De koninklijke lier van Ur

Een van de lieren uit Ur in een verlaten Nationaal Museum in Bagdad.

Mijn betere helft en ik waren vorig weekend in Brugge en daar deden we wat mensen zoal doen als ze in Brugge zijn. Kerken bekijken en wafels eten dus, en het bloedreliek bewonderen, flauwe grappen maken over Vlaamse primitieven, lunchen, je machteloos voelen om het gesloten archeologiemuseum, boekhandels in en uit lopen, flaneren langs middeleeuwse (en middeleeuwachtige) huizen, koffie drinken, schilderijenmusea bezoeken, filmlocaties herkennen, uitwijken voor andere toeristen, de laatste Ken Broeders aanschaffen en vooral: je laten verrassen.

Harpconcert

Dat laatste bijvoorbeeld bij een concert van harpist Luc Vanlaere. Zijn concertzaaltje is nauwelijks te missen, want het zit meteen naast het Sint-Janshospitaal, dat museum met al die schilderijen van Hans Memling. Drie keer per dag verzorgt Vanlaere daar een kort concert. Het trok onze aandacht omdat hij leek te gaan spelen op een reconstructie van de lieren uit Ur, waarover ik al eens schreef. Een Sumerisch snaarinstrument is niet het eerste dat je verwacht in Brugge en dus met recht een verrassing.

Lees verder “De koninklijke lier van Ur”

Een beschadigde Sumerische harp

De koninklijke harp van Ur in een verlaten Nationaal Museum in Bagdad.

Deze Sumerische harp is te zien in het National Museum in Bagdad. Het snaarinstrument komt uit de koninklijke tombes van Ur, een stad in het zuiden van Irak. Daarom staat het bekend als de koninklijke lier van Ur. Het snaarinstrument dateert uit de derde fase van de vroegdynastieke periode, wat een voorzichtige manier is om te zeggen dat het voorwerp stamt uit de tijd tussen pakweg 2600 en 2370 v.Chr. Waarom men het instrument doorgaans dateert aan het begin van die periode, weet ik niet.

Lees verder “Een beschadigde Sumerische harp”

Muzikantengraf

Grafsteen (Museo Nacional de Arte Romano, Mérida)

De bovenstaande inscriptie is te zien in het Museo Nacional de Arte Romano in het Spaanse Mérida. Ik ben er in of rond 1990 geweest en heb toen dia’s gemaakt, maar die heb ik cadeau gedaan aan het Archeologisch Instituut van de VU en ik heb ze niet meer. (Het zou me trouwens verbazen als ze die nog hadden – mijn eigen dia’s staan ook al jaren op zolder stof te vangen.) De foto hierboven is dan ook gemaakt door een vriend die een huisje in Spanje heeft en weleens oudheden voor me fotografeert.

Getuige de inscriptie heeft een zekere Lutatia Severa de steen opgericht en gewijd aan de ziel van de zestienjarige meisje Lutatia Lupata. De afkorting aan het einde, HSESTTL, betekent Hic sita est. Sit tibi terra levis, “Ze ligt hier begraven. Moge de aarde licht voor je zijn.” De relatie tussen de twee vrouwen wordt aangegeven met het woord alumna, wat vermoedelijk slaat op een leerlinge maar ook kan slaan op een pleegdochter. De naamovereenkomst suggereert dat de lerares een vrijgelatene was van de familie van de overledene. Waarom de ouders of broers van het meisje geen aandeel hadden in de begrafeniskosten? Uw gok is zo goed als de mijne. Misschien was de jonge vrouw verstoten, misschien waren er geen familieleden en hebben we niet te maken met een lerares maar een pleegmoeder.

Lees verder “Muzikantengraf”

Fluitende neanderthalers

Fluit (Nationaal Museum van Slovenië, Ljubljana)

Cerkno is een dorpje in westelijk Slovenië, richting Italiaanse grens. Archeologen vonden in een grot die “Divje babe” wordt genoemd het bovenstaande voorwerp: een stuk bot, afkomstig van een holenbeer, waarin gaten waren geboord. Een fluit.

Een leuke vondst natuurlijk, maar de echte sensatie was de ouderdom: het voorwerp is 60.000 jaar oud. Dat is fors ouder dan twee andere fluiten, die beide zijn gevonden in zuidelijk Duitsland, te Hohler Fels en Geiβenklösterle. Die zijn zo’n 39.000 tot 40.000 jaar oud. De fluit uit Cerkno is dus niet zomaar wat ouder, maar heel erg veel. En dat maakt het ook heel erg veel leuker.

Lees verder “Fluitende neanderthalers”