Uitstervende religies (2)

Een christelijk knekelkistje (Samarkand)

Ik vatte in mijn vorige blogpost het boek Het vergeten christendom van Philip Jenkins samen. Het is een mooi boek over het oosterse christendom, dat u zeker moet lezen, maar dat voor mij toch iets onbevredigends had.

Er zijn om te beginnen wat vergissingen. Van de “academie” van Gondesjapoer in het zuidwesten van Iran, waar christelijke geleerden Grieks-Romeins gedachtengoed zouden hebben doorgegeven aan de islam, is aannemelijk dat ze minder belangrijk is geweest dan wel is aangenomen. (De academie wordt nergens in de Perzische bronnen genoemd, wat toch enigszins verontrustend is.) Of een ander punt: hoewel Jenkins opmerkt dat de Luxenberg-these over het ontstaan van de islam uit het oosterse christendom niet zonder critici is gebleven, gunt hij deze ideeën wel erg veel ruimte.

Mijn eigenlijke onbehagen zit echter ergens anders: Jenkins’ methode is te simpel. Hij beschrijft de gebeurtenissen en verklaart ze vooral door zich in te leven in zijn personages. Nadat de christenen in de ogen van de moslims met de Mongolen hadden geheuld, was het logisch dat moslims een hekel aan christenen kregen. Historici noemen deze vorm van verklaren, door je in te leven, “hermeneuse”.

Er zijn echter ook andere manieren om te verklaren, zoals het comparativisme, waarbij je probeert verder te komen door middel van vergelijking. Het zou buitengewoon verhelderend zijn geweest als Jenkins de ondergang van het oosterse christendom zou hebben geplaatst naast de ondergang van het manicheïsme en het oosterse jodendom in Azië, naast de wijze waarop de twaalfde-eeuwse moslims op Sicilië werden gedwongen tot assimilatie, naast de middeleeuwse jodenhaat in West-Europa, of naast het optreden van de Byzantijnse vorsten tegen andersdenkenden. Dan vallen zowel de verschillen als de overeenkomsten op, en win je meer inzicht dan door alleen te kijken naar de manier waarop het oosterse christendom in de problemen raakte. N=6 is nu eenmaal empirisch harder dan N=1.

Er is nog een ander verklaringsmodel dat relevant is: de physics of society, waarbij ik concreet denk aan het onderzoek van Thomas Schelling, die zich bezighield met de wijze waarop in steden (of landstreken) etnisch of religieus homogene buurten ontstaan. In Amsterdam trekken veel joden naar Buitenveldert en Surinamers naar de Bijlmermeer, Den Haag heeft een Chinese straat, we hebben een Bible-belt en in het overwegend protestantse Friesland zijn de katholieken geclusterd in verschillende dorpen, ik meen vier of vijf.

Hoe kan dat? Schelling formuleerde een antwoord. Stel je een groot vierkant met honderden hokjes voor; elk hokje staat voor een gezin, dat een bepaalde eigenschap kan hebben die met een kleur wordt aangegeven; er zijn enkele lege hokjes; verder bestaat er een drempel die inhoudt dat een gezin dat voor, laten we zeggen, een derde wordt omgeven door mensen met andere eigenschappen, zal verhuizen. Ongeacht de beginopstelling zal er altijd segregatie optreden en dat geldt ook voor de waarde van de drempel.

Het is politiek niet zo’n leuke conclusie, maar segregatie is onvermijdelijk, tenzij het belang van de eigenschappen/kleuren door een externe factor minder relevant wordt – als de spelregels tussentijds veranderen. Door de christelijke ontkerkelijking zullen er niet zo snel meer katholieke en protestantse buurten ontstaan.

