Ik vond toevallig de bovenstaande afbeelding: Mainz, zoals het eruitzag in 1880, toen Multatuli er wel eens kwam. Hij woonde in die tijd in Ingelheim, waar hij in 1887 overleed. De sofa waarop hij insliep, staat in het Multatuli Museum in Amsterdam.
De Nederlandse schrijver had enkele jaren eerder de Mainzer Beobachter verzonnen, om zijn eigen mening te kunnen toevoegen aan de nieuwsuittreksels uit de Rijnlandse media die hij destijds maakte voor de Opregte Haarlemsche Courant. Over die hoax leest u hier meer.
Zelf houd ik erg van Mainz, waar ik ooit eens aanspoelde toen ik uit Rome terug naar Nederland reisde. Ik overnachtte er en ontdekte dat het een ontzettend leuke stad is die alles biedt wat Duitse steden zo prettig maakt. Ik ben er vaak terug geweest, ook om de fenomenale oudheidkundige musea:
- het Römisch-Germanisches Zentralmuseum,
- de tempel van Isis en Magna Mater,
- het Landesmuseum,
- het Museum für antike Schifffahrt.
Ik ben overigens niet zó’n vakidioot dat ik niet zou kunnen toegeven dat je vooral naar Mainz moet gaan om het Gutenbergmuseum.
Ik houd trouwens ook van de zojuist geciteerde krantennamen, die toch heel wat beter klinken dan vlakke titels als De Volkskrant of het Handelsblad, om van Nieuwe Rotterdamse Courant maar te zwijgen. Het mooiste is natuurlijk de titel van de krant van het Duitse Moezelgebied, Der Trierischer Volksfreund.
Ik vind Trouw dan wel weer een heel aparte naam voor een krant…
Voor kleurrijke namen moet je in Nederland bij de lokale sufferdjes zijn, zoals bijv. De Groninger Gezinsbode of in Rotterdam De Havenloods.