De duivel en zijn voorgangers

Weer mislukt: wat de duivel ook doet, de menselijke ziel wordt toch gered (Notre Dame, Parijs)

Als Lambiek in De Poenschepper café “Het Gouden Kalf” binnenloopt en aan kastelein Mazoetan vraagt of hij soms het gouden kalf is, dan weet de lezer dat de waard de duivel in hoogsteigen persoon moet zijn. Mazoetan is slechts één van de incarnaties van de Hellevorst die neerlandicus Bas Jongenelen presenteert in De duivel in de Nederlandse literatuur (2022). Een boek dat ik met machtig veel plezier heb gelezen. Lucifer is fascinerend. Het is immers kennis van goed en kwaad die ons maakt tot mensen. Los daarvan heeft de duivel een boeiende ontstaansgeschiedenis.

Vijandige Geest

Ergens in de Late Oudheid codificeerden Perzische geleerden de heilige literatuur van het zoroastrisme, een belangrijke stroming uit de Iraanse religie. In deze bibliotheek, de zogenoemde Avesta, zit een oudere kern van heilige teksten die bekendstaat als de Gatha’s. Deze zeventien hymnen zijn herkenbaar aan de gebruikte, oeroude taal. Volgens een gangbare hypothese zijn het composities van de profeet Zarathuštra. Hij zou ooit – we hebben het over pakweg de dertiende eeuw v.Chr. – van de geest Goede Gedachte opdracht hebben gekregen overal bloedige offers te verbieden en mensen aan te sporen tot hulp aan de armen. Goede Gedachte zou zijn gestuurd door de oppergod Wijze Heer ofwel Ahuramazda.

Uit de Gatha’s vernemen we dat Ahuramazda de wereld, de mensheid en alle goede dingen daarin had laten scheppen door zeven onsterfelijke heilige geesten. De orde in de zevenvoudige schepping werd echter bedreigd door De Leugen. Goede geesten en kwade demonen waren verwikkeld in een grote kosmische strijd, waaraan de mensheid deel kon nemen door het goede te doen. Mensen moesten leugens vermijden, de armen steunen, verschillende soorten offers te brengen, de vuurcultus te beoefenen, enzovoort. Na hun dood zouden goede mensen over een smalle brug naar het Paradijs gaan. Volgelingen van De Leugen vielen in een afgrond vol kokend kristal.

Aldus sprak Zarathuštra, maar hij had niet het laatste woord. De Avesta bevat jongere delen, waarin de leerlingen van de profeet een verpersoonlijking introduceerden van De Leugen. Die heette Vijandige Geest ofwel Angra Mainyu. Hij was de heerser van de demonen. Het dualisme was geboren.

Satan

Het Hebreeuws kende het woord satan voor tegenstanders, deserteurs en slechte raadgevers. In de late zesde eeuw v.Chr. presenteert Zacharia 3.1 een Satan als aanklager in een rechtszaak. In een soortgelijke rol duikt hij op in het boek Job, waar hij een van Gods hovelingen is en toestemming krijgt de titelfiguur op de proef te stellen. Dat maakt hem nog niet meteen tot een anti-god zoals de Perzische Vijandige Geest.

De eerste keer in de joodse literatuur waarin Satan wel een anti-god lijkt te zijn is 1 Kronieken 21. Dit is een bewerking van 2 Samuel 24, waarin God aan koning David opdracht geeft een volkstelling te houden en hem vervolgens straft omdat hij een volkstelling heeft gehouden. De auteur van Kronieken vond dat blijkbaar inconsistent en introduceerde Satan als opdrachtgever. Als we hier te maken hebben met een dualistisch wereldbeeld en een anti-god, kan er best sprake zijn van een Perzische invloed.

In elk geval lijkt Satan op dit moment, eind vierde eeuw v.Chr., geen hoveling van God meer te zijn. Hij opereert zelfstandig. In het Martelaarschap van Jesaja lezen we dat een zondaar de eredienst van de god van zijn voorouders opgaf om Satan, zijn afgezanten en zijn machten te aanbidden. Hij is nu echt een anti-god.

 De duivel

En zo, als een onafhankelijk personage, vinden we Satan ook in het Nieuwe Testament. Verschillende auteurs duiden hem aan als διάβολος, waarvan ons woord “duivel” is afgeleid. Net als de Vijandige Geest in de Avesta is de Duivel de personificatie van het kwaad. In Matteüs 4 stelt hij Jezus op de proef – ik blogde er al over. Lukas 10.18 noemt hem een gevallen lichtflits, wat doet denken aan Openbaring 12.9:

De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die Duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid.

Met de gelijkstelling aan de slang uit de hof van Eden is de duivel als personage compleet: een zelfstandige kracht, de eeuwige tegenstander van de mensen, machtig, belichaming van een universeel kwaad, maar uiteindelijk gedoemd om ten val te komen.

