MoM | Over wetenschapscommunicatie

De opkomst van het internet heeft de ontwikkeling van de wetenschapscommunicatie versneld. In de jaren tachtig gold nog dat er sprake was van een “zender” (de wetenschapper), die zijn inzichten “populariseerde” ten behoeve van de “ontvangers” (de burgers), maar dat is inmiddels achterhaald – en was dat eigenlijk destijds al. Dat oude populariseren wordt tegenwoordig vooral sarcastisch aangeduid met een knipoogje naar de Rijdende Rechter: “dit zijn de feiten en daarmee moet u het doen”.

Wat schort eraan?

De tweede lijn

Er is al sinds de jaren zestig een overaanbod aan informatie en dat dwingt iedereen selecties te maken. Dat heeft een gevolg voor de receptie van de informatie: het publiek is niet langer een passieve ontvanger maar een actieve selecteerder. Er zijn wat theorieën met gruwelnamen als PUS en PAS en PES en PPS, en het is u vergeven als u die wil vergeten, maar samengevat komen ze er allemaal op neer dat de wetenschap een stap extra moet zetten om te tonen wat haar aanbod beter maakt dan andere vormen van informatie. We moeten uiteraard de conclusies presenteren (de “eerste lijn”) en we moeten dat doen waar mensen die vinden (hier dus, waar u dit nu leest, op het internet), maar we moeten óók inzicht verschaffen in het wetenschappelijk proces. Ik verwijs maar weer eens naar Tussen onderzoek en samenleving (2013).

Lees verder “MoM | Over wetenschapscommunicatie”

Museum in de problemen

nehalennia_rmo5
Nehalennia

Ik schrijf deze dagen nogal eens over het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Ik heb verteld waarom het een fijne plek is en ik heb erop gewezen dat het opvallend goed omgaat met het publiek. Het museum zou echter wel eens in de problemen kunnen raken.

De Raad voor Cultuur heeft onlangs een advies uitgebracht aan de staatssecretaris. Verschillende musea hebben over dit advies geklaagd; het Rijksmuseum bijvoorbeeld en het Mauritshuis. Er vallen uitdrukkingen als “helaas niet gebaseerd op feiten”.

Lees verder “Museum in de problemen”