Messias (3)

4QTestimonia; vier teksten over de messias (Jordan Museum, Amman)

Ik heb in de twee eerste stukjes (één, twee) verteld hoe het messianisme is ontstaan als een droom over een betere koning, afkomstig uit het huis van David. De eindtijdverwachtingen die in het christendom een rol zijn gaan spelen, ontbraken in het jodendom aanvankelijk, maar zijn wel gedocumenteerd. Misschien is dit een latere ontwikkeling. De combinatie van een koning die én eschatologisch is én de Mensenzoon is die het Laatste Oordeel velt, zo normaal in het christendom, is in het antieke Jodendom volstrekt marginaal. Uit de meer gangbare teksten, zoals Psalm van Salomo 17, valt eigenlijk vooral een compleet seculiere profielschets af te leiden.

Twee messiassen

Er schuilt echter een tegenstrijdigheid in het takenpakket van de ideale vorst uit de zeventiende Psalm van Salomo. Enerzijds is de messias een krijger, maar anderzijds verricht hij taken die rituele reinheid vereisen. Misschien is dit de reden waarom er ook teksten zijn waarin naast de koninklijke messias een tweede messias voorkomt met een minder krijgszuchtig karakter. Het is ook mogelijk dat het idee van een dubbele messias een reactie is geweest op de Hasmonese leiders, die én hogepriester waren én de wereldlijke macht uitoefenden. De dubbele messianologie kan een uiting zijn van correct constitutioneel gedrag: de functies van krijger-koning en hogepriester dienden gescheiden te blijven.

Wat de herkomst van het idee ook zij, het bestond. De samensteller van een bloemlezing van messiaanse schriftpassages, de hierboven afgebelde 4QTestimonia, weet bijvoorbeeld dat de loot van David zal verschijnen met de “onderzoeker van de Wet”. Het Damascusgeschrift, zeg maar de grondwet van de sekte van de Dode-Zee-rollen, spreekt enkele keren de verwachting uit dat in de Eindtijd naast de messias van Israël ook een messias van Aäron zal verschijnen.

Een ander voorbeeld is de beschrijving van de eschatologische maaltijd, waarin de priesterlijke messias gaat aanzitten op een betere plek dan zijn koninklijke collega. “Zoals de hemel boven de aarde is,” observeerde de auteur van de Testamenten van de twaalf aartsvaders, “zo is Gods priesterschap verheven boven de aardse heerschappij”. Het is denkbaar het idee van de dubbele messias ook in de praktijk is toegepast. In 132 na Chr. kwamen de Joden tegen Rome in opstand onder leiding van de messias Bar Kochba, het “sterrenkind”. Een rabbijnse bron, Klaagzangen Rabbah, vermeldt naast Bar Kochba nog een priester, Eleazar, en we weten dat in diens naam munten zijn geslagen. Het is een aantrekkelijke gedachte dat hij Bar Kochba’s priesterlijke messias was.

De priesterlijke messias

Er zijn enkele teksten waarin de priesterlijke messias alleen optreedt, zonder collega, wat niet zo vreemd is omdat hogepriesters vanouds werden gezalfd en dus als het ware een eigen mandaat hadden. Het Dode-Zee-rolfragment dat bekendstaat als Aäronidische tekst A vertelt hoe de toekomstige hogepriester zijn tijdgenoten zal laten delen in zijn wijsheid en dat hij

verzoening zal doen ten behoeve van de kinderen van zijn generatie en gezonden zal worden naar alle kinderen van zijn volk.

Helaas, zo vervolgt de tekst, het onderricht mag dan zijn zoals God het wil en mag de duisternis dan verdrijven tot aan de einden de aarde, uiteindelijk zullen tegenstanders de priesterlijke messias belasteren, zodat zijn tijdgenoten zullen dwalen en verstrikt raken. In de tekst die bekendstaat als 11Q13 draait het om Melchisedek, de hogepriester die ooit Abraham had gezegend en die zou terugkeren om een einde te maken aan de heerschappij van Belial.

