De niet-kerstster

Munt van Bar Kochba met de tempel en de messiaanse ster (British Museum, Londen)

Nee, er waren geen Drie Koningen bij de geboorte van Jezus. En ook geen Drie Wijzen. En evenmin was er een ster. Ik weet het, ze staan allemaal in elke kerststal, samen met een ouderlijk paar, een baby Jezus, een os, een ezel, een kudde schapen, minimaal één engel en een onbepaald aantal herders. Maar hoe charmant kerststalletjes ook zijn, opgemeld drietal heeft niets met de geboorteverhalen te maken. In de middeleeuwse volkscultuur zijn twee tradities samengevoegd die weinig met elkaar te maken hebben.

Brefos en paidion

Lukas beschrijft in zijn evangelie Maria’s zwangerschap, een volkstelling, een tocht van Nazaret naar Bethlehem, geen plaats in de herberg, de geboorte en de herders. In dit verhaal is sprake van een baby, brefos. Niets van dat alles bij Matteüs, waar Maria in een huis in Bethlehem woont als de oosterse wijzen haar kind komen vereren. Het kind is geen brefos meer maar is al een paidion. Dat woord beschrijft een oude baby of een jonge peuter, laten we zeggen een kind van tussen de zes maanden en twee jaar. Matteüs geeft dit ook aan als hij het heeft over de kindermoord: de slachtoffers waren geen baby’s maar kinderen tot twee jaar.

De evangelisten vertellen dus verhalen over twee verschillende gebeurtenissen die enige tijd uit elkaar liggen: enerzijds het herdersbezoek bij de geboorte en anderzijds het bezoek van de wijzen. De eerste christenen hebben dat verschil nog begrepen, want als ze hadden gemeend dat het één gebeurtenis was, zouden ze, toen ze besloten dat ze zowel de geboorte van Jezus als het bezoek van de wijzen (“epifanie”) zouden vieren, wel hebben gekozen voor één datum. Het werden er twee: 25 december en 6 januari.

Aster

Ik zal later nog eens spreken over wie die wijzen waren (namelijk magiërs) en over hun aantal (geen drie). Vandaag iets over die niet-kerst-ster.

Het heeft niet ontbroken aan pogingen een hemelverschijnsel te vinden dat de wijzen gezien zouden kunnen hebben, waarbij het niet helpt dat de datum van het bezoek onbekend is. Wie zich met deze puzzel bezighoudt, kan altijd wel een moment tussen 7 en 4 v.Chr. vinden waarop het hemelverschijnsel naar keuze zich heeft voorgedaan. Het enige wat we zeker weten is dat Matteüs het Griekse woord ἀστήρ, aster, gebruikt, dat verwijst naar een ster of eventueel een vallende ster. Theorieën over planeetsamenstanden zijn daarom onwaarschijnlijk. Daarvoor gebruikten de Grieken andere woorden.

Numeri

Vermoedelijk is de hele queeste echter misguided. Matteüs’ verhaal over de begroeting door de magiërs is een vlechtwerk van bijbelpassages en een van die passages is Numeri 24.17-19, de zegen die Bileam uitspreekt over het volk van Israël. De auteur van dit verhaal, die vermoedelijk leefde in de late zevende eeuw v.Chr., had waarschijnlijk koning Josia op het oog.

Wat ik zie is niet in het heden,
wat ik waarneem is niet nabij.
Een ster komt op uit Jakob,
een scepter uit Israël.
Hij verbrijzelt Moab de slapen,
de kinderen van Set slaat hij neer.

Omdat de regering van Josia niet het blijvende succes was geworden waarop men had gehoopt, braken latere generaties zich het hoofd over de betekenis van deze regels. Vanaf de vroege eerste eeuw v.Chr., toen het idee van een messias zijn intree deed in het jodendom, werd het uitgelegd als vooruitwijzing naar de messias. Voorbeelden zijn het Damascusdocument en de Oorlogsrol uit Qumran, het Testament van Juda (dat niet goed te dateren valt) en de Aramese vertalingen van Numeri.

Kortom: een literair motief.

Deel dit:

10 gedachtes over “De niet-kerstster

  1. Martin

    “Vermoedelijk is de hele queeste echter misguided.” Ik denk dat het propaganda was, het hoeft dus niet waar te zijn.

