Twee keer Den Bosch

Op de bibliotheek in Den Bosch staat, zoals u hierboven ziet, elegant samengevat wat de humaniora zijn. U mag ook “onderwijs, cultuur en wetenschappen” zeggen of “het goede, schone en ware”, want dat is hetzelfde.

Hier lezen we boeken,
inspireren we tot meer,
oefenen we met taal,

vertellen we elkaar verhalen,
maken we kennis,
ontmoeten we de ander.

Anders gezegd: het gaat om het verwerven van informatie, waardoor we ontdekken dat onze eigen ideeën niet de enig mogelijke zijn (zo “ontmoeten we de ander”) en ons denken beter leren doorgronden (zo “maken we kennis”). Classica Tazuko van Berkel gaf gisteren een mooi voorbeeld: “Wat doet het met ons als wij onszelf zien als homines economici?” We kunnen, door ons eigen denken beter te begrijpen, als mensen beter worden (zo “inspireren we tot meer”).

Niet dat de humaniora de enige weg zijn, overigens. Ik heb al vaker verwezen naar de schitterende toespraak van John F. Kennedy, waarin hij erop wees dat het Apollo-project, dat toch eerder de exacte en technische wetenschappen vertegenwoordigde, diende om het beste uit de betrokkenen boven te halen.

Even verderop in Den Bosch zijn ze een middeleeuws huis aan het herbouwen dat enkele jaren geleden is ingestort. Een grout spandoek roept: “Hier herbouwen we het verleden voor een mooie toekomst.” Als om te benadrukken dat de clichématige tegenstelling verleden/toekomst moedwillig is, is er ook een afbeelding van een volwassene die een kind draagt. Ik heb al eens eerder geblogd over dat cliché. Het is ook te zien in de ontvangstruimte van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Pijnlijk is met name het woordje “voor”. Wie zegt dat het verleden de toekomst dient, zegt in feite “Who controls the past, controls the future”. Maar daar is geschiedenis niet voor. We bestuderen het verleden en we bewaren erfgoed om te leren dat onze ideeën niet de enig mogelijke zijn. Zo leren we ons eigen denken beter begrijpen. Je kunt ook van het verleden houden omwille van de historische ervaring. Dat lijkt me even legitiem. Maar wat echt niet kan is dat je het verleden dienstbaar maakt aan een mooie toekomst. Dat is vooral verschrikkelijk platvloers.

Over de logische onmogelijkheid het verleden – dat wat er per definitie niet langer is – te herbouwen, zal ik het niet hebben. Het gaat me erom dat een stad met een Sint-Jan en een Huis de Moriaan beter verdient dan presenteïstische kitsch.

Beste gemeente Den Bosch: laat dat bord weg halen. En stuur degene die de tekst heeft geschreven door naar de openbare bibliotheek.

Deel dit:

17 gedachtes over “Twee keer Den Bosch

  1. Margreet Steiner

    Om eerlijk te zijn, Jona, er staat niet ‘we herbouwen het verleden om de toekomst te kennen’. Er staat ‘voor een mooie toekomst’. Dat kan ook een economische toekomst zijn. We herbouwen om er lekker aan te verdienen, bijvoorbeeld. Of om onze naam te vereeuwigen. Het woordje ‘voor’ is vrij algemeen.

  2. Dirk

    Het kan ook gewoon betekenen: jammer dat dat mooie oude huis stuk is. We bouwen het weer op. Vind ik persoonlijk een beter idee dan er een ongeïnspireerde flat neerpoten of een architect vrij spel geven.

    1. “We bouwen het weer op.”
      Juist. En u hebt zorgvuldig dat malle “voor een mooie toekomst” weggelaten, precies het deel waar JonaL aanstoot aan neemt. Denk het weg en zelfs de foto krijgt een andere betekenis: geschiedkunde is er voor jong en oud.
      Zoals altijd waardeer ik het als iemand meent tegen te spreken maar welbeschouwd alleen maar bevestigt. Daarvoor mijn dank.

