Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (6)

Woerden, Drive-in Museum

[Afgelopen zaterdag verzorgde ik een lezing voor de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie. Dat bood me de gelegenheid een reeks thema’s in één verhaal onder te brengen die op deze blog al vaker zijn behandeld. Het eerste deel is hier.]

Musea en citizen science

De archeologie is niet foutloos maar is er terecht trots dat ze ingebed is geraakt in de ruimtelijke ordening. Een archeoloog begrijpt dat hij zijn werk doet voor het publiek. Dat ik deze lezing verzorg, is een voorbeeld van die mentaliteit. U kunt het met me oneens zijn over wát ik zeg, maar niemand hier bestrijdt dát de archeologie een publieke taak heeft en dat het zinvol is de voorlichting professioneel uit te oefenen. Op soortgelijke wijze hebben de godsdienstwetenschappen een plaats in het kerkelijk leven. Het geldt in beide disciplines als normaal dat ze iets terug moeten doen voor het publiek. De praktijk van de classici en oudhistorici bewijst dat dit bepaald niet vanzelfsprekend is.

Zeer te prijzen vind ik dat de samenwerking met de musea zich voortdurend vernieuwt. Mijn favoriete voorbeeld is het Drive-in Museum in Woerden. Zie ik het goed, dan groeit het inzicht dat de tweede lijn moet worden ontwikkeld. Het archeologiemuseum in Brugge, klein als het is, is een goed voorbeeld: het toont niet de vondsten en de reconstructies, maar de technieken. Het zou helemaal mooi zijn als ook de diverse postprocessuele benaderingen zouden worden uitgelegd en als een derde lijn werd ontwikkeld, maar het is een stap in de goede richting.

Lees verder “Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (6)”

Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (5)

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

[Afgelopen zaterdag verzorgde ik een lezing voor de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie. Dat bood me de gelegenheid een reeks thema’s in één verhaal onder te brengen die op deze blog al vaker zijn behandeld. Het eerste deel is hier.]

Factor 5

In het voorgaande heb ik het voorgesteld alsof het gezag van de wetenschap weliswaar afneemt, maar dat zij zelf vrijuit gaat. Maar zo simpel is het niet en dat brengt me bij de vijfde factor die helpt verklaren waarom wetenschappelijke informatie, ook archeologische, in diskrediet wordt gebracht. Archeologen doen het in de voorlichting weliswaar beter dan classici en oudhistorici en staan niet onder de verdenking die nieuwtestamentici weleens hebben dat ze eigenlijk zieltjes willen winnen, maar toch maken ook archeologen fouten en u weet waarop ik doel: de eindeloze overdrijvingen.

Je vindt het al bij Schliemann maar waar die tenminste nog bij leerde, zie ik in de archeologie steeds gruwelijkere overdrijvingen. Of het nu gaat om Toetanchamon of de Venlose mikve of Amfipolis of zo’n beetje alle opgravingen in Israël, steeds beweren archeologen meer dan ze kunnen waar maken.

Lees verder “Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (5)”

Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (4)

Nog steeds niet door Trouw gerectificeerde negentiende-eeuwse prietpraat.

[Afgelopen zaterdag verzorgde ik een lezing voor de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie. Dat bood me de gelegenheid een reeks thema’s in één verhaal onder te brengen die op deze blog al vaker zijn behandeld. Het eerste deel is hier.]

Factor 3

Een derde verklaring voor het afnemende gezag van de wetenschap en de toenemende populariteit van desinformatie is dat vraag en aanbod niet overeenkomen. Als er één ding is wat mij in de publieksvoorlichting steeds weer opvalt, is het dat het publiek is geïnteresseerd in het oude verleden, en niet in het oude verleden zoals archeologen het bezien, of het oude verleden zoals classici het bezien. Het publiek bekommert zich niet om de grenzen tussen de academische disciplines.

