De Eufraat

De Eufraat, gezien vanaf de Nemrud Daği

De Eufraat is de langste rivier van het Nabije Oosten: de stroom meet niet minder dan 2.760 kilometer, eens zoveel als de Rijn. De oude Sumeriërs spraken van Id-Ugina, “de blauwe rivier”, terwijl de Babyloniërs en Assyriërs het hadden over de Purattu. De twee bronnen van de Eufraat en de bovenlopen liggen in wat vroeger Armenië heette en tegenwoordig oostelijk Turkije. De droevige redenen voor de naamsverandering veronderstel ik bekend.

Deze twee rivieren, die nu Kara Su en Murat Su heten, komen samen in de buurt van het oude Melitene. Verder gevuld met de smeltende sneeuw van de Armeense bergen liep de Eufraat, in deze streken vol vervaarlijke rotsen, langs allerlei hoge bergen, zoals de Antitaurus en de Taurus. Een beroemde top is de Nemrud Daği, die uitziet over de Eufraat. Zie foto hierboven. De rivier vormde de natuurlijke grens tussen Armenië en Cappadocië.

Lees verder “De Eufraat”

Het Uruk-fenomeen

Vrouwenportret uit Uruk (Nationaal Museum van Irak, Bagdad)

Eén reden waarom de opgraving van Uruk interessant is, is wetenschapshistorisch. Zoals ik al eens heb beschreven, deden archeologen in de jaren twintig van de vorige eeuw op drie plaatsen in Zuid-Irak onderzoek. In Tell al-‘Ubaid en in de onderste lagen van het daarnaast gelegen Ur vond de Britse onderzoeker Leonard Woolley ietwat groenige, beschilderde scherven, gemaakt zonder draaischijf. Ruim 250 kilometer verderop groef het Amerikaans-Britse team van Stephen Langdon in Jemdet Nasr bruinig, geometrisch gedecoreerd aardewerk op, gemaakt op een draaitafel. En dan was er de Duitser Arnold Nöldeke, die in Uruk opvallend primitief, draaitafelgemaakt aardewerk had gevonden. Je zou verwachten dat dit primitieve aardewerk het oudst was, maar het was op een draaitafel gemaakt. Dat zou betekenen dat ze in ‘Ubaid iets waren verleerd dat ze in Jemdet Nasr hadden onthouden. Dat was vreemd.

Om het op te lossen, liet Nöldeke in Uruk een diepe put graven om alle bewoningslagen te analyseren. Het bleek dat hij op de diepste strata ‘Ubaid-aardewerk vond, dat wij nu in het vijfde millennium v.Chr. dateren, dat daarop het Uruk-aardewerk volgde, dat wij in het vierde millennium plaatsen, en dat in de hoogste bewoningslagen Jemdet Nasr-aardewerk was gebruikt, dat wij dateren rond 3000 v.Chr. Dit resultaat overtuigde iedereen toen de archeologen in 1929 in Leiden een symposium belegden om de kwestie te bespreken. Voor het eerst beschikten archeologen over een betrouwbare chronologie van de laatste fase van de Prehistorie. Eindelijk had men vat op de tijd waarin de eerste steden zijn ontstaan.

Lees verder “Het Uruk-fenomeen”

De koninklijke lier van Ur

Een van de lieren uit Ur in een verlaten Nationaal Museum in Bagdad.

Mijn betere helft en ik waren vorig weekend in Brugge en daar deden we wat mensen zoal doen als ze in Brugge zijn. Kerken bekijken en wafels eten dus, en het bloedreliek bewonderen, flauwe grappen maken over Vlaamse primitieven, lunchen, je machteloos voelen om het gesloten archeologiemuseum, boekhandels in en uit lopen, flaneren langs middeleeuwse (en middeleeuwachtige) huizen, koffie drinken, schilderijenmusea bezoeken, filmlocaties herkennen, uitwijken voor andere toeristen, de laatste Ken Broeders aanschaffen en vooral: je laten verrassen.

