Op aanraden van een goede Faceboekvriendin kocht ik ruim een decennium geleden de roman De heksen van Smyrna (2001) van de Griekse schrijfster Mara Meimaridi , in een Nederlandse vertaling uit 2006, uitgegeven bij Wereldbibliotheek, Amsterdam. Hoewel ik heel redelijk met Nieuw-Grieks uit de voeten kan heb ik expliciet voor deze vertaling gekozen: ten eerste omdat Nieuw-Griekse literatuur vanuit Nederland lastig te verkrijgen is, en ten tweede omdat de vertaling van de hand is van Hero Hokwerda, zo’n beetje de meest prominente vertaler van Nieuw-Griekse literatuur in het Nederlands en bekend vanwege zijn recente vertalingen van boeken van Níkos Kazantzákis.
Omdat ik hier bewust voor een vertaling heb gekozen heb ik hieronder een paar opmerkingen over vertalen en specifiek deze vertaling gemaakt. Wie hier niet op zit te wachten kan gerust de rest van de volgende paragraaf overslaan.
Vertalen
Vertalen is per definitie een bijzonder interessante bezigheid, of het nu om de bijbel, literatuur, oude verhalen of wat dan ook gaat. Je moet hierbij keuzes maken die niet per definitie goed of fout zijn, maar afhankelijk van factoren als de doelgroep, het doel van de vertaling en zo voort. Je kunt hierbij grofweg twee soorten vertaalprincipes onderscheiden: formele en dynamische equivalente. In het eerste geval wordt de brontekst zo precies mogelijk in de doeltaal omgezet, met het risico dat de woorden van de brontekst waarvoor een – in dit geval Nederlands – equivalent is gebruikt, dit equivalent niet meer overeenstemt met de betekenis of gevoelswaarde die heden ten dage aan dit woord worden toegekend. En vaak bestaat er in de doeltaal ook geen echt equivalent en dan ontkom je niet aan een synoniem.
Om dit te ondervangen heeft men de dynamische of functionele equivalentie bedacht, waarbij de nadruk niet ligt op het vinden van een equivalent dat zo dicht mogelijk bij het origineel ligt, maar op de (gevoelsmatige en actuele) betekenis van de tekst. Wat mij betreft vallen de vertalingen van Hokwerda onder het laatste principe; dit is bijvoorbeeld al te merken aan de vertaling van de titel. Deze heeft Hokwerda letterlijk vertaald, behalve als hij het woord ‘heks’ gebruikt. In het Grieks staat hier mágisses (m.v. van mágissa) – men herkent hierin al het woord ‘magie’ – dat ’tovenaressen’ betekent. Het woord stamt uiteindelijk af van een substantief uit het Attisch dat ’toverkunst’ betekent. Dat Hokwerda mágisses met ‘heksen’ vertaalt is in het kader van de inhoud van dit boek logisch. Ons woord ‘heksen’ dat in zijn huidige betekenis uit de late Middeleeuwen/Renaissance stamt en een vertaling is van het Latijnse strix, verwees in eerste instanties naar tovernaressen zoals die in de Middeleeuwen en eerder bestonden. Later kwamen woorden als ’toverheks’ en ’toverkol’ in zwang en kreeg het begrip een bij uitstek negatieve connotatie. Het woord ’tovenares’ heeft een andere gevoelswaarde. Een exact equivalent voor onze ‘gemene toverheks’ kent het Nieuw-Grieks bij mijn weten niet, en dus gebruikte de schrijfster het algemene woord mágissa. Maar het woord ‘heksen’ zet de lezer wel op het juiste been, want de tovenaressen uit het boek zijn echt ‘heksen’ die zwarte magie bedrijven.
Met de plaatsnaam Smyrna doet de vertaler in zekere zin hetzelfde. De huidige Grieken spreken consequent van Smyrni zoals ze het ook over Thessaloniki hebben, en niet over de vroegere internationale benaming Salonica. Omdat Smyrni internationaal nog steeds bekendstaat als Smyrna, heeft Hokwerda kennelijk besloten deze benaming te gebruiken, teneinde de lezer niet op een onbekend been te zetten.
Mara Meimaridi
Mara Meimaridi behoort in het buitenland niet tot de vanzelfsprekend bekende schrijfsters, maar dat ligt in Griekstalige gebieden anders. Het betreffende boek werd in de jaren 2005/2006 tot een dramaserie bewerkt die op de Griekse zender Mega werd uitgezonden.
