
Ik heb op deze kleine blog al een paar keer gewezen op het revolutionaire karakter van de aandacht die momenteel wordt gegeven aan de limes. Dertig jaar geleden had slechts een enkeling ervan gehoord. De Romeinse rijksgrens is “op de kaart gezet” – een cliché dat ik niet meer horen wil – met de Monumentenwet 1988 en vervolgens gecanoniseerd door de Commissie-Van Oostrom. Het gaat om een breuk met het traditionele beeld van de Nederlandse Oudheid, waarin vanouds niet de Romeinen centraal staan maar de Germanen. De Eburonen en de Bataven dus, en de Cananefaten, Chamaven, Friezen en Franken.
Hoewel ik de voordelen van het nieuwe geschiedbeeld herken, denk ik dat het niet zal beklijven. In de jaren tachtig ijverden de historici voor een soortgelijke aanpassing van ons beeld van de Patriottentijd, maar bij de recente herdenking van “tweehonderd jaar koninkrijk” klonk weer het aloude “de Patriotten waren de NSB-ers van Napoleon”. Tenzij de limes-organisaties gaan uitleggen waarom de limes een beter geschiedbeeld is dan het traditionele, kunnen we erop rekenen dat Nederland de limes over dertig jaar nog steeds niet zal herkennen als het eigen verleden en dat het project zal worden beschouwd als even nep als de visualisaties die momenteel aangeven waar ooit iets Romeins is geweest. De limessamenwerking zal eindigen met de reputatie een speeltje te zijn geweest voor projectontwikkelaars en werkverschaffing voor archeologen, die vaderlands verleden inruilden voor een Europees construct.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.