Efficiënt desinformeren

Zo ziet een archeologisch depot er van binnen uit. Niks zakken vol scherven dus. (Limburgs archeologisch depot De Vondst, Heerlen)

De hoeveelheid onzin die over de Oudheid wordt uitgekraamd, is groot, heel groot. Daar kun je je schouders over ophalen, maar dan blijft die onzin zich verspreiden en gaan steeds meer mensen denken dat de Oudheid onzin is. Dat. schiet. ook. al. lekker. op. We mogen de schouders dus niet ophalen. Een professionele wetenschapsvoorlichting is, als het gaat over de Oudheid, vermoedelijk minder gebaat bij het verstrekken van juiste informatie dan bij het weerleggen van onjuiste informatie en bij uitleg van het wetenschappelijk proces.

Dit geldt des te meer als hoogleraren onzin verspreiden, want het publiek neemt zo’n hoogleraarstitel serieus. Het geldt helemáál als een hoogleraar onzin uitslaat in een gerespecteerd medium zoals De Volkskrant. En raad eens? Afgelopen zaterdag mocht Bas Haring, hoogleraar publiek begrip van wetenschap, dingen zeggen over biodiversiteit. Samengevat zegt hij dat we niet alle soorten kunnen beschermen en dus moeten selecteren. Daarover heb ik verder geen mening, maar ik heb wel wat te zeggen over iets wat Haring terloops zegt, namelijk dat het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een probleem heeft.

Dat heeft een magazijn vol grote zakken met opgegraven scherven uit het verleden. Op een gegeven moment komt dat in de weg te staan.

Lees verder “Efficiënt desinformeren”

Het proactieve Asterix-stukje

Over een week, op 19 oktober, verschijnt de nieuwe Asterix. Ik heb daar wat gemengde gevoelens bij. Dat is niet omdat ik niet van de stripverhalen houd, maar omdat ik nu al kan uittekenen dat ik benaderd zal gaan worden door journalisten die me vragen wat ik er als oudhistoricus van denk. Nu is het altijd leuk om op de radio te komen – deze pagina gaat terug op een radiocommentaar dat ik insprak vanaf een hotelkamer in Isfahan – en bovendien is het contact met journalisten altijd prettig ontspannen, maar ik vind het jammer dat elke Asterix aanleiding is tot vragen over de Oudheid. Daarmee doen we de strip tekort.

Zoals de Flintstones vooral een Amerikaanse familie zijn uit de jaren zestig, zo is Asterix een strip over de twintigste en eenentwintigste eeuw. Als Obelix in Asterix in Hispania aan het dorpshoofd vraagt “u wil dus óók weten waarom we vechten”, is de verwijzing naar de Vietnam-oorlog. Als de Galliërs in Asterix en het ijzeren schild voorwenden niet te weten waar Alesia ligt, is dat geen grap over Galliërs die niet willen weten dat ze zijn verslagen, maar over Vichy, waar dit album zich afspeelt. Asterix is gewoon veel geestiger als je de antieke achtergrond negeert en kijkt naar de eigen tijd.

Lees verder “Het proactieve Asterix-stukje”

Alesia en Asterix

alesia_fallen_gaul
Stervende Galliër (Musée des antiquités nationales, St.Germain-en-Laye)

Bovenstaand beeldje, waarvan ik niet weet of het van brons of goud is gemaakt, stelt een stervende Galliër voor. Het is te zien in het onderschatte Franse Musée des Antiquités nationales in St.Germain-en-Laye (een van de westelijke eindpunten van de Parijse metrolijn A).

Het interessante is de vindplaats: in Alesia. De plaats waar Julius Caesar de Galliërs versloeg.

Lees verder “Alesia en Asterix”