Renan, Renan, steeds Renan (3)

Renan, ontdekker van Fenicië

[Dit is het derde van enkele stukjes over een Franse geleerde die ik werkelijk overal lijk tegen te komen. Het eerste was hier.]

Ik betoogde dat Renan werkte vanuit een soort sjabloon, waarin de Semitische volken neigden tot mystiek, geweldige poëzie schreven en het monotheïsme hadden uitgevonden, terwijl de Indo-Europees-sprekenden polytheïsten waren die zich uitdrukten via mythen en later de filosofie hadden uitgevonden. Dit was Renans vorm van een al oudere visie dat “Het Despotische Oosten” tegenover “Het Vrije Westen” zou staan.

Die categorieën zijn zeer problematisch, maar je kunt nog steeds middelbare-schoolboeken vinden waarin Griekenland een speciale plek krijgt, alsof het humanisme alleen daar zou zijn uitgevonden. Renan bleef zich bewust van het hypothetische karakter van de sjabloon, en deed wat een echte geleerde doet: hij zocht de uitzonderingen en de kruisbestuivingen op. Een voorbeeld is het al genoemde Jezus-boek, waarmee hij zijn reputatie vestigde. In dit boek (en een vijftal vervolgdelen) beschreef hij hoe het christendom was ontstaan, en hoe de westerse wereld was veranderd door een oosters idee.

Een andere problematisering van zijn eigen sjabloon was Ibn Rushd of Averroës (1126-1198), een islamitische rechter (qadi) uit Córdoba die zich bezighield met de bepaald niet semitische wijsbegeerte van Aristoteles. Van deze filosoof zijn nauwelijks teksten over, alleen collegeaantekeningen vol inconsistenties. Het is alleen te begrijpen met een commentaar, en Ibn Rushd schreef er verschillende, waarin hij de zwaartepunten legde die we nog steeds leggen.

Hij stuitte daarbij op een belangrijk probleem: er waren tegenspraken tussen het geloof en het aristotelisme. De dertiende-eeuwse christelijke filosofen worstelden er eveneens mee, en Siger van Brabant accepteerde het bestaan van een dubbele waarheid: er was de “harde”, feitelijke waarheid van de filosofie en natuurwetenschappen, en er was de meer verheven theologische waarheid. In zijn boek Averroès et l’averroïsme (1852; ik heb het niet gelezen) betoogde Renan dat Siger hiermee een idee voortzette van Ibn Rushd.

Die heeft inderdaad een traktaat geschreven dat De dubbele waarheid wordt genoemd. Hierin betoogde hij echter iets anders. De tegenspraak tussen geloof en filosofie was het gevolg waren van het feit dat er twee methoden waren; in feite was er maar één waarheid. Thomas van Aquino zou dit – als ik het goed heb – overnemen.

Of ik het vraagstuk hier precies goed weergeef, weet ik eerlijk gezegd niet goed. Het is meer dan vijftien jaar geleden dat ik me er terloops mee heb bezig gehouden. Ik wil nu twee punten maken. Het eerste is, zoals bekend, dat Renan dat deed wat ’ie moest doen: zelf op zoek gaan naar de informatie die zijn stelling weerlegde.

Het ander is dat ik vijftien jaar geleden stuitte op de naam Renan, de man van het Jezusboek. Die Renan, zo concludeerde ik, was niet eenkennig: hij schreef én over het joden- en christendom in de Oudheid én over de Arabische en Latijnse filosofie. Een geleerde naar mijn hart: iemand die zich niet beperkt tot een onderwerp dat zó klein is dat het geen relevantie meer heeft, maar die het zoekt in een de brede benadering. De ware diepte ligt immers aan de oppervlakte.

Maar Renans belangstelling bleek nog breder. Daarover volgend keer.

Deel dit:

Een gedachte over “Renan, Renan, steeds Renan (3)

  1. MNb

    Van Ibn Rushd zou men kunnen betogen dat hij wél in het sjabloon Oost versus West past. De man bracht het grootste deel van zijn leven in het huidige Spanje door.
    Een betere weerlegging van het sjabloon kunnen we vinden in India, dat belangrijke bijdragen heeft geleverd aan de ontwikkeling van de wiskunde.
    Griekenland (inclusief Oost-Turkije en Zuid-Italië) verdient mi wel degelijk een speciale plaats. De oude Grieken hebben de vragen geformuleerd die de moderne natuurwetenschappen nog steeds proberen te beantwoorden.

Reacties zijn gesloten.