Ik had wel eens willen zien wat Jenkins zou hebben geschreven als hij beter op de hoogte was geweest met de laatste ontwikkelingen in de geschiedtheorie. Ik stel me een model voor waarin we Europa, Afrika en Azië verdelen in honderden hokjes, benut door “spelers” met een voorkeur om niet teveel andersdenkenden als buren te hebben, en als aanvullend nieuwtje een kengetal voor de “kracht” waarmee een buurman op een speler inwerkt, dat correspondeert met de toegankelijkheid van de wegen. Een andere variabele zou geweld kunnen zijn. Ik sluit niet uit dat in zo’n simulatie, die kan worden uitgevoerd met zoveel beginwaarden als we willen, alle christenen inderdaad uit Azië verdwijnen, of dat de moslims Europa inderdaad kunnen binnendringen tot aan de Pyreneeën en vervolgens worden teruggedreven tot voorbij de Straat van Gibraltar maar niet verder.

Het zou een heel ander boek zijn geweest, maar wel een boek dat aansluiting heeft bij de voorhoede van de geschiedwetenschap. Zoals Het vergeten christendom nu voor ons ligt, heeft het de kwaliteiten van een traditioneel geschiedenisboek: boeiend, vol interessante wetenswaardigheden, lezenswaard, maar in laatste instantie intellectueel niet uitdagend. Een gemiste kans.

Deel dit:

6 gedachtes over “Uitstervende religies (2)

  1. MNb

    Ben je niet een beetje al te streng? De nieuwe onderzoeksmethoden zijn, naar ik begrepen heb, nog niet bepaald gemeengoed. Het grootste deel van onderzoek bestaat, ook in de natuurwetenschappen, nu eenmaal uit het uitpluizen van kleine dingetjes op de beproefde manier. Dat heeft per definitie een enigszins triviaal karakter.

  2. Ik heb hier wel eens betere recensies gelezen. Het boek is alleen maar niet intellectueel uitdagend omdat het geen gebruik maakt van “physics of society”? Dat lijkt me eigenlijk een intellectueel weinig uitdagende conclusie. Jenkins heeft geen gebruik gemaakt van de econometrie++ omdat hij daar niet voor gekozen heeft, punt uit. Beoordeel het boek op de merites binnen de gekozen methode, nu lijkt het vooral verkapte reclame voor de “physics of society” methodologie. Dat is overigens een type onderzoek waar je zeker interessante resultaten mee kunt krijgen, maar het zal de meeste historici toch niet helemaal kunnen bekoren.

    1. Ik begrijp je punt, maar ben dat niet helemaal met je eens. Ik verwacht van een professionele historicus dat hij die methode kiest, die de meeste resultaten oplevert. Waarbij slagen om de arm zijn te maken (hoe kun je vooraf weten wat het meeste resultaat zal opleveren?), maar grosso modo vind ik wel dat je mag verwachten dat een historicus het volledige arsenaal toepast en daarin niet eenkennig is.

      1. Ik geloof niet dat je van alle historici kunt verwachten dat ze elke opleving van de econometrie bij kunnen houden. Daarvoor is het toch teveel een randverschijnsel. Het is niet een oninteressant randverschijnsel, zeker niet, mar de complexiteit van de maatschappij is nooit zo makkelijk in de modellen te vatten als men in eerste instantie hoopt. Je voorbeeld van Schelling toont dit bv ook al aan met de opmerking dat het alleen werkt als de spelregels gelijk blijven. En juist met dat gelijk blijven – o die vervelende ceteris paribus clausules ook! – ging het dan ook steeds mis. Met physics of society zal het, vrees ik voor de aanhangers, niet veel anders gaan. Als hulpdiscipline, naast al die anderen, heeft het een betere plek binnen de geschiedschrijving.

  3. CharlesK

    Ik vond het ook onlogisch. Dit boek zou baat hebben gehad bij een niet-hermeneutische aanpak.Jenkins wil Europa waarschuwen. Maar dan moet hij iets “harders” hebben dan het subjectivisme dat inherent is aan hermeneuse.

Reacties zijn gesloten.