      1. Martin

        Who controles the past, controles the future. Is dat wel echt zo fout gedacht? Zie wat er nu in de VS gebeurt. Je kunt dat alleen begrijpen als je de geschiedenis kent. In de 19e en ook nog in de 20e eeuw was het daar onteigening, verdrijving en geweld, met zwarten en Indianen als slachtoffer. Er zijn moderne bewegingen die volgens mij contraproductief zijn, maar tegelijkertijd ook wel begrijpelijk, menselijk gezien. Ik denk dat de moderne VS niet begrepen kan worden zonder die geschiedenis te kennen.

            1. Rob Duijf

              (…)Dat is toch niet meer normaal?(…)

              Dat hangt af van welke norm je hanteert en dus aan welke kant je staat… Waarom zou je überhaupt aan een kant willen staan?

  3. GC

    Jona je zegt: “We bestuderen het verleden en we bewaren erfgoed om te leren dat onze ideeën niet de enig mogelijke zijn.”. Maar zou je ook niet kunnen zeggen: “We bestuderen het verleden zodat we ‘vandaag’ beter begrijpen – nml. een accumulatie van gebeurtenissen uit het verleden – en dat we daardoor in staat zijn betere keuzes te maken voor de toekomst”.

    1. Rob Duijf

      ‘(…) een accumulatie van gebeurtenissen uit het verleden (…)’

      Die gebeurtenissen zijn – afgezien van natuurrampen – het resultaat van menselijk handelen. Het gaat niet alleen om het begrijpen van dat handelen als reactie op iets dat eraan vooraf is gegaan, maar om het begrijpen van de bron van het handelen. Als we dat nu niet begrijpen, dan blijft de geschiedenis zich herhalen, ook al hopen we op betere keuzes in de toekomst.

      1. GC

        Je bedoelt dat we ook de onderliggende patronen, die onder dat handelen liggen (d.w.z. dat handelen kunnen verklaren), zouden moeten begrijpen. Goed punt, daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
        Wat ik me dan wel afvraag is hoe we dat dan precies achterhalen, omdat menselijk handelen vooral samenhangt met psychologische en sociale processen. En niet is altijd duidelijk wat oorzaak en gevolg is. Bijvoorbeeld: is het West-Romeinse Rijk verzwakt door invasies van volkeren van buiten het Rijk, of waren de invasies succesvol omdat het West-Romeinse Rijk verzwakt is.
        Aan de andere kant: je hebt natuurlijk ook elkaar versterkende en verzwakkende processen, gebeurtenissen zijn niet zuiver lineair.

        1. Rob Duijf

          ‘(…) Wat ik me dan wel afvraag is hoe we dat dan precies achterhalen (…)’

          Dat is een hele zinnige vraag die we moeten zien te beantwoorden voordat we inzoomen op het historische verhaal. Je kunt die vraag inderdaad via de psychologie, de sociologie, de neurobiologie of de filosofie benaderen. Neuropsychologen en -biologen en andere gedragswetenschappers mogen graag de apenrots bestuderen, want gedrag van apen lijkt sterk op dat onszelf; we zijn immers primaten. Dat is de theoretisch wetenschappelijke benadering.

          Je kunt de vraag ook feitelijk benaderen; dat is een stuk lastiger. Laat ik een – let wel: theoretische – poging doen, waarbij het niet om de woorden gaat, noch om het beeld dat ze oproepen, maar om waar ze feitelijk voor staan. Om die vraag beantwoord te krijgen, moeten we naar onszelf kijken.

          Er liggen allerlei biologisch bepaalde strategieën, die moeten zorgen voor voedsel, veiligheid en voortplanting, aan ons gedrag ten grondslag, maar dat is maar een deel van het verhaal. We verschillen daarmee niet van andere primaten of diersoorten. Maar in de moderne mens is in de afgelopen pakweg 300.000 jaar cognitie geëvolueerd. Cognitie – het denken, bewustzijn – bepaalt in hoge mate ons gedrag. Daar ligt de oorzaak van het probleem en dat kunnen we bij onszelf observeren zoals het zich voordoet.