Hoe invloedrijk het idee van een priesterlijke messias was, is moeilijk uit te maken. De Aäronidische tekst was vermoedelijk niet sektarisch en kan in bredere kring bekend zijn geweest, zodat ze een model kan zijn geweest dat de volgelingen van Jezus van Nazaret gebruikten om de dood van hun meester een plaats te geven. Zij kenden zeker de ideeën over Melchisedek, want ze worden aangehaald in de Brief aan de Hebreeën, waarin Jezus geldt als de perfecte hogepriester.

Overigens: deze priesterlijke messias is onmiskenbaar eschatologisch van aard, maar hij is dus niet dezelfde als de Mensenzoon die het Laatste Oordeel zal vellen. De priesterlijke messias is een menselijk figuur.

Profeet zoals Mozes

Er zijn nog meer messianologieën gedocumenteerd, zoals de “profeet zoals Mozes”. Deuteronomium kondigt aan dat God profeten zou doen opstaan als Mozes, die men moest gehoorzamen. Deze regel was niet zonder weerklank gebleven. Hosea en Jesaja hadden al gespeeld met de gedachte van een nieuwe Uittocht en de Joodse historicus Josephus noemt verschillende mannen die zich in de eerste eeuw aandienden als nieuwe Mozes.

  • In 36 kondigde een profeet aan dat hij op de berg Gerizim, waar volgens de samaritanen de tempel diende te staan, vaatwerk zou tonen dat Mozes daar had begraven. Toen de aanhangers van de samaritaanse profeet bewapend bleken te arriveren, stuurde prefect Pontius Pilatus de cavalerie eropaf.
  • In de jaren vijftig nodigde een anonieme profeet zijn volgelingen uit met hem de woestijn in te trekken.
  • Niet veel later kwam een Egyptenaar, ongetwijfeld met aanhang, de andere kant op en rukte op naar Jeruzalem.
  • Theudas modelleerde zijn optreden niet op dat van Mozes, maar op dat van diens opvolger Jozua: hij voorspelde dat de Jordaan in tweeën zou splijten om hem en zijn aanhangers doortocht te verlenen naar het Beloofde Land.

Al deze profeten werden om het leven gebracht, maar dat was niet voldoende om het idee te doen verdwijnen: nog in 448 na Chr. volgden de Joden van Kreta een nieuwe Mozes, die hun beloofde dat hij de zee zou splijten om een weg naar Jeruzalem te openen. Sommigen betaalden voor hun geloof met de verdrinkingsdood.

De profeet als Elia

Een ander figuur lijkt als taak te hebben gehad de koninklijke messias aan te kondigen en wordt wel vergeleken met de profeet Elia. Van deze profeet werd verteld dat hij zijn leerling Elisa tot profeet zalfde en dat hij met zijn gebed God had kunnen overreden een overleden kind te laten herleven. Het eerste maakte associaties mogelijk met de messias en het tweede maakte Elia bij uitstek geschikt om het aanbreken van de Eindtijd aan te kondigen: dan zouden, althans volgens sommige joodse groepen, de doden immers opstaan.

Een fragment uit de Dode Zee-rollen, 4Q521, vermeldt dat een Elia-achtig personage de gevangenen zal bevrijden, blinden zal doen zien, gebogenen zal oprichten, gewonden zal genezen, “de doden zal doen herleven en de ootmoedigen de blijde boodschap zal brengen”. Het is denkbaar dat Jezus van Nazaret zijn optreden naar Elia modelleerde en dat zijn leerlingen deze rol toekenden aan Johannes de Doper.

[Wordt vervolgd.]

Deel dit:

7 gedachtes over “Messias (3)

  1. sara

    Ik ben van mening dat het messianistisch wensdenken past binnen het ideologisch denken. En dus eerder politiek/sociologisch geduid moet worden dan religieus.

    In Sumerië schreven dichters (of: de ‘media’) al ophemelende verzen over hun vorst, in termen die veel overeenkomsten vertonen met we aantreffen bijvoorbeeld in sommige psalmen.
    De koning vult de graanschuren, hij zorgt voor de overwinning in de oorlog, hij is een uitstekend jager, hij is begiftigd met grote wijsheid. Kortom, overal was hij de beste in.
    Zijn uitmuntendheid bleek samenvattend op de gebieden van godsdienst en sociaal/militaristisch/staatkundig gedrag.

