De Romeinse expansie (of zoiets)

Een ruiter uit Capua (Altes Museum, Berlijn)

Ik liet u in mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, vorige week achter met de constatering dat ik me wat ongemakkelijk voelde bij de uitdrukking “Romeinse expansie”. Wat Rome onderscheidde van andere steden, was alleen dat het succes had. De eenwording van Italië onder Romeins gezag lijkt echter niet te verklaren vanuit intern-Romeinse factoren. Het kan althans niet komen vanuit een krijgszuchtiger mentaliteit, want alle antieke staten hielden rekening met oorlog. Het had vermoedelijk ook niet te maken met een beter leger, want voor zover bekend gebruikten alle Italische legers vergelijkbare uitrustingen. Romes netwerk van bondgenoten was evenmin uniek. De Etrusken waren verbonden in een statenbond en de Samnieten vormden een federatie.

Gedachtenexperiment

Ik wil een gedachtenexperiment doen. We nemen als speelbord Italië in gedachten, met alle steden en stammen als spelers. Elk daarvan krijgt een aantal kengetallen, die corresponderen met het agrarische oppervlak (en dus bevolkingsomvang); verder voor toegang tot handelswegen. Deze getallen bepalen de kracht waarmee een staat zijn beleid kan uitvoeren. De relatie tot de buren kunnen we bepalen aan de hand van andere factoren: een punt erbij als er economische banden zijn of als er etnische verwantschappen zijn. Dus 0, 1 of 2. Is die 2, dan ontstaat een bondgenootschap. Als er conflicten zijn tussen twee steden, trekken we een punt af.

Lees verder “De Romeinse expansie (of zoiets)”

MoM | Physics of Society (3)

De eerste complexe samenlevingen: dat had de computersimulatie redelijk goed – op de Balkan loopt ze iets op de feiten vooruit en in Nubië loopt ze achter

In het vorige stukje heb ik getoond hoe de physics of society toepasbaar zouden kunnen zijn op het historisch proces. Het is maar al te begrijpelijk dat mensen dit niet beschouwen als echte geschiedwetenschap. Het lijkt niet op wat studenten leren. De kritiek is echter niet altijd even terecht. Zo wordt weleens beweerd dat de variabelen zó worden gekozen dat alleen de juiste uitkomst eruit kan komen. Ik hoop dat mijn beschrijving van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog duidelijk maakt dat dat verwijt onjuist is. Wat vermoedelijk wél waar is, is dat de auteurs het zojuist beschreven artikel vermoedelijk niet gepubliceerd zouden hebben als ze de plank spectaculair misgeslagen zouden hebben.

Het ontstaan van oude beschavingen

Een oudheidkundig voorbeeld dateert uit 2013 en is afkomstig van een team waarvan Peter Turchin de bekendste is (“War, space, and the evolution of Old World complex societies”). De onderzoekers verdeelden Afrika, Azië en Europa in vakjes van 100×100 kilometer en wezen aan de diverse vakjes kengetallen toe die de hoogte en het terreintype representeerden, dus of het een steppe, woestijn of landbouwgrond was. Hierbij gold overigens dat woestijnvakjes waar een rivier doorheen stroomde, gold als landbouwgrond. Dit was, om zo te zeggen, het speelbord, met die kanttekening dat het landbouwgebied in de gesimuleerde tijd (1500 v.Chr. – 1500 na Chr.) langzaam groeide.

Lees verder “MoM | Physics of Society (3)”

MoM | Physics of Society (2)

65536 coalities en hun interne frictie. Slechts twee coalities zijn stabiel.

In het eerste stukje legde ik uit dat “physics of society” veronderstelt dat veel menselijke gedragingen zijn te herleiden tot een beperkt aantal regels, die je in een computerprogramma kunt simuleren. Daarmee zijn vooral onverwachte gebeurtenissen te verklaren. Het ging in dat eerste stukje echter om alledaagse situaties. Kun je de methode ook gebruiken op de menselijke geschiedenis?

Het antwoord is ja. Het lijkt mogelijk dat je, door zo’n computersimulatie duizenden keren te draaien, kunt benaderen welke factoren er nu werkelijk toe doen. De implicatie is dat je dan ook de toekomst kunt voorspellen en dat voelt als slecht verzonnen science fiction.  Misschien is het ook wel zo, maar laten we eerst eens kijken naar wat mogelijk is.

Lees verder “MoM | Physics of Society (2)”

MoM | Physics of Society (1)

Muurschildering ter ere van Van der Waals (Leiden)

Geschiedenis is méér dan “het ene ding na het andere” of “vroeger zag het er hier zo uit”. De historicus probeert het verleden niet alleen te beschrijven maar ook te verklaren. Dat kan door wetmatige verbanden oorzaken aan te wijzen, ongeveer zoals in de natuurwetenschap gebeurt; het kan door oorzaken op te sporen via vergelijkingen; en het kan door je in de mensen van vroeger ein zu fühlen (wat we hermeneuiek noemen).

Sinds enkele jaren is er een nieuw type verklaring waarvoor in feite geen naam is. Ik houd niet van het anglicisme “physics of society”, zoals deze verklaringswijze weleens wordt aangeduid. Wat nog erger is: de naam suggereert teveel. In enkele minuten zult u weten dat het niet zo nodig is de fysica erbij te halen. Maar voor we daar zijn eerst iets anders. Spreeuwen.

Lees verder “MoM | Physics of Society (1)”

Uitstervende religies (2)

Een christelijk knekelkistje (Samarkand)

Ik vatte in mijn vorige blogpost het boek Het vergeten christendom van Philip Jenkins samen. Het is een mooi boek over het oosterse christendom, dat u zeker moet lezen, maar dat voor mij toch iets onbevredigends had.

Er zijn om te beginnen wat vergissingen. Van de “academie” van Gondesjapoer in het zuidwesten van Iran, waar christelijke geleerden Grieks-Romeins gedachtengoed zouden hebben doorgegeven aan de islam, is aannemelijk dat ze minder belangrijk is geweest dan wel is aangenomen. (De academie wordt nergens in de Perzische bronnen genoemd, wat toch enigszins verontrustend is.) Of een ander punt: hoewel Jenkins opmerkt dat de Luxenberg-these over het ontstaan van de islam uit het oosterse christendom niet zonder critici is gebleven, gunt hij deze ideeën wel erg veel ruimte.

Lees verder “Uitstervende religies (2)”