Mara Meimaridi – haar geboortedatum heb ik nergens kunnen ontdekken, maar ik schat tussen 1960 en1965 – werd geboren in Kastella, Piraeus, de havenstad van Athene. Zij heeft zich academisch bekwaamd in diverse disciplines: culturele antropologie (Athene), archeologie (Parijs, Sorbonne) en geneeskunde, en studeerde later astrofysica. Als student nam ze deel aan archeologische opgravingen op Myceense begraafplaatsen. In Frankrijk studeerde zij vervolgens medische antropologie aan de Jussieu-Ecole de Medecine de Saint Peres, waar ze cum laude afstudeerde. Na terugkeer naar Griekenland nam hij deel aan opgravingen in Abdera, waarbij zij het skeletmateriaal bestudeerde. In Athene werkte ze een aantal jaren in het onderzoek naar fysiologie en oncologie bij kinderen. Zij promoveerde op ‘Oncologische kenmerken van Griekse kinderen – een radiodiagnostische studie’ aan het Radiologielaboratorium van de Universiteit van Athene. Momenteel woont en werkt zij in Athene als docente aan de Medische School van de universiteit. De heksen van Smyrna is haar eerste roman. Ze heeft haar eigen (griekstalige) website.
Smyrna
Het boek speelt zich grotendeels af in het negentiende-eeuwse Smyrna, het huidige Izmir, in het Ottomaanse rijk waarbinnen Smyrna, buiten de oorspronkelijke Griekse gebieden, de meest ‘Griekse’ stad is. De kosmopolitische havenstad, als zodanig enigszins vergelijkbaar met Thessaloniki, was een smeltkroes van diverse bevolkingsgroepen: Grieken, Armenen, Joden, Turken, Koerden en zelfs Nederlanders, en van diverse godsdiensten: Orthodoxe en Rooms-Katholieke christenen, joden en islamieten. Mara Meimaridi weet de sfeer die deze mengelmoes oproept in een kleurig palet fraai weer te geven. Wie van de sfeer van de oosterse tak van de Rebetika houdt, de ‘Smyrna variant’, zal alleen al hierom van dit boek genieten. In zekere zin is Smyrna de ‘hoofdpersoon’ van het boek.
Smyrna is een oude stad en komt ook voor in het bijbelboek Openbaringen. De benaming zou afkomstig zijn van de naam van een koningin, Samornia, die over de streek rond de stad regeerde. Smyrna ontstond in de elfde eeuw voor Chr. als Aeolische kolonie. Bij de verovering van Smyrna door de Perzen in 545 voor Chr. werd de stad volledig verwoest omdat de stad had geweigerd de Perzen te steunen in hun oorlog tegen de Lydiërs. Alexander de Grote herbouwde Smyrna rond 330 voor Chr. na een oproep van het orakel van Clarus. Later, zowel binnen het Hellenistische als het Romeinse Rijk, was het reeds een belangrijke handel- en havenstad. In de zevende eeuw na Chr. werd de stad overvallen door Arabieren. Eeuwen later veroverden de Turkse Seltsjoeken de stad op de Byzantijnen, maar in 1079 heroverden zij de stad. In 1415 ging de stad na een turbulente periode deel uitmaken van het Ottomaanse Rijk.
De heksen van Smyrna
Als het boek in Smyrna begint bevinden we ons in het jaar 1888. Het boek begint echter een eeuw later in het jaar 1988 op het eiland Aegina, even ten zuiden van Athene.
Over de inhoud wil ik het volgende kwijt. Het boek heeft als motto:
Elke geloof vertelt wel ergens zijn verhaal
en dat van ons staat in dit boek.
Hoofdpersoon is de Griekse Eftalía die woonachtig is in de armoedige buurten – de machalades – van Smyrna en daar in contact komt met Attarti, een mysterieuze Turkse vrouw waarvan men fluistert dat het een tovenares (heks) is en Eftalía kennis laat maken met (zwarte) magie. De bezweringen en recepten die zij van haar leert zet zij op geraffineerde wijze in om de levensomstandigheden van haarzelf en haar dochter Katina te verbeteren.