Steeds minder eng

Niet dat dit alles is. De joodse en vroegchristelijke literatuur kent meer demonische wezens, zoals Belial en Mastema. De henochitische literatuur beschrijft de val van de engelen en het begin van het kwaad. Fascinerend is de ontwikkeling van Azazel, die eveneens uit Perzië komt en waarover ik al eerder blogde. Uiteindelijk is Satan, als tegenpool van God, de aanvoerder van een leger van duivels, die de tegenstanders zijn van de engelen.

En nu er vele waren, konden de duivels veranderen in gedrochtjes, niet zelden komisch. Dante heeft ergens een duiveltje dat tegen zijn aars een trompet plaatst om daar een flinke wind doorheen te blazen. Die is weinig vreesaanjagend, net als de Mazoetan die het Lambiek moeilijk maakt. En het kan nog minder eng: in Thea Beckmans kinderboek Heremetijd… Wat een lastpost! krijgt het uitzonderlijk ondeugende engeltje Heremetijd het uitzonderlijk lieve duiveltje Wham! als beste vriend. Wat ooit de belichaming was van het absolute kwaad, is in de laatste eeuwen dus veranderd in een speels literair motief.

Wham! ontbreekt helaas in Jongenelens De duivel in de Nederlandse literatuur. Er is maar één oplossing: als iedereen dat boek nou koopt en leest, dan komt er een nieuwe, vermeerderde herdruk. Er kunnen niet genoeg duivels zijn, althans in de literatuur.

Deel dit:

18 gedachtes over “De duivel en zijn voorgangers

  1. Karel van Nimwegen

    “Heremetijd was op de Achterkant,” zuchtte de opperengel, alsof dat alles verklaarde.

    En dat verklaarde alles.

  2. Dirk Zwysen

    De duivel is natuurlijk ook een populair figuur in volksverhalen. Steevast trekt hij door achterpoortjes in zijn contracten aan het kortste eind (men zou verwachten dat er genoeg advocaten in de hel zitten om die afspraken eens te laten doorlezen). Hij houdt zich ook bezig met meubilair (bedden, tafels, tronen…) en andere sporen (bergen, putten,…) in het landschap achter te laten. De Boze leek in onze tijd nog maar weinig mensen angst aan te jagen, al kijkt menig drinkebroer de ochtend na een avondje Duvel nog met grote vreze tegemoet.
    Sinds enkele jaren heb ik vaker kinderen met een islamitische achtergrond in de klas voor wie Sheitan een angstaanjagende realiteit is. Vorige week werd nog verteld hoe hij bij het bidden naast je zit en je probeert af te leiden.

    1. Karel van Nimwegen

      The greatest trick the Devil ever pulled was convincing the world he didn’t exist.

  3. Robbert

    De duivel dus aanwezig in Suske en Wiske… Maar niet in Tom Poes, Eric de Noorman of Kapitein Rob (alhoewel professor Lupardi in de buurt komt…).

  4. Ben Spaans

    Was Lucifer niet juist eerst geen boze geest?

    ‘De slang van weleer’…die nieuwe vertalingen zijn ook helemaal niks.
    Wat was er mis met de Draak, d’Oude Slang…

    1. Frans Buijs

      Paarden, katten en tenten op wielen… en dan dat terracotta leger… Dat ziet er zeer interessant uit.

  5. FrankB

    “Er kunnen niet genoeg duivels zijn, althans in de literatuur.”
    In de westerse muziek komt de duivel ook nogal eens voor, van opera (mijn favoriiet: Mussorgsky’s Nacht op de Kale Berg) via blues (Crossroads) naar grunge (Pearl Jam’s Satan’s Bed).

      1. FrankB

        Uiteraard, maar a) is dat erg gemakkelijk en b) valt dat muzikaal in dezelfde categorie als Crossroads. Ik bedoel – ipv Mussorgsky had ik ook Meyerbeer, Von Weber en nog een dozijn anderen kunnen noemen.

  6. Ben Spaans

    Die hadden dat van Boelgakov’s ‘De Meester en Margarita.’. Daar had Marianne Faithful Mick Jagger mee kennis laten maken.
    In het boek lijkt Woland De Meester – De Duivel – te zijn.

  7. Klaas Krab

    De duivel in Hollywood:
    Barton Fink (Coen Brothers) en Crossroads (dezelfde van Robert Johnson op dat kruispunt…

  8. HansH

    Volksverhalen ontstaan ook in de Middeleeuwen en dit kan ik als bruggetje gebruiken voor een verwijzing naar P.Heather, christendom, 2022.
    Hierin wil hij een beeld schetsen hoe de Kerk zich ontwikkeld heeft vanaf Constantijn de Grote tot 1253.
    Hij benadrukt de rol van de kloosterorden in het opkloppen van het beeld van de Satan.
    En zeggen de woestijnvaders al niet: “de ogen van de vrouw zijn de poorten naar de hel voor de man”.

Reacties zijn gesloten.