De beproeving in de woestijn (2)

De “high place of worship” in Petra

In het vorige stukje presenteerde ik de twee uitwerkingen die Matteüs en Lukas gaven van het simpele zinnetje in Marcus, die had geschreven dat Jezus door de Satan op de proef werd gesteld in de woestijn. De uitwerkingen tonen allebei een gesprek dat bijna lijkt op een spelletje: de duivel daagt Jezus drie keer uit, Jezus geeft lik op stuk met een citaat uit Deuteronomium.

Challenge and riposte

Dit soort gesprekken staat bekend als challenge and riposte. We kennen het goed uit de oude wereld, waarin iemands eer belangrijk was. Dat was iets heel concreets. Een mens had recht op een bepaalde hoeveelheid respect, dat hij in bepaalde situaties kon verliezen. (“Respect” is dus anders dan bij ons, waarin respect iets is dat je verwerft.) Een voorbeeld dat u morgen mooi kunt citeren is het gesprek tussen Julius Caesar en een ziener, die hem had gewaarschuwd op zijn hoede te zijn voor de vijftiende maart. Op die vijftiende maart sneerde Caesar “Nou, die vijftiende maart van je is mooi aangebroken.” Dit is de uitdaging (challenge) van de eer van de ziener. Die is niet uit het veld geslagen: de riposte is “Gekomen maar niet voorbij”. Eer hersteld. De rest is geschiedenis.

Lees verder “De beproeving in de woestijn (2)”

De beproeving in de woestijn (1)

Bij de evangelist Marcus zijn het twee zinnetjes, die meteen volgen op Jezus’ doop door Johannes de Doper. In de Nieuwe Bijbelvertaling:

Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem. (Marcus 1.12-13)

Voor Matteüs en Lukas was deze passage de aanleiding om een twistgesprek in te lassen. Ze citeren allebei uit de Q-bron.

Lees verder “De beproeving in de woestijn (1)”