XII Fulminata aan de Eufraat

Het regenwonder, waarbij XII Fulminata werd gered, op de Zuil van Marcus Aurelius in Rome

Ik vertelde in het vorige stukje hoe XII Fulminata was onteerd in de Armeense oorlog. Het werd, zoals ik zei, nog erger.

Joodse Oorlog

In oktober 66 na Chr. had de gouverneur van Judea, Gessius Florus, militaire steun nodig om de controle over het in opstand gekomen Jeruzalem terug te winnen. Het Twaalfde (ondersteund door onderafdelingen van IIII Scythica en VI Ferrata) kwam, zag en keerde terug: de commandant had vastgesteld dat zijn strijdmacht niet sterk genoeg was. Dat was tot daar aan toe. Op de terugweg werd het legioen echter door de Joodse leider Eleazar, de zoon van Simon, verslagen. Aan de vernedering werd nog de schande toegevoegd: het legioen verloor zijn adelaarsstandaard.

Lees verder “XII Fulminata aan de Eufraat”

Hoe vroeg is het Johannes-evangelie?

(Mar Tadros, Behdidat)

Ik kreeg vragen over een podcast waarin iemand zou hebben verteld dat het Johannes-evangelie ouder was dan aangenomen. En het bleef niet bij één of twee vragen: inmiddels zijn het er negentien. Alle reden om me in de materie te verdiepen.

Een vroeg Johannes-evangelie

Eerst even dit: de Ongelooflijke Podcast is al vijf jaar een vast item van de Evangelische Omroep en daarin behandelen David Boogerd en Stefan Paas, zoals u al vermoedde, vragen over religie. Rond Pasen lieten ze Cambridge-hoogleraar  Geurt Henk van Kooten aan het woord, die kwam vertellen dat het Johannes-evangelie niet, zoals gebruikelijk, moet worden gedateerd aan het einde van de eerste eeuw na Chr., maar vóór de verwoesting van Jeruzalem in 70. Het argument is dat de evangelist spreekt over het Betzata-badhuis in de tegenwoordige tijd.noot Johannes 5.2.

Lees verder “Hoe vroeg is het Johannes-evangelie?”

De Boog van Constantijn

De Boog van Constantijn, zuidzijde

Het is de Week van de Klassieken: een ongezochte aanleiding om aandacht te besteden aan een van de beroemdste monumenten van Rome. De boog van Constantijn dus, niet ver van het Colosseum. Niet alleen is de boog beroemd, ze is ook een van Romes interessantste monumenten. Al in de zestiende eeuw wist de Italiaanse kunstenaar Giorgio Vasari (die van de kunstenaarsbiografieën) dat de boog reliëfs bevatte uit oudere monumenten.

De boog is opgericht in 316. Op 25 juli van dat jaar brak Constantijns tiende regeringsjaar aan en deze decennalia, zoals dat dubbele lustrum heette, moesten gevierd. Tot de geschenken die de keizer bij de feestelijkheden uitdeelde, behoorde onder meer de fenomenale Leidse Constantijncamee. Omdat de Romeinen vierden dat er allerlei moois was bereikt, is dit dus geen triomfboog maar een ereboog.

Lees verder “De Boog van Constantijn”

Faits divers (14): Palestina

Het sterrenbeeld Stier in Khirbet adh-Dhari (Jordan Museum, Amman)

In de reeks faits divers deze keer: driemaal de Oudheid van Israël / Palestina.

Tweemaal hetzelfde

Uiteraard beginnen we deze aflevering van de faits divers met wat er deze week weer verkeerd is in de Israëlische oudheidkunde. Nou, dat er een antieke horoscoop zou zijn ontsluierd (unveiled), zodat we een glimp opvangen van de mysterieuze sekte uit de woestijn van Juda. Deze oude tekst documenteert een wereldbeeld waarin iemands geboortedatum niet alleen iets vertelt over je toekomst, maar ook over je lichamelijke eigenschappen alsmede de balans van licht en duisternis in je geest.