Harpconcert

Dat laatste bijvoorbeeld bij een concert van harpist Luc Vanlaere. Zijn concertzaaltje is nauwelijks te missen, want het zit meteen naast het Sint-Janshospitaal, dat museum met al die schilderijen van Hans Memling. Drie keer per dag verzorgt Vanlaere daar een kort concert. Het trok onze aandacht omdat hij leek te gaan spelen op een reconstructie van de lieren uit Ur, waarover ik al eens schreef. Een Sumerisch snaarinstrument is niet het eerste dat je verwacht in Brugge en dus met recht een verrassing.

Lees verder “De koninklijke lier van Ur”

Filmpjes uit Irak

Zoals de trouwe lezers van deze blog weten, hebben mijn vriendin en ik afgelopen oktober een reis gemaakt door Irak. We bezochten de Sumerische steden in het zuiden, dronken thee bij de Moeras-Arabieren, waren verbaasd over de ontwikkeling van toeristische faciliteiten in Babylon, bezochten de Assyrische hoofdsteden Aššur, Nimrud, Khorsabad en Nineveh, zagen de stadswal van de door Alexander de Grote gestichte stad Charax, waren de eerste toeristen in tijden in Hatra en bezochten de voornaamste sji’itische heiligdommen. Mijn geliefde had het goede idee dat we filmpjes zouden maken. Zo kunt ook u het een en ander zien. Niet iedereen kan immers even twee, drie weken naar Irak.

U vindt de filmpjes hieronder. Verwacht geen Hollywood. We probeerden licht te reizen en hadden alleen een telefoon en een klein microfoontje bij ons, geen statief. De wind, het felle zonlicht en de hitte speelden ons regelmatig parten. Meer dan eens zagen we zelf niet wat we aan het filmen waren. Ook improviseerde ik de tekst te plekke, zonder aantekeningen. Kortom, het was amateurisme – maar in de beste zin van het woord: gemaakt uit liefde. Kees Huyser heeft van het ruwe materiaal nog wat toonbaars gemaakt. Waarvoor veel dank (en een fles met drank).

Lees verder “Filmpjes uit Irak”

Het Ur der Chaldeeën

Hoe Woolley’s Pit in Ur er tegenwoordig uitziet

Van alle steden uit het oude Nabije Oosten zal Ur na Babylon wel het bekendste zijn. Volgens de Bijbel was “het Ur der Chaldeeën” de stad waar Abraham vandaan kwam. Uiteraard weet men tegenwoordig aan te wijzen waar het huis van de aartsvader zou hebben gestaan. Het is tenslotte archeologie.

Ontstaan

De stad is werkelijk oeroud. Ze gaat terug tot het vroege Chalcolithicum, de laatste fase van het Neolithicum. Anders gezegd: de stad stamt uit het vroege vierde millennium v.Chr. In Mesopotamië heet dat meestal de vroege Uruk-tijd; die valt ruwweg samen met wat in Egypte Naqada heet. Het klimaat was destijds wat vochtiger dan momenteel en ook het zeeniveau schijnt wat hoger te zijn geweest. Zo kwam het water van de Perzische Golf dichter bij de stad dan tegenwoordig het geval is. Zware overstromingen waren altijd mogelijk en sommige kleiafzettingen in de “deep sounding” zijn door opgraver Woolley zelfs geïnterpreteerd geweest als resten van de Zondvloed.

Lees verder “Het Ur der Chaldeeën”

De ontdekking van het oudste Irak

‘Ubaid-aardewerk uit Irak (Archeologisch Museum van de Amerikaanse Universiteit in Beiroet)

De eerste opgravers in Irak waren mensen als Botta, die Nineveh ontdekte; Layard, die de Assyrische hoofdsteden opgroef; Koldewey, die hetzelfde deed in Babylon; en Hamdi, die het museum van Constantinopel stichtte. Hun enorme verdiensten staan buiten kijf, want het was bepaald geen sinecure in het zich hervormende Ottomaanse Rijk, zonder heel duidelijke politieke verhoudingen maar vol etnische spanningen, je werk te doen. Al bood die onduidelijkheid ook kansen. Kansen die wij misbruik zouden noemen.

