Weinigzeggende cijfers

amsterdam_wallen

Onlangs blogde ik weer eens over prostitutie. Ik vergeleek de activiteit met een waterbed: als ze op één plaats verdwijnt, gaat ze naar een andere. De vraag is immers constant en sekswerk kan makkelijk andere vormen aannemen. De sekswerker die vandaag in een club werkt, ontvangt haar klant morgen thuis. Wie in april in Nederland is, kan in mei werken in Duitsland. Iemand kan van de vergunde sector overstappen naar de illegaliteit.

Ook de grens van sekswerk is fluïde. De vrouw die steeds als ze omgang heeft gehad met haar vriend een cadeautje krijgt – u herkent misschien de situatie uit Cees Nootebooms Rituelen – is volgens de een een prostituee, terwijl anderen het ongeneeslijk romantisch vinden.

De vormloosheid van prostitutie maakt het moeilijk goed beleid te ontwikkelen. Gelukkig weten we wel wat slecht beleid is: ramen sluiten, zoals in Alkmaar en in Utrecht is gebeurd. Dat betekent namelijk dat de activiteit zich verplaatst naar plekken waar de politie er niets van ziet en dat komt de veiligheid niet ten goede. Lange tijd wist de politie tenminste waar ze moest kijken en wisten de vrouwen waar ze hulp konden krijgen. Ik neem aan dat er alarmknoppen waren. Nu de ramen zijn gesloten, is de politie in Noord-Holland bezorgd over thuisprostitutie, terwijl de universiteit van Utrecht een vernietigend rapport heeft geschreven over de gevolgen van de Utrechtse ramensluiting:

Veel prostituees zijn in het illegale circuit terechtgekomen … Ze ontvangen hun klanten in hotels of thuis, waar weinig bescherming is.

De trouwe lezers van deze kleine blog wisten dit alles al. Nu het vervolg.

De gemeente sprak tegen dat er een verschuiving was van de Utrechtse prostitutiezone, het “Zandpad”, naar de illegaliteit, wat er weer toe leidde dat de gemeenteraad wilde weten waarop dat was gebaseerd. Volgens De Utrechtse Internetcourant [[dode link]] antwoordde de gemeente dat er sinds de sluiting van de ramen ongeveer vijfentachtig illegale sekswerkers zijn aangetroffen, waarvan er zes afkomstig waren van het Zandpad.

De conclusie dat veel oud-Zandpad sekswerkers nu illegaal in de prostitutie in Utrecht werken, wordt niet met onze cijfers bevestigd.

Dat klopt. Deze cijfers bevestigen namelijk helemaal niets. Daarom wijd ik maar weer eens een stukje aan deze problematiek, tegen beter weten in hopend dat het iets uithaalt.

Als je wil weten hoeveel Utrechtse prostituees illegaal zijn gegaan, zul je een representatieve groep sekswerkers moeten ondervragen. Dat is in Utrecht echter niet het geval: de vijfentachtig waar men naar kijkt, zijn vrouwen die in aanraking kwamen met de politie. Dat is vermoedelijk geen aselecte steekproef. Het is mogelijk nog erger, als – het artikel suggereert het, al staat het er niet letterlijk – die vijfentachtig mensen allemaal zijn aangehouden in “seksinrichtingen… in bijvoorbeeld hotels, woonhuizen en massagesalons”. Dan heb je de individueel werkende prostituee dus niet in het vizier en is de steekproef zeker niet aselect.

Ik vermoed bovendien dat die vijfentachtig mensen zijn aangetroffen in hetzij de gemeente Utrecht, hetzij Nederland. Maar dan beperk je de steekproef. Een prostituee die kiest voor de illegaliteit, kan immers ook gaan werken in het buitenland.

Het erge aan de zaak is dat ze een herhaling van zetten vormt. In de jaren negentig sloot de gemeente Amsterdam de Theemsweg, waar destijds veel heroïneprostitutie plaatsvond. Niemand weet waarheen deze zich heeft verplaatst. Dat betekende dat de politie niet langer kon ingrijpen als een klant een vrouw lastigviel. Het betekende ook dat het niet langer mogelijk was de slachtoffers te helpen als ze wilden afkicken of uit het vak wilden stappen.