Nou, hier wordt wat ontsluierd zeg! Het is gewoon de tekst die bekendstaat als 4Q186, waarvan drie fragmenten bekend zijn. Hier is wat de auteur heeft te melden over het sterrenbeeld Stier:

Lees verder “Faits divers (14): Palestina”

De bloeitijd van Palmyra

Athena/Allat (Museum van Palmyra)

In de lente van 130 na Chr. brachten de Romeinse keizer Hadrianus en zijn echtgenote Sabina een bezoek aan Palmyra. Het was inmiddels een behoorlijke stad geworden. In het oosten lag de tempel van Ba’al, in het westen lag een monumentaal stadscentrum. Daarvandaan liep een brede weg naar het zuiden, langs een oude tempel van de oorlogsgodin Allat naar een hellenistische woonwijk.

Nog indrukwekkender dan deze weg was de “Colonnaded Street”, van oost naar west. Aan deze straat lagen een Senaatsgebouw, een marktplein (agora) en de tempel van Nabu. De Colonnaded Street was elf meter breed en werd geflankeerd door portieken van zeven meter diep. Op de kruising met de zuidelijke weg stond de Tetrapylon: vier torens, bestaand uit elk vier zuilen van roze graniet uit Egypte, met beelden erop. De Colonnaded Street zou nog worden verlengd naar het oosten, tot aan de tempel van Ba’al, waar de Palmyrenen, tegen de tijd van het bezoek van de keizer, een monumentale toegang aan het bouwen waren. In de tijd van Hadrianus stopte de monumentale hoofdstraat van Palmyra echter vlak voor het Senaatsgebouw.

Lees verder “De bloeitijd van Palmyra”

De Tweede Sofistiek

Portret van een vertegenwoordiger van de Tweede Sofistiek (Archeologisch museum, Izmir)

In de donderdagse reeks naar aanleiding van het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, komen we vandaag bij een wonderlijkste, leukste, intrigerendste en onverwacht belangrijkste aspecten van de Romeinse wereld.

Het was ook de tijd van de rondreizende redenaars, die in de Griekse steden volle theaters trokken met hun pronkredevoeringen over moralistische en historische thema’s. De Perzische oorlogen van 480-479 v.Chr. waren bij hen erg populair. De Griekse cultuur was sterk gericht op het bewierookte klassieke verleden van de vijfde en vierde eeuw v.Chr. Het Griekstalige publiek kende dat verleden goed en genoot van de variaties die de pronkredenaars in hun redevoeringen over historische onderwerpen aanbrachten.

Lees verder “De Tweede Sofistiek”

Het Parthische Rijk (4): Het einde

Hatra was omstreden tussen Rome en het Parthische Rijk

Ik schreef in het vorige blogje over het Parthische Rijk dat het met het Romeinse keizerrijk een compromisvrede had bereikt over Armenië. De koning van die bufferstad zou een Parthische prins zijn uit de Arsakidische dynastie, maar had de goedkeuring nodig van de Romeinse keizer. Er was echter niets geregeld voor de afzetting van een koning.

Trajanus’ oorlog

Toen de Parthische koning Osroes I gedwongen was een Armeense leider te onttronen, vormde dat voor de Romeinse keizer Trajanus de aanleiding tot een oorlog. In 114 viel hij het Parthische Rijk binnen, gesteund met een betere cavalerie dan de Romeinen ooit eerder hadden kunnen inzetten. De Parthen werden verslagen. De Romeinen annexeerden Armenië en in het volgende jaar marcheerde Trajanus naar het zuiden, waar hij de Parthen dwong het ene na het andere bolwerk te ontruimen. In 116 capituleerde Ktesifon en richtte Trajanus nieuwe provincies in met grandioze namen als Assyria en Babylonia. Dat bleek voorbarig.