    Een terugkerend thema in de hymnen is die van de landbouwer die zorgt voor voldoende graan, die de stallen vult met vee, hij beschermt het land, hij is de Vader: “hij maakt het vlees des mensen zoet”.
    Maar daarnaast bezat hij ook een onverzadigbare behoefte aan faam en glorie door middel van moedig optreden in het gevecht.

    De dichters werden niet moe te herhalen hoe zijn zoete en edele naam geëerd zal worden tot in het einde der tijden, verre landen. Ze hebben gelijk gekregen. Het enige wat verandert is de naam van de goede herder.

    Als ik zie hoe men onze koning prijst als hij ziekenhuizen, veteranen, zorgcentra bezoekt, kan ik een glimlach niet onderdrukken. De speedboot van 2 millioen in corona-tijd is snel vergeten. Onze koning is net zo dubbel als al die messiassen uit het verleden en in de toekomst.

    Grote groepen in een samenleving hebben blijkbaar nog steeds behoefte aan een ideaal-figuur die hen zal beschermen en naar het beloofde (boreale) land zal leiden, of dat nu America, Nederland of Israël heet. En zie wat een ellende ervan komt.

    1. Ben Spaans

      ‘Loop nooit een knul achterna Doe Maar niet mee…
      Hitler is dood, laat ‘m dat blijven, Idi Amin, tijd niet gezien, Francisco Franco, weg zijn hun lijven, maar hun ideeën zijn nog te zien…’

      (Ooit een liedje van Farce Majeure uit hun jaren tachtig periode, naar aanleiding van het stoppen van de popgroep Doe Maar, met de hysterische fans tegen het einde. Helaas niet terug te vinden op het Web.)

    2. Robbert

      Messias “eerder politiek/sociologisch … dan religieus”: dat was bij de Israelieten/Judeeers/Joden toch een pot nat? JHWH ramde er via zijn uitverkorerenen lustig op los.
      Wat ik bizonder vind bij dit krijgslustige geheel is dat er ondertussen stemmen opgingen ten gunste van de “ootmoedigen”.
      Zijn er vergelijkbare ontwikkelingen in Sumerische/Babylonische/Griekse/Romeinse teksten?

      1. sara

        @ Robbert:
        je vraag kan ik niet zo een twee drie beantwoorden. Maar in eerste instantie zou ik zeggen ‘ja’, omdat het steeds weer terugkerende fenomenen zijn.
        Ik heb trouwens nog een mooi voorbeeldje van hoe ideologie/politiek een rol speelde bij het tot stand komen van de Torah.
        Er was tussen de joden een richtingenstrijd tussen de Samaritanen (op de berg Garizim stond hun heiligdom) en de joodse elite in Jeruzalem (teruggekeerd uit Babylonië). De ene groep had Abraham als stamvader, en de andere had Jacob. Men kwam overeen om Abraham maar vader van Jacob te maken, zodat beide partijen tevreden waren.
        Met de Torah wilde men als joden tijdens de Perzische overheersing de eigen identiteit en wetten vastleggen. Het had niets met geloof te maken, maar het ging om duidelijk te maken wat de wet voorschreef.
        Maar met de Torah was de richtingenstrijd nog niet ten einde. Later, tegen de 4e E v C waren de Profetenboeken nodig om het pleit verder te beslechten. De geleerden van de Tempelschool in Jeruzalem werden als goede joodse professoren ervoor betaald om tegen elkaar te strijden.
        Uiteindelijk gaf in de 1ste E n C Josephus Flavius de doorslag: hij verklaarde namelijk dat de Profeten goddelijk geinspireerde geschiedenisschrijvers waren, die elkaar niet tegenspreken!
        Lust u nog peultjes …?

        (Emiritierter Professor für das Alte Testament und Biblische Umwelt, Ernst Axel Knauf, heeft hier veel interessants over te vertellen.)

        1. Robbert

          Bedankt voor de reactie. Knaus lijkt me interessant maar op voorhand verbazen je interessante anecdotes me niet. Wat de “ootmoedigen” betreft, Jona merkte eens op dat Bijbel/OT zich van andere klassieke teksten onderscheidt door aandacht voor “gewone mensen”, ik kan dat niet meer terugvinden, het onderwerp komt nog wel eens terug.

Reacties zijn gesloten.