          De manier waarop het denken functioneert – de psycho-mechanika van het denken – veroorzaakt dualiteit. Het denken verdeelt de waarneming van de werkelijkheid in identiteiten en bouwt uit die identiteiten een beeld op van de werkelijkheid die de werkelijkheid dus niet is, maar verbeelding. Vervolgens vindt identificatie plaats met die identiteiten. We identificeren ons met onszelf en de onzen en scheiden ons daarmee af van de anderen die precies hetzelfde doen. Zo denken we ons los van de wereld, van het andere en de ander. Die dualiteit is in potentie conflict.

          Dus als de kwaliteit van ons bewustzijn verdeeld is, is alles wat uit dat bewustzijn voortkomt ook verdeeld. Die verdeeldheid manifesteert zich via ons handelen en materialiseert in de realiteit. De wereld die we zo hebben gecreëerd, met al zijn dogma’s, ideologieën, nationaliteiten, politiek, godsdienst, economie en helaas ook wetenschap is gebaseerd op verdeeldheid.

          Uit identificatie ontstaat egocentrisme en zelfzucht. Omdat we ons afscheiden zijn we bang voor onszelf en de ander. Ziedaar de oorzaak van het onnoemelijke leed dat we onszelf en elkaar aandoen, de schrijnende ongelijkheid, de armoede, honger, overbevolking, milieuverontreiniging, klimaatverandering en de niet aflatende oorlogen; de grote, maar ook de subtiele strijd die we buiten en in onszelf voeren.

          De ware oorzaak ligt dus in de manier waarop het denken functioneert. Dat is geen veroordeling; het denken kan niet anders functioneren. Het is tot grootse prestaties in staat, maar ook tot totale vernietiging. Het is gelukt door samenwerking mannetjes op de maan te lopen; daar is grote intelligentie voor nodig. Die samenwerking was echter  het resultaat van competitie met de toenmalige USSR. Zoals een hond zijn poot optilt tegen een lantaarnpaal, zo werd een vlaggetje in het maanstof gestoken. Dat is geen intelligentie, maar waanzin.

          We zijn ons niet bewust dat identifatie berust op verbeelding. We kunnen dit bij onszelf toetsen door als neutrale toeschouwer naar onszelf te kijken, onszelf te observeren, zonder oordeel, zonder richting, zonder doel. Daar is genadeloze eerlijkheid voor nodig en daar ligt de moeilijkheid. Want we zijn bang, niet voor de spiegel, maar voor wat we daar in zouden kunnen zien.

          En zo is de menselijke geschiedenis tot ver in voorhistorische tijden een aaneenschakeling van conflicten die niet op zichzelf bestaan – en dus niet op zichzelf kunnen worden begrepen en opgelost – maar in hun onderlinge samenhang, omdat ze dezelfde oorsprong hebben.

          Als we het conflict in onszelf doorzien, is dat inzicht de beëindiging van het conflict. Als ons handelen niet langer door conflict wordt aangestuurd, wat gebeurt er dan? Wat is dan de kwaliteit van ons bewustzijn? Het feitelijke beantwoorden van die vraag is de uitdaging die er werkelijk toe doet.

  4. Ik weet niet of de gemeente Den Bosch dat bord mag weghalen, eerlijk gezegd. Op het moment van instorten was het huis particulier bezit, hoe het nu is weet ik niet. De eigenaar heeft toen direct uitgesproken het historische pand in de originele staat weer te willen herbouwen. Het bord is waarschijnlijk van het bouwbedrijf en heeft niets met de gemeente te maken.

    1. Huibert Schijf

      Het bouwbedrijf heet van den Boowhuijsen. Dat staat gewoon op het spandoek. En zulke ronkende teksten kun je aan dat soort bedrijven wel overlaten. Amsterdam is er mee vergeven. JonaL ziet er meer in dan nodig is.

Reacties zijn gesloten.