
De Amerikaanse predikant Jim West is een van de grappigste bloggers van de wereld. Je moet wel heel humorloos zijn om niet af en toe te lachen, en je hoeft niet religieus te zijn om te zien dat hij regelmatig iets van waarde vertelt. Zijn blog illustreert vooral hoe belangrijk formele scholing is: hij denkt gestructureerd, weet waarom en hoe hij tot een bepaald oordeel komt en weet ook waar dat in het grote plaatje past.
Voor iemand die, zoals ik, bijna dagelijks wordt geconfronteerd met zelfbenoemde historici, die niets begrijpen van de historische methode, is het een verademing om te zien dat er nog mensen zijn die zich bezighouden met de geesteswetenschappen en wél een methode volgen. Kortom, ik waardeer hem, en als ik het oneens ben met West, is het omdat ik zijn premissen niet altijd deel.
Vandaag citeert hij een fraaie opmerking van Luther, die op zijn beurt weer een paar woorden aanhaalt van Hieronymus, de vroeg-christelijke Bijbelgeleerde. Deze beweerde dat
het onder de Joden verboden was dat iemand onder de dertig het eerste hoofdstuk van Genesis voorlas of aan anderen uitlegde. Ze wilden dat iemand voldoende kennis had van de gehele Schrift voordat hij aan dit hoofdstuk begon.
Voor West is het aanleiding om te verzuchten dat ook tegenwoordig veel mensen het hoofdstuk verkeerd uitleggen.
Certainly no one should be allowed to expound it without theological training. It’s lack of proper skill-set which allows ignorance to flourish and false explanation to abound.
Wat hij zegt, geldt volgens mij voor iedere antieke tekst. En dat heeft een reden. Wat de Joden zich bewust lijken te zijn geweest, al zullen ze het niet hebben kunnen benoemen, is dat je hersens tussen je dertigste en vijfendertigste anders gaan werken. Tot je dertigste denk je meer analytisch, daarna denk je meer synthetisch. Onaardig gezegd is die latere fase er een van verstarring, maar het stelt mensen in staat een heel vakterrein te overzien en het kaf van het koren te scheiden.
Daarom moeten onderzoekers hun proefschrift schrijven als twintigers, terwijl – althans in de geesteswetenschappen – de echt interessante boeken, waar je als gebruiker iets aan hebt, pas heel laat in een mensenleven worden geschreven. Huizinga was zevenenveertig toen hij het Herfsttij schreef, Romeins Breukvlak verscheen postuum, de Mechanisering van Dijksterhuis was het product van iemand die al achtenvijftig was.
Er is al vaker geopperd dat er minder gepubliceerd moet worden, opdat de kwaliteit hoger is. Voor de geesteswetenschappen heb ik wel eens gedacht dat mensen voor hun dertigste een proefschrift zouden moeten schrijven, dan tien jaar niet mogen publiceren opdat ze zich in de breedte kunnen ontwikkelen, en dat ze dan pas na hun veertigste echt aan een academische loopbaan kunnen beginnen. Dat zou in elk geval een systeem zijn dat, anders dan het huidige, rekening houdt met de ontwikkeling van ons brein.
Het staat echter te bezien of het kan worden ingevoerd zonder de hele universiteit op de schop te nemen – iets waar ik wel voor pleit, maar waarvoor ik vooralsnog vooral bijval krijg buiten de universiteit.
Reblogged this on Zwinglius Redivivus and commented:
I don’t read much Dutch unless it overlaps with German… But I think I;ve been cussed out!
“dan tien jaar niet mogen publiceren”
De ontwikkeling van het brein is daar niet de enige reden voor. Er zijn twee facetten aan de reductionische wetenschappelijke methode – het opsplitsen in steeds gedetailleerdere deelvragen is de eerste. Alleen, zo heb ik bij methodologie geleerd toen ik nog politicologie aan de universiteit studeerde, daarna moet je wel de omgekeerde weg afleggen om een antwoord op de oorspronkelijke vraag te formuleren.
Dat gaat niet samen met blijvende specialisering en dus is ontwikkeling in de breedte een vereiste. Universiteiten mogen hierbij niet in de weg staan als hun doel wetenschappelijke kennis is.
De spijker op de kop: er is een spanning tussen wetenschap en universiteit. En zo zoetjesaan wordt die spanning onverantwoord groot.
Op jouw aanbeveling zal ik Jim West minstens een tijdje volgen. Zo’n vijf jaar geleden ben op zoek gegaan naar goede theologie en religiefilosofie. Jim West zal de namen Feser, Craig, Plantinga en Haught wel kennen. Het gebrek aan natuurwetenschappelijke kennis stelde me niet teleur. Het was voor mij wel onacceptabel dat ze zichzelf weigerden te corrigeren als ze op hun fouten werden gewezen. Ik heb in een Nederlands proefschrift mogen lezen dat de evolutietheorie een toevalstheorie is, ondanks dat ik de auteur er een jaar voordien op heb gewezen dat dat niet zo is en het binnen een paar minuten valt na te trekken.
En dat is maar één voorbeeld.
Dus ik hoop dat Jim West anders is – hij zou de tweede zijn die ik tegenkom.
Fijn, Jona, dat je al tegen de vijftig loopt !!!
Wat een geluk, Jona, dat jij de vijftig nadert ! Ben
Wrijf het maar in…
“no one should be allowed to expound it without theological training”
Voor sommigen wil ik wel een uitzondering maken.
http://www.answersingenesis.org/get-answers/features/dragons-fact-or-fable?utm_source=homepage&utm_medium=banner&utm_campaign=dragons-fact-fable
De schrijver is 62, dus denkt ook synthetisch. Je wilt evolutiebiologen en atheïsten toch niet het plezier van deze groteske nonsens ontzeggen?
Heel zachtjes wil ik schrijven dan sommigen ongeacht hun leeftijd nooit iets wetenschappelijks mogen publiceren ………
Mijn blog bestaat al 5 jaar niet voor niets alleen uit anekdotes en persoonlijke gedachten.
Vriendelijke groet,