  2. jacob krekel

    “Ik denk dat het propaganda was…”. Inderdaad, de propaganda fide. (=de verbreiding van het geloof)
    En verder: geen enkele ster vertoont het gedrag de de ster van Bethlehem vertoonde. De ster is deel van het decor van het toneel waarop het heilige verhaal van Mattheus zich afspeelt. Zoeken naar de ster is zoeken naar het decor ipv te proberen te verstaan wat Mattheus wil zeggen. Iets dat bij fundi’s veel voorkomt.

  3. sara

    Om de astro-mythologische invalshoek wat meer body te geven:
    Heel wat goden/godheden/ zonnegoden werden op 25 december geboren. Om een paar te noemen: Horus, Attis, Krishna, Dionysus, Hermes, Mithra, Jezus.
    Waarom op die dag?
    De meest heldere ster die op 24 december te zien schijnt te zijn, is Sirius. Deze staat dan in lijn met de 3 meest heldere sterren van de Orion constellatie. Deze 3 heldere Orionsterren noemde men vroeger de drie koningen, de drie magi. Deze drie sterren en de grootste, Sirius, wijzen dan naar de zonsopgang op aarde op 25 december.
    Zo volgden de drie ‘koningen’ de ster in het oosten (Sirius) om de zonsopgang te zoeken, de geboorte van de zon c.q. de zonnegod c.q. vul maar in…
    De egyptische naam van Sirius was Soptet, wat ‘zwangere vrouw’ betekende.
    Ik laat het hier even bij, anders wordt het te lang. Natuurlijk speelt de winterzonnewende ook nog een mythologische rol.

    1. Dirk

      De enige sterren in Orion waarmee de zon en Sirius min of meer in lijn staan (ik zou het niet goedkeuren als mijn leerlingen dit een rechte lijn zouden noemen) zijn Alnitak, Alnilam en Mintaka, Orions gordel. De relatieve positie van deze sterren tegenover elkaar is niet afhankelijk van de datum, tenminste niet met het blote oog. Sirius, de helderste ster aan onze hemel, kan je bovendien lang voor en lang na 24 december bewonderen. Alnitak, Alnilam en Mintaka lopen de prijs ‘Orions helderste sterren’ mis. Betelgeuse -hoewel veranderlijk-, Bellatrix en Rigel zijn stuk voor stuk helderder.
      Over Mithras en 25 december is het hier al eerder gegaan.

      1. vgent

        Deze drie sterren, die traditioneel de riem of de gordel van Orion uitbeelden, staan inderdaad ook bekend als de Driekoningen maar deze benaming is niet zo oud als vaak beweerd wordt. Voor zo ver mij bekend duikt deze benaming pas eerst op in de Spieghel der Zeevaerdt (1584) van Lucas Jansz Waghenaer, waar, in het eerste deel op p. 19, sprake is van de “drie Coninghen ofte de wapen Rieme vanden Reuse”.

    2. Martin

      De periodiciteit (= wetmatigheid) in de sterrenwereld is altijd fascinerend geweest. Het ligt wel voor de hand om daar een betekenis aan te hechten. Zoals Kepler zei: Harmonia Mundi. Met de opkomst van de natuurwetenschappen is de astrologie tot apekool gereduceeerd, alhoewel mijn broer de econoom astrologie wel serieus neemt, maar dat komt doordat theoretische economie ook een soort astrologie is.

  4. Martin

    Het gaat hier wel vaker over historie constructie. Ik lees een Duits boekje over de Middeleeuwse geschiedenis. Daarin staat
    “Seit dem heiligen Augustinus (354-430) nahm man an, daß Gott mit
    seiner Erschaffung der Welt in sechs Tagen zugleich auch den künftigen Ablauf der Geschichte seiner Schöpfung vorgezeichnet habe. Jedem Schöpfungstage, so meinte man, entspreche ein weltgeschichtliches Zeitalter, und zwar so, daß mit der Geburt Christi das letzte
    Zeitalter begonnen habe, das Zeitalter, dessen Ende durch die Wiederkunft Christi und durch das Ende der Geschichte herbeigeführt werde.”

    De geschiedenis lag dus al vast. Ik ben daarnaar op zoek gegaan toen ik las over het Deutsche Reich Römischer Nation; wat had het Duitse rijk met Rome te maken? Translatio Imperii, dat Duitse Rijk was zogezegd de opvolger van ( de verschoven versie van) het Romeinse Rijk. Hoe men in het verleden de geschiedenis construeerde is waanzinnig.

    1. Martin

      Te snel opgeschreven. Het is: das Heilige Römische Reich Deutscher Nation. Dat klinkt ook logischer.

Reacties zijn gesloten.