
[Er loopt, om zo te zeggen, een weg van de oudheidkundige data naar de feiten. Onderzoekers hebben geschreven teksten en materiële resten en etnografische vergelijkingen; die combineren ze zo logisch als mogelijk; en zo bepalen ze wat ooit het geval is geweest. Vaak vergeten onderzoekers echter welke weg hun voorgangers hebben afgelegd. Of ze negeren het gewoon. Of ze denken dat, omdat iedereen het ergens over eens is, het wel waar zal zijn. De weg naar de data raakt zo uit beeld en achterliggende aannames raken vergeten.
Eerder deze week attendeerde ik op twee aldus veronderstelde feiten: dat de Drususgrachten in Nederland zouden hebben gelegen en dat Hadrianus in Voorburg zou zijn geweest, dat laatste puur omdat de stad naar hem genoemd was. Bij dat laatste schreef ik dat ook Tom Buijtendorp dit in zijn boek De vergeten stad zonder extra onderbouwing aanneemt. Hij schreef me dat hij in zijn proefschrift al schreef dat de naam Forum Hadriani geen bewijs vormt voor de aanwezigheid van de keizer en dat hij daarom in dat proefschrift andere aanwijzingen had genoemd. In De vergeten stad was daarvoor geen ruimte.
Dat is een keuze die in het genre vaker gemaakt moet worden. Een lastige keuze omdat de weg naar de data zo uit het zicht raakt. Buijtendorp stuurde me als persoonlijke toelichting een samenvatting van zijn argumenten, die fraai illustreert hoe complex en lastig overdraagbaar de argumentatie kan zijn, en hoe gemakkelijk daarmee de achterliggende aannames vergeten raken. Een duivels dilemma, waarbij het cruciaal is dat we daarover de discussie blijven voeren, ook hier.]
- De vierde-eeuwse verzameling keizerbiografieën die bekendstaat als Historia Augusta zegt van Hadrianus dat hij “alle garnizoenen en forten inspecteerde”. Dat hoeft op zich niet te betekenen dat hij dat ook aan de Beneden-Rijn deed, maar roept wel de vraag op waarom hij het leger langs de Rijn zou hebben genegeerd. Het ging om inspectie van de grens. Al eerder versterkte hij een zuidelijker sectie van de grens met palissades, en erna inspecteerde hij de bouw van de muur van Hadrianus.
- Er zijn aanwijzingen langs de route. Stuk voor stuk geen bewijs, maar bij elkaar opgeteld wel meer dan bij een route binnendoor. Om te beginnen is een bezoek aan Keulen aannemelijk omdat stadhouder Platorius Nepos daar verbleef, die later dezelfde functie kreeg in Brittannië. Het zou vreemd zijn als Hadrianus, terwijl hij dichtbij was, de provinciehoofdstad zou hebben genegeerd. Als hij niet in Lyon of Mainz overwinterde, is Keulen een goede kandidaat daarvoor.
- Na de overwintering is Xanten een logische volgende halteplaats omdat daar het Zesde Legioen Victrix lag, dat in deze jaren ook de oversteek maakte. De Haventempel in Xanten, met in Griekse stijl zuilen rondom, past bij de passie voor Griekenland van Hadrianus en is geïnterpreteerd als tempel, gewijd aan zijn voorganger Trajanus.
- In Nijmegen is er het fragment van een keizerlijke toespraak, gedateerd in de tijd van Trajanus of Hadrianus, met woordgebruik dat past bij Hadrianus’ beroemde toespraak in Lambaesis.
- In Vechten is er een commandantswoning die (net als Chesterholm) halverwege de verdediging van het “eiland” lag en uit de tijd van Hadrianus kan dateren, hoewel een bouw later in de tweede eeuw met de beperkte gegevens ook mogelijk is.
- De constructie van de verhoogde limes-weg, waarvan de omvang een keizerlijk initiatief suggereert dat zoals vaker na inspecties, in de jaren erop tot stand kwam.
- In Voorburg is in de jaren twintig van de tweede eeuw een bestaande nederzetting afgebroken om plaats te maken voor Forum Hadriani, een drastische ingreep die een keizerlijk besluit doet vermoeden .
- Daarbij komen aanwijzingen voor een landindeling met dezelfde oriëntatie, en misschien ook aanpassing van het Kanaal van Corbulo. De drastische ingreep van een dergelijke landindeling zou eveneens passen bij een keizerlijk besluit, maar met de huidige gegevens is onzeker hoe algemeen de aanpassingen waren, en zijn ze nog niet nauwkeurig gedateerd: in de tijd van Hadrianus of de decennia daarna.
