
[Afgelopen zaterdag verzorgde ik een lezing voor de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie. Dat bood me de gelegenheid een reeks thema’s in één verhaal onder te brengen die op deze blog al vaker zijn behandeld. Het eerste deel is hier.]
Musea en citizen science
De archeologie is niet foutloos maar is er terecht trots dat ze ingebed is geraakt in de ruimtelijke ordening. Een archeoloog begrijpt dat hij zijn werk doet voor het publiek. Dat ik deze lezing verzorg, is een voorbeeld van die mentaliteit. U kunt het met me oneens zijn over wát ik zeg, maar niemand hier bestrijdt dát de archeologie een publieke taak heeft en dat het zinvol is de voorlichting professioneel uit te oefenen. Op soortgelijke wijze hebben de godsdienstwetenschappen een plaats in het kerkelijk leven. Het geldt in beide disciplines als normaal dat ze iets terug moeten doen voor het publiek. De praktijk van de classici en oudhistorici bewijst dat dit bepaald niet vanzelfsprekend is.
Zeer te prijzen vind ik dat de samenwerking met de musea zich voortdurend vernieuwt. Mijn favoriete voorbeeld is het Drive-in Museum in Woerden. Zie ik het goed, dan groeit het inzicht dat de tweede lijn moet worden ontwikkeld. Het archeologiemuseum in Brugge, klein als het is, is een goed voorbeeld: het toont niet de vondsten en de reconstructies, maar de technieken. Het zou helemaal mooi zijn als ook de diverse postprocessuele benaderingen zouden worden uitgelegd en als een derde lijn werd ontwikkeld, maar het is een stap in de goede richting.
Lees verder “Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (6)”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.