Er zijn legio grappen over de politiek en u kent ze ook wel. “Vertel mijn moeder niet dat ik in de politiek ben gegaan, want ze denkt dat ik piano speel in een hoerenkast.” De Leidse docent Economische en Sociale Geschiedenis die zich in schaamte wentelt omdat hij Mark Rutte een genade-zesje heeft gegeven voor economie. Een door de overlegcultuur verwarde ambassadeur die niet weet wie hij moet omkopen.
Ik denk dat het eigenlijk wel meevalt. Niet alle politici zijn mediageile carrièrejagers. Het is niet altijd links lullen, rechts zakkenvullen. Lang niet alle beleid is irrationeel. Onze premier mag dan meer beloven dan hij waarmaakt, een slecht historicus zijn en niet kunnen rekenen, het zou me verbazen als hij ook corrupt was. Ik ben cynisch genoeg om aan te nemen dat de competitieve sfeer in het parlement onze volksvertegenwoordigers geregeld verleidt tot standpunten die eerder opvallend zijn dan weldoordacht, maar diezelfde competitieve sfeer verhindert dat zulke standpunten een lang leven is beschoren. Misschien ben ik naïef, maar dat zij zo.
Oldenbarnevelt
Maar soms wrijf ook ik mijn ogen uit. Zoals vrijdag, toen Ronald van Raak van de SP opperde dat er een standbeeld van Johan van Oldenbarnevelt op het Binnenhof moest komen. Dat is een respectabel voorstel. Er mag zeker wat meer aandacht komen voor een van onze grootste staatslieden. Hij stelde echter óók voor om de grafkapel onder de voormalige hofkapel te openen om te zien of daar het lichaam en de schedel van Van Oldenbarnevelt zouden liggen. En dat is nou niet zo’n tof idee.
Zo’n opgraving is namelijk geen archeologie, die een wetenschappelijk doel dient, maar grafschennis. Ik heb wel eens geschreven over het opgraven van het stoffelijk overschot van Cervantes, een handeling die noch ons inzicht in het verleden vergroot noch de Quichot grappiger maakt. Wetenschappelijk noch literair wordt er winst mee geboekt. Dat geldt ook voor een opgraving van het lijk van Van Oldenbarnevelt: ze dient geen enkel archeologisch of historisch belang.
Politiek en wetenschap
De politiek moet de wetenschap – in dit geval de archeologie – geen instructies geven, zelfs geen suggesties doen. Politici moeten wetenschappers hun eigen gang laten gaan, zoals politici zich in hun openbare functie ook dienen te onthouden van commentaar op rechterlijke uitspraken, kerkelijke dogma’s of arbitrale dwalingen. Daar gaat de politiek niet over. Punt.
Omdat ik denk dat onze politici zo beroerd niet zijn, ga ik er vanuit dat Van Raak eigenlijk ook wel weet dat de wetenschap niet gepolitiseerd moet worden. Ik denk dat hij een leuk idee had – zijn filmpje is enthousiast – en er iets te verliefd op was om nog kritisch te zijn. Zoiets gebeurt ons allemaal wel eens en dat is meestal ook niet erg. Politici zijn in dit opzicht net mensen en gelukkig verhindert de competitieve sfeer rond het Binnenhof dat ondoordachte standpunten een lang leven is beschoren.
Erfgoedwetgeving
Maar dat is nu het rare: Van Raak kreeg bijval van Alexander Pechtold van de D66. Die heeft zich nog afgelopen dinsdag in de Kamer beziggehouden met de nieuwe Erfgoedwetgeving en zou toch moeten weten dat een besluit over de grafkelder onder de voormalige hofkapel dient te worden genomen door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Natuurlijk is het graf van Van Oldenbarnevelt geen werkelijk zorgwekkende zaak, maar het incident suggereert dat de politiek niet goed begrijpt dat archeologie en geschiedenis wetenschappen zijn en dat die niet gepolitiseerd mogen raken. Het streven naar objectiviteit is voor archeologen en historici al moeilijk genoeg zonder dat politici advies komen geven. Dat de Kamerleden de onafhankelijkheid van de wetenschap niet herkennen, is weer wel zorgwekkend.
Instemmende groet,
Mooi verhaal. Toch denk ik dat Van Raak de archeologen niet voor de voeten heeft willen lopen. Althans, niet bewust en zeker niet opzettelijk. Zeer waarschijnlijk heeft hij hiet stilgestaan bij de consequenties van zijn op zichzelf helemaal niet zo’n slechte idee, dus het gaat mij wat te ver om hem te betichten van het voor de voeten lopen van ons, archeologen, laat staan van het niet serieus nemen van archeologie en geschiedenis als wetenschap. Dat zijn óók overdrijvingen, Jona!
Iets anders is het gesteld met de reactie van Pechtold. Daaruit blijkt mijns inziens zonneklaar dat voor hem erfgoed niets meer is dan een stel rechts- en spelregels en dat hij, nota gene en ex-veilingmeester, inmiddels ver weg is geraakt van datgene waar het werkelijk om gaat: behoud van ons erfgoed in situ (!)! Maar ja, die laatste term wordt tegenwoordig door zoveel politici, overheden en ontwikkelaars getreden dat de term zelf inmiddels tot een lachertje in de Nederlandse archeologie is geworden.
Voortbordurend op dit thema zou mijn stelling zijn: richt een standbeeld voor mijn naamgenoot op, maar blijf af van zijn mogelijke graf. Wat dat betreft ben ik het roerend met je eens Jona.
