
[Afgelopen zaterdag verzorgde ik een lezing voor de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie. Dat bood me de gelegenheid een reeks thema’s in één verhaal onder te brengen die op deze blog al vaker zijn behandeld. Het eerste deel is hier.]
Musea en citizen science
De archeologie is niet foutloos maar is er terecht trots dat ze ingebed is geraakt in de ruimtelijke ordening. Een archeoloog begrijpt dat hij zijn werk doet voor het publiek. Dat ik deze lezing verzorg, is een voorbeeld van die mentaliteit. U kunt het met me oneens zijn over wát ik zeg, maar niemand hier bestrijdt dát de archeologie een publieke taak heeft en dat het zinvol is de voorlichting professioneel uit te oefenen. Op soortgelijke wijze hebben de godsdienstwetenschappen een plaats in het kerkelijk leven. Het geldt in beide disciplines als normaal dat ze iets terug moeten doen voor het publiek. De praktijk van de classici en oudhistorici bewijst dat dit bepaald niet vanzelfsprekend is.
Zeer te prijzen vind ik dat de samenwerking met de musea zich voortdurend vernieuwt. Mijn favoriete voorbeeld is het Drive-in Museum in Woerden. Zie ik het goed, dan groeit het inzicht dat de tweede lijn moet worden ontwikkeld. Het archeologiemuseum in Brugge, klein als het is, is een goed voorbeeld: het toont niet de vondsten en de reconstructies, maar de technieken. Het zou helemaal mooi zijn als ook de diverse postprocessuele benaderingen zouden worden uitgelegd en als een derde lijn werd ontwikkeld, maar het is een stap in de goede richting.
Ik denk dat de archeologie ook tevreden mag zijn omdat ze al heel lang erkent dat het publiek niet alleen moet worden geïnformeerd maar ook een bijdrage kan leveren. Ik denk aan de hotspots maar ook aan de samenwerking met metaaldetectorspecialisten – die ik met opzet niet wil aanduiden als “amateurs” omdat ze vaak zeer professioneel te werk gaan. Een voorbeeld daarvan is de vondst in Lienden, waar de ontdekkers eigenlijk alles eerder in de gaten hadden dan de officiële wetenschappers. Dat is hun verdienste, zoals het de verdienste is van de wetenschappers dat ze al heel lang en heel erg goed aan wat tegenwoordig zo modieus “citizen science” heet.
Samenvatting
Laten we nog even kijken naar wat de bedoeling ook alweer is: wetenschap streeft naar zoveel mogelijk zo betrouwbaar mogelijke informatie zo snel mogelijk over te dragen aan een zo breed mogelijk publiek. Ik zou de volgende zaken willen benadrukken.
Eerste lijn
- Verstrek adequate informatie, vooral online maar ook met andere media; zorg dat deze informatie adequaat blijft; een website heeft een redactie.
- Bestrijdt desinformatie proactief. Het beletten van onzin is echt belangrijk – we moeten de tandpasta in de tube terug krijgen willen we überhaupt een toekomst hebben voor archeologie als wetenschap.
- De voorlichtingsagenda moet in het teken staan van adequaat informeren en niet worden bepaald door de belangen van de boekhandel. We willen tonen dat het verleden interessant is en we hoeven het niet te hypen met sensationalisme.
- Archeologen, classici en historici moeten samen optrekken omdat het publiek het onderscheid niet erkent.
- Investeer in een goede relatie met de pers. Dat wil zeggen: geen overdreven claims, geen berichten van het type “ik heb een subsidie” of “we hebben beroemde geleerde X benoemd”, wél journalisten uitnodigen en erkennen dat zij journalistieke belangen hebben.
- Erken dat voorlichting een vak is, zorg dat er academici zijn die het beheersen en zorg dat die bereikbaar zijn. Als Nico Roymans een leuke vondst heeft, moet DWDD een deskundige kunnen aantrekken en niet Herman Pleij.
Tweede en derde lijn
- Zorg voor goede uitleg van archeologische technieken en interpretatieve methoden en zorg dat je het ook zélf weet. Een archeoloog die een geschreven bron citeert en zijn hermeneutische strategie niet kan uitleggen oogt net zo onprofessioneel als een classicus die beweert dat de inkt van een oude papyrus met een spectrometer is gedateerd. En mensen herkennen dat.
- Twijfel hardop en toon mensen dat wetenschap niet de waarheid in pacht heeft maar een methode is om die waarheid te benaderen.
- Scheid wetenschap van bezorgdheid met spreekuren die verder gaan dan wat de hotspots momenteel bieden.
Vooruitblik
Wetenschap streeft ernaar zoveel mogelijk zo betrouwbaar mogelijke informatie zo snel mogelijk over te dragen aan een zo breed mogelijk publiek. Het publiek wordt echter sceptischer en dat werkt als een zwaan-kleef-aan. De Venlose mikve-affaire bracht de geloofwaardigheid van het gehele vak in diskrediet en de archeologen in Nijmegen betaalden tijdens de aquaductenaffaire de prijs. We hebben momenteel drie opties.
- Als we niets doen, zal deze scepsis blijven toenemen.
- Als we autoritair verder gaan à la Mary Beard of ons gelijk via de rechter halen, steken we ons draagvlak zelf in brand.
- Als we ons aanpassen en het publiek centraler stellen, als mensen begrijpen waartoe musea vol opgegraven potten en pannen dienen, winnen we draagvlak terug.
Dat is een grondiger omslag dan we ons kunnen voorstellen. Het betekent bijvoorbeeld dat de universiteiten van hun drie taken – onderzoek, onderwijs, overdracht – de prioriteiten moeten omkeren. Als je me met het pistool op de borst vraagt of deze omslag realistisch is, zeg ik “nee”. Je zag aan Science in Transition en De Nieuwe Universiteit dat ze de burger, voor wie de wetenschap is bedoeld, niet centraal durfden stellen. Tegelijkertijd is juist de archeologie een vakterrein waar kansen liggen. De hotspots zijn een heel goed initiatief, archeologen werken al samen met musea en vrijwilligers, het vak is al ingekaderd in de ruimtelijke ordening.
Vermoedelijk is zelfs het moment geschikter dan ooit. Het DNA-onderzoek kegelt immers alle gevestigde waarheden omver en over vijf jaar zal een opgraving er heel anders uitzien dan momenteel. De universiteiten staan voor de taak de programma’s compleet om te gooien. Ik speek hier bij een negentiende lustrum. Het is zomaar denkbaar dat u bij het eeuw-jubileum van het Groningse archeologische instituut kunt terugblikken op vijf jaar waarin de archeologie zichzelf én haar publieke taak geheel opnieuw heeft uitgevonden.
“Scheid wetenschap van bezorgdheid met spreekuren die verder gaan dan wat de hotspots momenteel bieden.”
Ik kan dit niet helemaal plaatsen. Verwijst dit naar een incident of gebeurtenis waar iets misging?
” gevestigde waarheden”
Je bedoelt gevestigde paradigma’s?
Ter eventuele verduidelijking: een waarheid kan niet omver worden gekegeld, en iets dat niet waar is is geen waarheid, hoe gevestigd ook.
Indien dit een voorbeeld is van het begrijpelijker maken voor een groot publiek, dan gaat er mijns inziens verloren wat woorden betekenen. Ik weet niet of dat helpt.