Prostitutie is fluïde en we hebben daarom maar enkele zekerheden: (a) er zullen altijd sekswerkers zijn, (b) de politiek zal daar nooit adequaat beleid op formuleren, omdat (c) het moralistische uitgangspunt dat seks niet verkocht behoort te worden, steeds opnieuw leidt tot irrationele oplossingen. En dus herhalen we de fouten. Of je prostitutie nu legaal of illegaal wil hebben – niemand kan blij zijn met ondoordacht beleid of de onhoudbare gelegenheidsantwoorden die de Utrechtse gemeenteraad te horen heeft gekregen.

Deel dit:

3 gedachtes over “Weinigzeggende cijfers

  1. Wies de Winter

    Mijn goede vriend Giles gebruikt hele andere termen voor zijn putemènes aan het oude Zandpad.

    Hij heeft me wel eens uit de doeken gedaan hoe dat nu precies zit met zijn putemènes. Lina de roemeense vrouw van Giles is een schat van een vrouw en gemeenschap keurig drie keer in de week, wat wil een man nog meer en vrouw. Maar huiselijke intercourse vaart onder de noemer van christelijke waarden van vooral naastenliefde en bescheidenheid. En mijn goede vriend wil ook wel eens eigenliefde in gemeenschap daar heeft hij dan zijn putemènes voor. Zichzelf zijn bij een ander, en liefst toch christelijk legaal, want zo legt Giles, in het dagelijkse leven lid van de lekengemeenschap van de dominicanen, liefdevolle seks is ontstaan op het oude zand, het zand van het Oude Volk, de woestijnen van het Midden Oosten. Daar waar de liefde vurig werd bedreven in de tenten van Kebar, waar Abraham zijn lusten botvierden met zijn Saartje met als stille getuigen de harde puntjes zand. Daar waar Adam zijn vrouw Eva nog kende, evolueerde de gemeenschap in de tent tot een gepassioneerd liefdesspel tussen JaQob en Rachel, alleen al bij het zien van een stuk rijp exotisch fruit, een sappig rode granaatappel.

    De geschiedenis van geslachtelijke gemeenschap in de vorm van mateloze passie heeft mijn Giles doen besluiten op lichamelijke, zowel als op religieuze gronden naar zijn putemènes te gaan voor de meer ongebruikelijke gemeenschap, althans volgens de lieftallige Lina, die de regels van de het Vaticaan meent te moeten volgen. De paus mag dan uit zijn op wat heen en weer genoegens, bij god ligt dat heel anders. Het evolutionaire hoogtepunt lag bij YaQob en Rachel, God keek toe en zag dat het goed was, en opende afhaar binnenste gewanden.

    Hoeren en bijvrouwen hebben altijd een belangrijk deel voor zich opgeeist in de geschiedenis. Nog nooit heb ik gelezen over de echtelijke sponde, het laat in de historie van een volk, een leger, een keizer weinig indrukken achter. Ware eros is te vinden bij seksuele vereniging tussen onverenigbaren, tussen strijdbare. En juist daar spelen de putemènes een grote rol daar men in een huwelijk altijd uitgaat van het verenigbare volgens joods christelijke normen.

    Het oude zand kun je verbieden maar altijd zullen er mazen te vinden zijn voor zand dat tussen handen gleed om nieuwe plekken te bedenken om dat te laten stromen wat nu eenmaal stromen moet. Ongeremde seks tussen onverenigbaren.

    Het zou me niet verbazen als ik hier zelf niet terig op zou doen komen, er is wel zoveel te zeggen over dit principale onderwerp, de kern van de mensheid.

  2. JL:

    omdat (c) het moralistische uitgangspunt dat seks niet verkocht behoort te worden, steeds opnieuw leidt tot irrationele oplossingen.

    Is dat niet al (minstens) tweeduizend jaar zo?

    Ik vraag me daarom af of er wel reden is om te hopen op verbetering. Blijkbaar zit de verkrampte omgang met het onderwerp heel diep.

Reacties zijn gesloten.