Ik heb niet beweerd dat Van Raak met opzet probeert de archeologie te politiseren. Ik schrijf immers dat ik denk dat hij verliefd was op een leuk idee en daardoor onvoldoende kritisch. Evengoed zou er een soort zelfcontrole moeten zijn op Kamerleden die openbare uitspraken doen.
“Het streven naar objectiviteit is voor archeologen en historici al moeilijk genoeg zonder dat politici advies komen geven.”
Inderdaad. Deze zin deed mij denken aan een tekst van jou in een reader die ik ooit voor mijn studie moest lezen. Daarin beschrijf je de geschiedenis van de theoretische archeologie tot aan de (toen) huidige situatie aan de VU (Roymans, Slofstra en Theuws). Wat ik mij afvroeg is of je dat verhaal nog ergens anders gepubliceerd hebt? Ik ben ook wel geïnteresseerd in of je nu denkt dat ‘de stroming van Slofstra en de zijnen’ er in geslaagd is het postmoderne relativisme te omzeilen.
Ik heb een deel ervan opgenomen in “De klad in de klassieken”. Dat gaat niet over de VU-mensen; ik kon er in dat boek niets mee.
Dank je, die heb ik trouwens nog op de plank liggen bij ’te lezen’. Jammer dat je er in dat boek niets mee kon, ik denk namelijk dat het antwoord op de vraag of archeologie het postmoderne relativisme kan omzeilen sterk bepaald of wij archeologie wel een wetenschap mogen noemen. En ja, dat zeg ik als archeoloog. But I digress.
Zijn er eigenlijk wel voldoende aanwijzingen dat de oude baas daar ook zou liggen?
Geschiedenis, zeker politieke geschiedenis maar eigenlijk alle, is volgens mij nooit helemaal los te maken van politiek.
Eens en precies daarom houd ik vol dat JL’s vak wel degelijk relevant is. Maar daar wil hij (nog?) niet aan. Uiteraard is dat alleen maar extra reden om politici te weren van de inhoud van wetenschappelijke onderzoek.
Ik zeg niet dat mijn vak niet relevant is. Ik zeg dat oude geschiedenis niet relevant is. Het verre verleden heeft nauwelijks vormende werking op wie we zijn, enkele uitzonderingen daargelaten. Wat wij doen, hoe wij denken, is bepaald door de gebeurtenissen uit het recente verleden, laten we zeggen de twintigste eeuw. Het verdere verleden heeft geen invloed en is in die zin irrelevant.
Wat wél relevant is, is het nadenken over dat verre verleden. Dat is een oefening in denken over wat we niet weten. Daarom werkten vroeger zoveel classici, archeologen en oudhistorici bij de militaire inlichtingendiensten.
Ah, dank je voor de verduidelijking, want dat had ik tot nu toe niet begrepen.
De vroege 17e eeuw is nog niet zo’n heel ver verleden -de Nieuwe Tijd net wat u zegt – en heeft nog enige relevantie of in elk geval geeft een verre echo voor discussies over de identiteit van de Nederlandse staat en de rol van de Oranjes. Van Raak, SP, gaat in de traditie staan die begon met Staatsgezinden en Patriotten waarin voor de twee belangrijkste staatslieden uit de Republiek die geen lid van het Oranjehuis waren dus Van Oldenbarnevelt en Johan de Witt de plaats wordt opgeëist die hen zou worden onthouden. Pechtold, D66, sluit zich zich hier gretig bij aan.
Van Raak is misschien ook beïnvloed door het recente gedoe rond Richard III.
Nog een opmerking voor wie het interesseert over de ‘rekkelijkheid’ van Van Oldenbarnevelt: die was er niet. Hij was juist een rechtzinnig calvinist, maar koos om politieke redenen toch voor de Remonstranten in het conflict met de Contraremonstranten en mede daarom koos prins Maurits voor de laatsten.
Ik denk dat het verstandig is onderscheid te maken tussen wat wij aan relevantie toekennen aan de zeventiende eeuw en wat er aan relevantie is. Die zou wel eens gering kunnen zijn.
Overigens heb je denk ik gelijk met die vergelijking met Richard III.
Ik hoop dat wel duidelijk was dat ik aan de kwestie geen objectieve relevantie toe ken maar probeerde te verduidelijken waarom 21ste eeuwse politici iets willen doen met Johan van Oldenbarnevelt. Het is trouwens curieus dat een SP’er als Van Raak zo enthousiast wordt van een oligarch als Van Oldenbarnevelt die volop financieel profiteerde van zijn positie als Landsavocaat (ai alweer met de ogen van vandaag naar vroeger gekeken) maar dit zal meer Van Raak de historicus zijn.
Juist omdat er altijd niet-wetenschappelijke aspecten in de geschiedvorsing meespelen, moeten historici altijd op hun qui vive zijn. Praatjesmakers richten grote schade aan. De nadruk moet – in elk geval in de omgang met het grote publiek – liggen op datgene wat nog het minst politiek is: uitleg van de methode. Dat komt goed uit, want het nadenken over wat we niet weten, is ook het meest relevante deel van de geschiedenis.
Men wil een standbeeld van Van Oldenbarnevelt en men wil zijn grafkelder openen. Eén plus éen is twee …
Als het aan een aantal betrokken inwoners van Amersfoort ligt, wordt 2019 het Johan van Oldenbarneveltjaar. Er is al het nodige in gang gezet waarbij Amersfoort nauw samenwerkt met Rotterdam en Den Haag. Op de hoogte blijven? Stuur een mail naar stichtingjvo@gmail.com