De Hondsrivier

Nahr al-Kalb

De Hondsrivier (Nahr al-Kalb) stroomt even ten noorden van Beiroet uit in zee. Veel stelt het niet voor, maar boven de zuidelijke oever verrijst een hoge rotswand, die door de eeuwen heen op generaals een onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft uitgeoefend: iedereen wilde er zijn naam inhouwen. De eerste was de Egyptische farao Ramses II, die drie inscripties achterliet nadat hij Syrië had gepacificeerd in de reeks campagne die culmineerde in de beroemde slag bij Kadesj (1274).

Toen Egypte op zijn beurt was onderworpen door de Assyriërs, liet koning Esarhaddon zijn portret in de rotsen houwen. Vanzelfsprekend naast dat van Ramses. Daarop volgden de Babylonische koning Nebukadnezar, een Griekse heerser wiens naam niet langer leesbaar is, de Romeinse keizer Caracalla, een Romeinse gouverneur… De jongste inscriptie brengt het einde van de Israëlische aanwezigheid in Libanon in herinnering.

Ik had de reliëfs al eens gefotografeerd, op één na, namelijk dat van Nebukadnezar, dat op een onmogelijke plek zit: zeer laag, vlak boven het rivierwater, naast een brug en – voor zover ’ie niet overgroeid was met planten – verborgen achter de enorme hoeveelheid rommel die in de loop der jaren vanaf het brugdek naar beneden is gegooid.

nak
Ook zonder machete wisten we het reliëf te bereiken

Vandaag hadden we de tijd om erheen te klauteren. Waren wij Indiana Jones, wij waren voorzien van een machete, maar door ons vast te houden aan allerlei takken wisten ook wij, mooiweerarcheologen, uiteindelijk door het kreupelhout te komen, waarbij we overigens het geluk hadden dat iemand een pallet van de brug af had gesmeten die precies was neergekomen op een moeilijk begaanbaar stuk.

Uiteindelijk kwamen we bij de rotswand. Het grondwater bleek hier behoorlijk hoog te staan en heeft het centrale deel van het reliëf, waar het portret van de Babylonische koning zich ooit moet hebben bevonden, compleet vernietigd. Alleen links- en rechtsboven waren nog stukken spijkerschrift zichtbaar, en goed leesbaar. Minder leuk is dat mossen zich in de steen hebben vastgezet en er barsten in maken. Het zal niet lang duren voor ook de laatste resten van de inscriptie kapot zullen zijn.

Het is te laat voor conservering, en bovendien: echt nodig is het niet. De inscriptie is allang bekend en kan door iedereen die haar wil lezen, gewoon worden geraadpleegd. Voor geschiedenisliefhebbers zal de schade dus gering zijn, en dat geldt ook voor toeristen, want te oordelen aan de dichtheid van de vegetatie waren we de eerste gekken in een heel, heel lange tijd die probeerden het reliëf te bereiken.

Deel dit:

2 gedachtes over “De Hondsrivier

  1. MNb

    Nou, mooiweerarcheoloog, reken maar niet dat ik was meegegaan met die klimpartij. Een machete heb ik wel.
    Ik heb gelachen.

  2. Misschien is het verlies geeen ramp omdat er publicaties zijn, maar als historicus weet ik dat zulke bronnen ook wel eens verloren gaan. Steen is niet voor de eeuwigheid, ik weet het (deze blog bewijst het), maar het is voor langer dan papier (of bits).

Reacties zijn gesloten.