staan soms met juk op laat-Griekse vazen, de Griekse benaming is pektis. In Mesopotamië zien we de hoekharp, waarbij de arm een scherpe hoek schuin op de klankkast staat, eveneens zonder juk aan de uiteinden. Op een bekend, ik meen Assyrisch, relief in het Brits Museum worden ze door een processie van baardige mannen bespeeld, maar meestal is het een vrouweninstrument. In het Brits museum staat op een prominente plaats een hellenistische Apollo met een marmeren kithara. Een Egyptische boogharp staat op de desbetreffende afdeling. Het standaard werk is nog steeds M.L.West, Ancient Greek Music, Oxford 1992. Met een harp spelende dochter ben ik wat overgevoelig voor dergelijke kwesties!

    1. Stephan

      2500 jaar voor Chr. en dan nog een harp of een kithara – nog nooit van gehoord – ik kan het niet vatten – een beetje uitleg aub.

    2. Rob Duijf

      ‘Het afgebeelde instrument is geen harp, maar een kithara.’

      Het afgebeelde instrument is ook geen kithara maar een lier. De vorm van het instrument op de foto is kenmerkend voor de Soemerische en Assirische lieren.

      Het Brtisch Museum heeft een zilveren exemplaar van een Soemerische lier met de uitgesneden kop van een stier. Soemerische lieren werden bespeeld met de dwarsbalk naar boven.

      De iconografie laat instrumenten zien met maximaal 11 snaren. Die werden bevestigd aan hefboompjes op de dwarsbalk (op de foto ontbreken ze) waarmee ze konden worden gestemd. De snaren werden vertikaal (schuin of divergerend) gespannen en liepen over een kam op de klakkast (die kam ontbreekt op de foto of zit aan de andere zijde).

      De lier wordt tegenwoordig het meest geassocieerd met de Griekse kithara die door professionele muzikanten werd bespeeld en een grotere klankkast had. Het was een ingewikkeldere uitvoering dan de gewone Griekse lier die een meer volks karakter had. De God Apollo werd vaak met een kithara afgebeeld als symbool van harmonie. De Romeinen namen de kithara van de Grieken over.

Reacties zijn gesloten.