Brief aan Peter Vandermeersch

Geachte heer Vandermeersch,

Afgelopen zaterdag zag het NRC Handelsblad, waar u hoofdredacteur bent, er anders uit dan de lezers gewend zijn en u nodigt hen uit u te laten weten wat ze goed en minder goed vinden aan de weekendeditie, die u ook typeert als de belangrijkste krant van de week.

“Sommige columns kregen een ander jasje, andere een nieuwe plek”, schrijft u, en omdat u waarde hecht aan de dialoog met de lezer, wil ik u bij wijze van antwoord zeggen: het was beter geweest de columns helemaal te schrappen. De krant is het medium niet voor columnistiek.

Lees verder “Brief aan Peter Vandermeersch”

Recensie: De Volkskrant

volkskrant_logo

Het is zo’n ochtendritueel: even naar de supermarkt op de hoek om een krant te kopen en die dan lezen met een mok koffie erbij, thuis of in het koffiehuis tegenover de supermarkt. Vroeg op de dag als het is lees ik meestal De Volkskrant, de krant die ooit met glans mijn weekendkrantentest won. Fijne krant. Maar gisteren was het ochtendblad zijn geld niet waard.

Om te beginnen de voorpagina met het nieuws dat Mark Rutte samenwerking met de PVV uitsluit. “De kans is niet 0,1 maar nul.” Tja. Dit is de man die in 2011 onderwijs zijn “persoonlijke prioriteit” noemde en naar wie je destijds nog luisterde omdat ’ie toch staatssecretaris van Onderwijs was geweest. Vijf, zes jaar later heeft hij nog altijd niets gedaan voor die persoonlijke prioriteit. Niet 0,1 maar nul. Over die duizend euro die hij toezegde, zal ik het niet hebben: u kunt zelf wel voorbeelden noemen waaruit blijkt dat Rutte domweg niet is geïnteresseerd in de betekenis van woorden. Hij is geen leugenaar, want een leugenaar wéét dat iets niet klopt, maar het kan hem niet schelen of iets feitelijk juist is. Rutte is een kletskop die zich om waarheid niet bekommert.

Lees verder “Recensie: De Volkskrant”

Koot en Bie

Er is iets vreemds aan de hand met de laatste nog bestaande kranten. Om hun correspondenten te betalen, hebben ze geld nodig en dat halen ze binnen met onder andere advertenties. Om die advertenties te plaatsen, moet de krant een zekere omvang hebben. Om een zekere omvang te bereiken, moet er kopij zijn. En dus worden we opgezadeld met een veelvoud aan columnisten. Het echte nieuws vernemen we dankzij een overaanbod van onnieuws.

Columns zijn een hondsmoeilijk genre. Een blogger kan een stukje precies de lengte geven die nodig is om zijn punt te maken. In een krant is de columnist, die in feite hetzelfde soort stukjes schrijft, echter gehouden aan een exact aantal woorden. Dat betekent dat hij of te weinig of te veel woorden heeft voor zijn betoog. Alleen echt goede schrijvers kunnen daarmee omgaan. De meeste columnisten hebben dat talent niet en zijn vervelend.

Lees verder “Koot en Bie”

Columnitis

Carmiggelt (©Nationaal Archief)

De Nederlandse media lijden aan acute columnitis, een ergerlijke aandoening waarbij de lezer geen informatie wordt geboden, maar de meningen van columnisten krijgt toegeworpen. Dat is alle kanten op triest: voor de lezer, die zijn mening zelf wel kan vormen, en voor de columnist, die meestal wel weet dat hij slechts bladvulling produceert.

Er zijn echter uitzonderingen. Goede columns voldoen aan twee voorwaarden: de auteur moet verdraaid goed kunnen schrijven en moet een verdraaid interessant onderwerp hebben. Max Pam is een voorbeeld van hoe het moet. Officieel is zijn zaterdagse bijdrage aan Het Parool een schaakrubriek, maar hij schrijft daarover zo verrotte goed dat hij ook lezers lokt die niet kunnen schaken. Zoals ik: ook al ben ik niet zo geïnteresseerd in de tweekamp Anand-Gelfland, ik wil elke week weer lezen hoe Pam er nu weer in slaagt zijn running gag, een vermelding van Bobby Fischer, in zijn column te verwerken.

Lees verder “Columnitis”