Lees verder “Het Parthische Rijk (4): Het einde”

Het Pantheon (2)

Het fenomenale interieur van het Pantheon

Ik beëindigde mijn vorige stukje met de plaatsing van de standbeelden in het Pantheon, die suggereerde dat de tempel gewijd was aan het Algoddelijke. Ook de vorm van de tempel suggereert dit. Hadrianus’ tijdgenoot Ploutarchos bracht de ronde plattegronden van sommige tempels, zoals de Vestatempel op het Forum Romanum, in verband met de bolvorm van het heelal. Het gat bovenin het gewelfde dak van het Pantheon lijkt geïnspireerd door een van de merkwaardigste beschrijvingen van de kosmos uit de wereldliteratuur:

Het gelukzalig godenras beweegt zich aan de hemel langs prachtige banen waar allerlei schitterende dingen te zien zijn. Iedere god verricht zijn eigen taak en daarbij mag telkens ieder mee die dat wil en kan, want voor afgunst is in de kosmische reidans geen plaats. Wanneer ze naar een feestelijk diner gaan, rijden ze steil omhoog naar de top van het hemelgewelf. … De onsterfelijken rijden, wanneer ze de top van het gewelf hebben bereikt, naar buiten en stellen zich op de rug van de hemel op. Zij draaien dan in de omwenteling van de hemel mee en bezichtigen alles wat buiten de hemel is. Het gebied boven het hemelgewelf is nog door geen dichter van hier bezongen en niemand zal het ook ooit naar behoren bezingen. (Plato, Faidros 247, vert. Gerard Koolschijn)

Lees verder “Het Pantheon (2)”

Het Pantheon (1)

Het Pantheon in Rome

Wat is een handboek als je het er niet mee oneens kunt zijn? Het is daarvoor! De student leert het handboek, zoals mijn leermeester Pieter Willem de Neeve zei, van kaft tot kaft uit het hoofd. Na het leggen van deze kennisbasis kan de student op werk- en hoorcolleges wel ontdekken dat de vork ook anders in de steel kan zitten. Kortom, het is geen verwijt aan de auteurs als je het met een handboek oneens bent. Zelf zou ik, als ik Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek had geschreven, explicieter melding hebben gemaakt van het Pantheon in Rome.

Om te beginnen omdat het een gebouw is dat veel mensen kennen. Er is dus een didactisch aanknopingspunt. Verder omdat het gebouw, hoewel het dateert uit de hoogtijdagen van het Romeinse heidendom, vooruitwijst naar het christelijke monotheïsme. Het is vermoedelijk geen toeval dat de tempel als kerk in gebruik is genomen. En tot slot illustreert het gebouw de mogelijkheid dat wij over de Oudheid iets met meer zekerheid kunnen weten dan althans sommige mensen destijds – al is deze constatering misschien meer iets voor een vervolgcollege. In elk geval denk ik dat de twijfels die de Grieks-Romeinse auteur Cassius Dio niet kon onderdrukken, inmiddels wel zijn weggenomen.

Lees verder “Het Pantheon (1)”

De tempel van Isis in Rome

Maquette van de tempel van Isis in Rome (Koninklijke Musea voor kunst en geschiedenis, Brussel)

De sterke verhalen over de Isiscultus, die ik in mijn vorige stukje noemde, bewijzen dat de godin niet onomstreden was. Althans aanvankelijk. Dat veranderde toen Vespasianus eind 69 na Chr. na een burgeroorlog het keizerschip bemachtigde. Men vertelde dat hij in Alexandrië met steun van de Egyptische goden een lamme had doen lopen en een blinde had doen zien. Bovendien was zijn zoon Domitianus tijdens de laatste gevechten van het burgerconflict aan de dood ontsnapt door zich aan te sluiten bij een groep Isisvereerders. U las er hier meer over.

Eerst bevorderde Vespasianus de cultus in Rome en na een grote stadsbrand in 80 herbouwde Domitianus haar tempel grootser dan ooit. Vanaf toen behoorden Isis en Serapis tot de populairste goden in Rome. Afgaande op dateerbare inscripties van niet-magistraten, waren de Egyptische goden geliefder dan de Romeinse Jupiter, Juno en Minerva. Ook keizer Hadrianus sympathiseerde met de cultus, maar de grootste vereerder zou Septimius Severus zijn, die zijn portret liet modelleren op dat van Serapis. Van de keizers Commodus en Caracalla is bekend dat ze verkleed als Anubis deelnamen aan de processies.

Lees verder “De tempel van Isis in Rome”