
Het Vergeten christendom waarnaar Philip Jenkins’ boek is genoemd, is de bonte verzameling van nestoriaanse en monofysitische kerken, waarover ik al eens blogde. Vanuit West-Europees perspectief hangen die er eigenlijk een beetje bij, want deze christenen hebben “rare” opvattingen over de twee naturen van Christus, en zijn daardoor, zoals de titel aangeeft, inderdaad enigszins vergeten geraakt.
Jenkins probeert het perspectief met dit boek, dat eigenlijk The Lost History of Christianity heet en voor het eerst verscheen in 2008, iets te veranderen. De ondertitel is duidelijk en precies: De duizendjarige bloeitijd van de kerk in het Midden-Oosten, Azië en Afrika. Wat Jenkins beschrijft, is hoe het christendom, dat wij zo sterk associëren met Europa, het grootste deel van zijn geschiedenis vooral bloeide buiten dat werelddeel.
Het boek begint sterk. De machtigste christen was, zo rond 800, de patriarch van Seleukeia in Irak, een nestoriaan die Timotheüs heette. Voor iemand die bisschoppen aanstelde van Jeruzalem tot Patna en Peking, was een functionaris als de patriarch van Constantinopel niet meer dan een dwalende medebroeder in Christus, lid van een kerk die in de christologische debatten van de voorgaande eeuwen een andere keuze had gemaakt. De paus in Rome was voor een Timotheüs een marginaal figuur, terwijl de in onze historiografie zo centraal staande Karel de Grote nauwelijks meer kan zijn geweest dan een naam – zelfs als de kalief van het nabijgelegen Bagdad niet te beroerd was die barbarenleider een olifant cadeau te doen.
Een punt van enig belang is dat de oosterse kerken zich bedienden van dezelfde semitische talen als de joden, en dat de nestorianen en monofysieten teksten van grote ouderdom kenden die informatie bevatten uit de alleroudste periode van het christendom. Ook de wijze van schriftuitleg lijkt sterk op die van de joden en de allereerste christenen.
Terwijl de oosterse kerken dus behoudend zijn gebleven, ging in West-Europa de kennis van het Grieks verloren, werd het Filioque toegevoegd aan het credo, vocht men de Investituurstrijd uit, ontstond de conciliaire beweging en vond de Reformatie plaats. Later reageerde het westelijke christendom op de Verlichting: deels met onderzoek naar de historische Jezus, deels door het bijbels literalisme van het evangelische christendom. Hoewel al deze stromingen claimden te zoeken naar een authentiek christendom, is het grote aantal aanpassingen een aanwijzing dat het resultaat wat tegenviel. De oosterse christendommen kunnen met enig recht claimen authentieker te zijn.
In Het vergeten christendom is ook te lezen over invloed van de oosterse christenen op het westerse geloof: voorbeelden zijn hier de Mariaverering en een hymne als het Agnus Dei. Het boek bevat daarnaast aardige observaties over de invloed van het oosterse christendom op de islam, zoals de vorm van de moskee, de buigingen bij het gebed, minaretten en de aard van de ramadan. De religies zijn dieper met elkaar vervlochten dan sommige gelovigen prettig vinden, en het is wat ironisch dat men elkaar soms de maat neemt op punten die men in feite deelt.
Ook de ondergang van de oosterse kerken komt aan de orde. In Turkije zijn de oosterse christenen klem komen zitten tussen de Koerden en de Turkse overheid. Ik heb de kerken van Diyarbakir en Nisibis en het Saffraanklooster bezocht, en het is deprimerend te weten hoe weinig toekomst de gelovigen daar nog hebben. Het lot van de Kopten in Egypte is welbekend: getolereerd zolang ze niet al te duidelijk zeggen dat ze nauwelijks worden getolereerd. Soortgelijke verhalen zijn er uit elk oosters land.
Hoe is dit zo gekomen? Als er eerst overal christenen wonen en als er daarna alleen nog moslims wonen, en als die twee soms op gespannen voet met elkaar staan, lijkt het logisch dat de laatsten de eersten hebben gedwongen tot assimilatie. En zo is het ook, waarbij de mate van dwang varieerde van gering tot extreem. Maar het ligt toch complexer, want de eerste eeuwen van de islam was de positie van de christenen zeker niet slecht en werd bekering door de islamitische leiders zelfs ontmoedigd.
Jenkins stelt dat de Mongoolse veroveringen van de dertiende eeuw het keerpunt zijn geweest. Veel steden in Midden-Azië waren met de grond gelijk gemaakt, een klap waarvan het oosterse christendom zich niet kon herstellen. Ook associeerden veel moslims de christenen met de verwoesters, waarna de eerste grote vervolgingen kwamen. Dat is zeker de moeite van het overwegen waard, zoals het hele boek van Jenkins de moeite waard is.
Jenkins zou wel eens een paar puntjes kunnen hebben. De verwoester van Bagdad, Hulagu Khan, had namelijk een christelijke moeder.
Je kunt het ook als pdf lezen op internet (engels).
http://progressivechristianalliance.org/books/Philip%20Jenkins%20-%20The%20Lost%20History%20of%20Christianity%20%28PDF%29/Philip%20Jenkins%20-%20The%20Lost%20History%20of%20Christianity%20%28PDF%29.pdf
Dank je wel!
De teloorgang van het christendom in (noord-) Afrika en de het nabije oosten is een proces dat al in de 7de eeeuw is ingezet, met horten stoten (ook oplevingen) verlopen is en nu in een mondiale cultuur langzaam zijn einde beloopt. Vele christeneen zijn reeds gemigreerd en zullen dat in de komende jaren meer gaan doen, totdat ze allemaal zijn overleden, verdreven of verhuisd naar Europa, Australië of de VS. Is dat tragisch voor de lokale cultuur? Ik ben van meniing van wel. Is het een ramp? Ik denk het niet, want het is niet uniek: hoeveel lokale religies en gebruiken zijn er niet verdwenen tijdens het westers kolonialisme en de verwestering die tijdens de 2de helft van de 20e eeuw is begonnen? Overigens groeit het christendom ook: de evangelische varianten zijn springlevend.