Een dag in Córdoba

Een Turdetanische dame (Archeologisch Museum van Córdoba)

Ik ben dus in Córdoba, een van de voornaamste steden in Romeins Andalusië. En Andalusië was weer een van de voornaamste provincies van het imperium. De regio stond vol olijfbomen, langs de Guadalquivir waren pottenbakkersovens, de groengele olie ging per schip richting Rome, waar de amforen belandden op een enorme schervenberg. De olie diende als brandstof voor lampjes, als zeep en als smaakmaker in het eten van de mensen. Andalusië moet 52.000.000 liter per jaar hebben geëxporteerd. De geleerde die het allemaal heeft onderzocht, was de op deze blog al eens genoemde Heinrich Dressel.

Antieke stad

Córdoba was ouder. De naam bevat het element qrt, “stad”, wat duidt op Karthaagse aanwezigheid, maar die is archeologisch niet geïdentificeerd. Ik hoorde vandaag een andere etymologie, namelijk dat de naam is afgeleid van Fenicische koteba, “olijfpers”. Ook heb ik gelezen dat achter het woord Cordoba de naam van de stam der Turdetaniërs schuilgaat. (Ik schreef al eens over deze Iberische stam.) Ten westen van de huidige stad is inderdaad een heuvelfort gevonden van de Turdetaniërs, die ook wel worden aangeduid als de Tartessiërs. Volgens mij is dat hetzelfde woord. Ik laat het voor wat het is.

Lees verder “Een dag in Córdoba”

Renan, Renan, steeds Renan (3)

Renan, ontdekker van Fenicië

[Dit is het derde van enkele stukjes over een Franse geleerde die ik werkelijk overal lijk tegen te komen. Het eerste was hier.]

Ik betoogde dat Renan werkte vanuit een soort sjabloon, waarin de Semitische volken neigden tot mystiek, geweldige poëzie schreven en het monotheïsme hadden uitgevonden, terwijl de Indo-Europees-sprekenden polytheïsten waren die zich uitdrukten via mythen en later de filosofie hadden uitgevonden. Dit was Renans vorm van een al oudere visie dat “Het Despotische Oosten” tegenover “Het Vrije Westen” zou staan.

Lees verder “Renan, Renan, steeds Renan (3)”