Joodse literatuur (3)

Jona en de grote vis (Sarcofaag, Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

[Dit is het derde van vijf stukjes over de bronnen van mijn komende boek Israël verdeeld; het eerste is hier.]

De Perzische tijd, van 539 tot 332 v.Chr., zag grote veranderingen binnen de Joodse godsdienst. Het exclusivisme van de Verbondstheologie, waarin één uitverkoren volk op één plaats één God diende, werd bijgesteld. Hoewel de tempelcultus inmiddels was hersteld, bevatten de tijdens de Perzische heerschappij geschreven slothoofdstukken van Jesaja opnieuw beschrijvingen van een nieuw Jeruzalem, waarin de tempel het gebedshuis van alle volken zou zijn. Opnieuw is er het idee van een vernieuwde wereld, waarin in feite de paradijstoestand zal worden hersteld.

Lees verder “Joodse literatuur (3)”