
Vandaag bezoekt paus Franciscus, die momenteel een vierdaags bezoek aan Irak brengt, onder meer Mosul, waar hij een gebed zal uitspreken voor de slachtoffers van de strijd tegen de zogenaamd Islamitische Staat. Het zal ongetwijfeld uit het oogpunt van veiligheid een van de meest spannende locaties van zijn reis zijn. IS mag dan officieel verslagen zijn, in de praktijk plegen aanhangers van IS nog altijd aanslagen in wat eens hun zelfbenoemde kalifaat was.
In juni 2019 bezocht ik met een internationale groep het noorden van Irak om te zien wat er na de val van IS over was van de oude Assyrische sites. Dat was, zoals bekend, niet veel. Uiteraard stond Nineveh in Mosul ook op het programma. Nineveh ligt in het deel van Mosul dat de strijd redelijk goed heeft overleefd. De bewoners hadden het ogenschijnlijk normale leven weer opgepakt en dat deel van de stad lag er vredig bij. De oude binnenstad echter, aan de andere kant van de Tigris, was een totaal ander verhaal.

We reden langs de volledig aan puin geschoten en gebombardeerde huizen naar de Al-Nouri moskee, waar IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi in juli 2014 het kalifaat uitriep. Het lot dat drie jaar later de moskee trof zal iedereen zich nog herinneren.
Vanaf daar liepen we naar O.L. Vrouwe van de Klok, een katholieke kerk, gebouwd in de jaren zeventig van de negentiende eeuw door de dominicanen en zwaar beschadigd geraakt in de strijd tegen IS, nadat het in 2006 al gedeeltelijk was verwoest in de Irak-oorlog.

Het werden enkele zeer indrukwekkende uren. Wat mij met name is bijgebleven is de absolute stilte die er heerste. Geen geluiden van mensen of van verkeer, alleen maar die lege verwoeste huizen, de restanten van de moskeeën en kerken, het geknars van je eigen voetstappen. Her en der ontdekten we toch winkeltjes, een bakkerijtje en, in mijn ogen enigszins wrang, een doe-het-zelf-winkel met de potten verf opgestapeld op de stoep. Overigens is inmiddels, dankzij donaties van de Verenigde Arabische Emiraten, de restauratie van onder meer de al-Nouri-moskee begonnen.

We overnachtten in het “goede” deel van de stad en dineerden aan de Tigris. Waar je normaal uitzicht zou hebben op de lichtjes van een levend deel van de stad aan de overkant van de rivier zag je nu alleen de donkere contouren van de oude binnenstad met als enige uitzondering een pretpark met een groot reuzenrad waar ze in het Midden-Oosten om de een of andere reden zo dol op zijn.

Ook Nineveh, waar de Koerden bij de bevrijding van Mosul zo netjes omheen getrokken zijn, ontliep haar lot niet. De beelden die IS verspreidde toen zij de tombe van de profeet Jona hadden opgeblazen gingen de wereld rond. Ook op die plek resteerde slechts het puin.

En toch, ik zou zo graag willen dat Irak eens op een andere manier bekend wordt. Dat is precies waarom ik er zo blij mee ben dat de paus de stoute schoenen heeft aangetrokken en het land met een bezoek vereert. Het is zo’n enorme opsteker voor de mensen daar en zo’n mooie kans voor Irak om zich eens van zijn beste kant te laten zien.
Het land heeft veel te bieden, er ligt zo’n lange geschiedenis. De Sumerische sites in het zuiden, niet in de laatste plaats het ook door de paus bezochte Ur, zijn natuurlijk bijzonder interessant en verdienen veel meer toeristen dan er nu komen. Het zuiden is relatief veilig en ook in het uiterste noorden, de Koerdische Autonome Regio, heb je niets te vrezen. Irak is daar, met het bergachtige landschap, op z’n mooist. Kortom, het land verdient in veel opzichten een betere pers dan het nu in het westen krijgt. De paus heeft alvast zijn best gedaan.

[Een gastbijdrage van Marjon Verburg.]
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.