
Vanuit Constantine reden we naar Batna, een kapsonesloos provinciestadje dat drie uur verder naar het zuiden ligt. We deden er wat langer over omdat we ook naar het graf van Massinissa – als het van deze Numidische koning is – en het enorme graf bij Madghacen wilden gaan. Dit laatste is een kolossale stenen tumulus. Het mausoleum wordt gedateerd in de vierde eeuw v.Chr.
Even voorbij Batna ligt Tazoult, het antieke Lambaesis, de plek waar het Derde Legioen Augusta was gestationeerd. Ik heb me voorgenomen ooit alle legioenbases te hebben gezien – het zijn de plaatsen waarvandaan het Romeinse gezag werd gevestigd en uitgeoefend – en deze plek stond dus hoog op mijn wensenlijstje. Het is een complexe site, die bestaat uit de eigenlijke legioenbasis met een amfitheater, een klein fort, een heiligdom gewijd aan Aesculapius, burgerlijke bewoningskernen, grafsteden en een Byzantijns fort.
Het probleem bij dit bezoek was dat we niet wisten waar dit alles zich bevond. Ik had een PDF met een landkaart van de antieke situatie, maar de moderne was onduidelijk en doordat het internet gestoord was, had ik geen satellietfoto’s kunnen bekijken. Onze chauffeur kende de plaats niet heel goed en de bevolking bleek totaal onverschillig. Toen we de basis hadden gevonden, bleek deze grotendeels overwoekerd én vrij toegankelijk. Er was geen enkele bewaking; er liep een paadje overheen waarover scholieren wandelden.
Een wonderlijke natuurstenen poort domineert de plaats waar de hoofdstraten van het kazerneterrein samenkomen. Het hoofdkwartier ligt er recht achter. Elders liggen de fundamenten van de Mannschaftsbaracken, die een bovenbouw hebben gehad van vakwerk.

Het amfitheater en de ereboog van keizer Commodus lagen hier in de buurt en waren snel gevonden, en met enig zoeken vonden we ook wat het Byzantijnse fort zou kunnen zijn, al leek het meer op een badhuis. Omdat we de Asklepiostempel en het Capitool almaar niet vonden, concludeerde ik dat het was overbouwd en besloten we naar Batna te gaan, waar we de nacht doorbrachten in een leuk familiehotel en de volgende ochtend, vrijdag 6 december, pepernoten en strooigoed in onze schoenen vonden. Die hebben we gedeeld met de vierjarige dochter des huizes.

Op een moment waarop het internet werkte, slaagde ik erin de satellietfoto’s te vinden en zo zijn we dus op Sint-Nicolaasdag naar het religieuze centrum gegaan. Het was eveneens vrij toegankelijk. Afgezien van wat mensen die hier waren gaan wandelen – vrijdag is hier een rustdag – was het er rustig. Ietwat cynisch: de mensen in Tazoult zijn voldoende ongeïnteresseerd om ons over plundering geen zorgen te hoeven maken.
Ik vermoed dat de Deense kunstenaar Per Kirkeby op de hoogte is geweest van deze oude bogen en muren. In oa. Rotterdam kan je z’n gemetselde bogen bewonderen. Bogen, muren , soort tombes, erg fraai.