Het blijven stuk voor stuk aanwijzingen zonder sluitend bewijs, zoals vaak in de oudheidkundige wetenschappen. In de inleiding van De vergeten stad merk ik daarom op dat ik voor de leesbaarheid toevoegingen als “mogelijk” en “waarschijnlijk” spaarzamer gebruik dan in een wetenschappelijk betoog gewenst zou zijn. Daarom volstond ik op blz.37 met “Waarschijnlijk overwinterde hij in een grote plaats als Lyon of Mainz, en stichtte daarna voorjaar 122 Forum Hadriani.” Maar het blijven lastige afwegingen.
[Een gastbijdrage van Tom Buijtendorp. Bedankt Tom!]
Goed dat je dit aankaart Jona. ‘Voor details kan de liefhebber terugvallen op mijn proefschrift en boeken met daarin de verwijzingen naar achterliggende bronnen’ schreef ik in mijn inleiding, maar ik realiseer me dat lang niet iedereen dat ook zal doen. Het blijft in publieksboeken een voortdurende uitdaging, dus goed als we elkaar scherp houden.
Zeker. Dit is het soort wetenschappelijke discussie waar ik nooit genoeg van krijg. In dit geval blijf ik een neutrale toeschouwer.
Wat frustrerend dat er in een publieksboek dan geen ruimte is voor belangrijke informatie als deze! Het is toch juist belangrijk dat dit soort argumenten en redenaties het brede publiek bereiken! Wie er dan niet in geïnteresseerd is, leest er voor mijn part maar overheen!
Ik denk dat er wel degelijk ruimte is. Het bovenstaande verhaal hoeft maar een paar pagina’s in beslag te nemen en dan weet je als lezer dat lang niet alles zeker is. En ik ga na het lezen van een boek soms op zoek naar een boek dat in de literatuurlijst staat, maar ik ga inderdaad geen proefschriften doornemen.
Ik wil aansluiten door aan te stippen dat bij de genoemde acht punten ook ideeën opborrelen waarvan je ook kan afvragen of dat allemaal in een boek kan worden opgenomen.
Bij punt 1. In de Historia Augusta wordt ook vermeld dat de soldaten over een langere tijd actief en getraind moesten blijven. Het bouwen van een stad is wel degelijk een activiteit. En die activiteiten zijn dan niet alleen militair maar ook religieus. De romeinse wereld is vol van goden en lares, huis en veld goden.
Bij punt 2 over de reisroute.
En Hadrianus bezoekt mogelijk Keulen, maar in Latijnse letters en waarden bezoekt hij CCAA, colonia claudia ara agrippiniensis., kolonie van de familie van de Claudii en altaar van de familie van Agrippa. In zijn boek “Divine Institutions” benadrukt Dan -El Pailla-Peralta, Princeton 2020, in schema 6.1 het belang van de religie. Militair, religieus en dan pas politiek In die volgorde denken de Romeinen. . Dus veronderstel ik dat Hadrianus ook de tempels van belangrijke steden heeft bezocht om daar zijn Fides, eed van trouw, aan de goden te betonen.En veronderstel ik verder dat hij daar offers heeft gebracht voor een komende expeditie naar Brittanica. Dan is een route Lyon met zijn altaar , CCAA met zijn altaar en dan de oversteek maken ook denkbaar.
En wellicht bezocht hij ook een tempel aan de benedenloop van de Rijn of gaf hij opdracht een nieuwe tempel te bouwen, wellicht een aanvulling op pagina 156 van het nieuwe boek over Forum Hadriani bij de ploegende Hadrianus in Voorburg met zijn stoet priesters.
Hans van den Hogen
Ik weet niet zeker of je bij Romeinen militair, politiek en religieus als aparte categorieën kan beschouwen.
Ik weet niet zeker of je dat 2000 jaar later nog wel als aparte categorieën kunt beschouwen.
De limes is aangelegd door Corbulo, Keulen is gesticht door Agrippa. Er is geen keizer voor nodig. Het beste dat er van bovenstaande argumenten te maken valt, is dat Hadrianus’ aanwezigheid niet is uit te sluiten.
Het begin van dat deel van de limes is een heel mooi voorbeeld bij het betoog van Jona. Lang was inderdaad de (vergeten) aanname dat Corbulo de stichter was. Inmiddels is duidelijk dat de meeste castella al in de tijd van keizer Caligula zijn gesticht. En ik durf het haast niet te schrijven, maar er zijn sterke aanwijzingen dat Caligula er bij was.
Durf het maar wel! Het wordt alleen maar spannender!
“Voor details kan de liefhebber terugvallen op mijn proefschrift”.
Graag! Waar is het te vinden?
Ik heb het vanmiddag opgezocht. Het proefschrift is ongeveer duizend bladzijden. Nooit gepubliceerd en via de VU te downloaden. Maar gemakkelijk vond ik het niet om het te vinden. Zelf heb ik geen enkele neiging om het te willen lezen. Het boek waar de discussie vandaag over gaat is naar ik aanneem een popularisering van een gedeelte van het proefschrift.
ook gevonden:
https://research.vu.nl/en/publications/forum-hadriani-de-vergeten-stad-van-hadrianus-ontwikkeling-uiterl