Maar daarbij stopt het niet. Wat door Eftalía in gang is gezet wordt door haar dochter voortgezet. Hoewel Katina geen schone is, slaagt zij er in de ene machtige man na de andere om haar vinger te winden. Katina klimt hoger en hoger in de rago (orde van sociale klassen) en voert tenslotte het bevel over de handel, de banken en de tabakshandel van de stad. Hoe zij uiteindelijk heel Smyrna in haar macht krijgt wordt vele jaren later ontdekt door haar achternicht Maria die in een stoffige koffer een aantal dagboeken en schriftjes met bezweringsformules ontdekt. Netflix had het niet beter kunnen bedenken.
Met Smyrna zelf is het slecht afgelopen. Hoewel het Ottomaanse rijk na de Eerste Wereldoorlog had opgehouden te bestaan, krabbelden de Turken een aantal jaren later onder leiding van Mustafa Kemal Atatürk overeind, daartoe in staat gesteld doordat in feite de grote mogendheden de Grieken in steek hadden gelaten. In 1922 werd de stad verwoest door het leger van Kemal en de bewoners daarbij letterlijk de zee in gedreven, terwijl geallieerde schepen die op de rede lagen probeerden te redden wat er te redden viel. Wie zich in deze catastrofe en haar voorgeschiedenis wil verdiepen kan ik het boek Smyrna 1922 – The destruction of a city (1972) van Marjorie Housepian Dobkin aanraden. Wie zich wil verdiepen in Griekse magie kan niet om dit boek heen: Drawing down the moon van Radcliffe G. Edmonds (2019).
- Mara Meimaridi, De heksen van Smyrna (€5,00)
[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging Hans Overduin opnieuw in. Andermaal bedankt Hans!]
“daartoe in staat gesteld doordat in feite de grote mogendheden de Grieken in steek hadden gelaten”
Zucht. Zie Wikipedia, Grieks-Turkse Oorlog:
“Het Griekse leger boekte in de zomer van 1921 succes na succes. De verovering ging gepaard met moordpartijen en plunderingen. De Turkse bevolking van Izmir werd onderdrukt en vermoord door de Griekse soldaten waardoor vele van hen vertrokken naar het oosten van Turkije.”
De Grieken kwamen tot 15 km van Ankara en overal waar ze kwamen was het ditzelfde liedje.
Ja hoor, schandelijk dat de grote mogendheden niets deden toen de Grieken de gevolgen moesten ondervinden van wat ze zelf in gang hadden gezet. En nee, daarmee praat ik de Turkse gruwelijkheden niet goed. Ik wijs er alleen op dat van dit citaat maar weinig klopt – met name “in feite”.
Het is inderdaad zo dat de Turkse wandaden heel waarschijnlijk een reactie waren op de Griekse wandaden eerder die oorlog. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat de spiraal van wreedheden al veel eerder was ingezet en dat dit een laatste acte was (mogen we hopen) is een tragedie waarvan het begin onbekend is.
Het verhaal herinnerde mij in elk geval sterk aan de recente oorlog om Nagorno-Karabach, waar de wreedheden van de Azerische soldaten breed werden uitgemeten, maar waarbij voorbij gegaan werd aan vergelijkbare wreedheden van de Ameense bevolking tijdens de verovering van Azerische gebieden in 1993.
Of de iets minder recente Balkan-oorlogen waarbij tevergeefs een oorsprong van de wreedheden werd gezocht middels vermoeide verklaringen over ‘gestolen ezels’ door overgrootvaders in een grijs verleden. Het houdt nooit op.
Wat leuk om dit boek aan mijn leeslijst te kunnen toevoegen en om te ontdekken dat de auteur van dit stukje nog veel meer lezenswaardigs over de Griekse cultuur en geschiedenis op Sargasso heeft geschreven. De catastrofe van Smyrna staat veel Grieken helder voor de geest. Een jaar of twintig geleden raakte ik in gesprek met een stokoude groenteboer die er zelf bij was geweest.
Hokwerda is inderdaad een jaloersmakend knappe vertaler, maar ik vraag me af of de titel zo’n dynamisch equivalent is waar hij zijn zesde zintuig voor nodig had. Is ‘heks’ niet gewoon een van de letterlijke betekenissen van μαγισσα, met vaak dezelfde negatieve connotatie? Een kυνήγι μαγισσών is een heksenjacht, geen jacht op Attische tovenaressen, en als Charis Alexiou zingt Μ’ έλεγαν μάγισσα bedoelt ze dat ze voor heks werd uitgescholden.
Of zij ook een heks is, weet ik niet. Maar betoverend is Charis Alexiou in elk geval…