Afgezien van de organisatorische problemen hadden deze archeologen te maken met het feit dat ze hun vondsten alleen konden interpreteren aan de hand van teksten. Die vormden weleens een dwaalspoor, zoals toen Koldewey in Babylon speurde naar Hangende Tuinen die even reëel waren als Diagon Alley in Londen. En dan waren er de dieper liggende lagen, die de allereerste steden documenteerden. Toen schreven de mensen nog niet, dus de opgravers hadden geen idee wat ze opgroeven. Sumeriërs? Nog nooit van gehoord. Ook wisten ze niet hoe oud het spul was dat ze opgroeven. Ze noemden het dus maar “aardewerk zoals gevonden in Nineveh”. Zo ontstond de gewoonte archeologische culturen te vernoemen naar de eerste vondplaats. De La Tène-cultuur is een Europees voorbeeld en Andronovo is een Aziatisch voorbeeld.

Lees verder “De ontdekking van het oudste Irak”

Abraham uit het Ur der Chaldeeën

Ur, met op de achtergrond de ziggurat

Het zal moeilijk te missen zijn: de paus is momenteel in Irak. Op de zaterdag waarop dit stukje online gaat zal hij in Najaf een ontmoeting hebben met de invloedrijke grootayatollah Ali al-Sistani, het “navolgenswaardig voorbeeld” (marja) voor sji’ieten in Irak, Libanon en Iran. Daarna reist hij – ik bedoel de paus – door naar Ur. Ik blogde al eens over het zogenaamde huis van Abraham, die door alle drie grote monotheïstische religies wordt beschouwd als voorvader.

De verhalen in Genesis zijn goed genoeg maar we hebben geen idee wanneer de man leefde. Het is ook eigenlijk de verkeerde vraag. Er is een keer een man Abraham geweest – de naam moet immers ergens vandaan komen – die voldoende interessant was om te onthouden en waarover men verhalen begon te vertellen. En verhalen aan toe te voegen die bij hem pasten. Hetzelfde geldt voor Isaak en Jakob, in Genesis gepresenteerd als zijn zoon en kleinzoon. Het drietal staat bekend als de aartsvaders.

Lees verder “Abraham uit het Ur der Chaldeeën”

Het huis van Abraham in Ur

Het huis van Abraham, Ur

Daar ben ik toch eigenlijk wel jaloers op, op de paus. Mijn vriendin en ik hebben al anderhalf jaar het voornemen naar Irak te gaan, een land waar ik beroepshalve allang geweest had moeten zijn. Maar ja, u weet hoe warm het is en hoe ver, en ik kan eraan toevoegen dat het ook niet goedkoop is en dat je het beste een groepje kunt samenstellen.

Juist toen dat begon te lukken en er een goede kans was dat we behalve Bagdad tenminste twee van de drie grote regio’s  – de Assyrische hoofdsteden in het noorden, het Babylonische zuiden en het sji’itische westen – konden bezoeken, kwam de corona. Wat een reis naar Irak zou zijn werd dus een reis naar Rome werd een weekje Limburg werd uiteindelijk een bezoek aan het Thermenmuseum in Heerlen. Waren we maar paus geweest.

Lees verder “Het huis van Abraham in Ur”

Een beschadigde Sumerische harp

De koninklijke harp van Ur in een verlaten Nationaal Museum in Bagdad.

Deze Sumerische harp is te zien in het National Museum in Bagdad. Het snaarinstrument komt uit de koninklijke tombes van Ur, een stad in het zuiden van Irak. Daarom staat het bekend als de koninklijke lier van Ur. Het snaarinstrument dateert uit de derde fase van de vroegdynastieke periode, wat een voorzichtige manier is om te zeggen dat het voorwerp stamt uit de tijd tussen pakweg 2600 en 2370 v.Chr. Waarom men het instrument doorgaans dateert aan het begin van die periode, weet ik niet.

Lees verder “Een beschadigde Sumerische harp”