Een persoonlijk voorbeeld: ik heb een inleiding geschreven voor een vertaling van de teksten die de Romeinse auteur Tacitus heeft geschreven over de Germanen. Hoewel dat dus gaat over Latijnse literatuur, heb ik meer dan eens vragen gekregen over het meisje van Yde, omdat Tacitus veenlijken vermeldt. Omgekeerd heb ik, toen ik eens schreef over het meisje van Yde, vragen over Tacitus’ beschrijvingen van Germaanse executies gehad. Ik ben persoonlijk geen voorstander van al te nauwe specialismen, maar dat maakt me niet blind voor het simpele feit dat het in het huidige klimaat niet mogelijk is de wetenschappelijke opleidingen langer dan vier jaar te laten duren. Tegelijk vraagt het publiek dus om méér kennis van voorlichters dan de universiteiten aan studenten kunnen overdragen. Willen we echt iets doen voor het publiek, dan hebben we weer generalisten nodig.

Lees verder “Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (4)”

Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (3)

[Afgelopen zaterdag verzorgde ik een lezing voor de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie. Dat bood me de gelegenheid een reeks thema’s in één verhaal onder te brengen die op deze blog al vaker zijn behandeld. Het eerste deel is hier.]

Groeiende scepsis

Het is een bekende constatering dat er steeds meer hoogopgeleiden komen. In Vlaanderen heeft 50% van de schoolverlaters een hogere opleiding; in Nederland is de ambitie 50% in 2020. Deze mensen herkennen problemen als wetenschappers fouten maken – of beter: ze dénken problemen te herkennen – en dat leidt tot groeiende scepsis over bijvoorbeeld UMTS-masten en de klimaatverandering of tot wantrouwen als een wetenschapper zegt dat er geen verband is tussen vaccinatie en autisme.

Als u voorbeelden wil uit de archeologie, denk dan aan de Nijmeegse aquaductenaffaire, aan het voortleven van de ideeën van Delahaye, aan het afrocentrisme, aan de Macedonische kwestie, aan het krankjorume verhaal dat Trouw onlangs publiceerde over Mithras of de waanideeën van Mark Rutte over de val van het Romeinse Rijk. Of denk aan de problemen die andere oudheidkundigen ondervinden met creationisten of Iraanse nationalisten die de Cyruscilinder beschouwen als mensenrechtendocument. Kortom: mensen denken wetenschappelijke wartaal te herkennen, beginnen voor zichzelf en verspreiden vervolgens zelf wartaal. Hoe komt dat? Anders gezegd: als de archeologie er is voor de burger, en als we de archeologie hebben ingebed in de ruimtelijke ordening en als we burgers steeds hoger opleiden – kortom, als we het zo slecht niet doen, waarom merkt iedereen die actief is in de voorlichting dan dat de burger almaar sceptischer wordt?

Lees verder “Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (3)”

Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (2)

[Afgelopen zaterdag verzorgde ik een lezing voor de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie. Dat bood me de gelegenheid een reeks thema’s in één verhaal onder te brengen die op deze blog al vaker zijn behandeld. Het eerste deel is hier.]

Zwijgende archeologen

Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? Voor de burger, zei ik, maar in de praktijk kan dat beter. Eén voorbeeld: enige tijd geleden nodigden de Nederlandse wetenschappers de Nederlandse burgers uit om vragen te stellen, die zouden worden meegenomen bij het vaststellen van het toekomstige wetenschapsbeleid. Hoeveel mensen op de uitnodiging zijn ingegaan, weet ik niet, maar er lagen uiteindelijk zo’n 13.000 vragen en het aanvankelijk geopperde vermoeden dat er alleen maar flauwe vragen zouden zijn, is beslist geen bewaarheid geworden. Ondanks dit succes van de Nederlandse Wetenschapsagenda namen de archeologen niet de moeite de burgers een antwoord te geven. Als we archeologie bedrijven voor de burger, hebben we het vorig jaar lelijk laten afweten. De classici en oudhistorici deden overigens ook weinig vermeldenswaardigs.

Ik denk dat een rol speelt dat de oudheidkundigen het antwoord een beetje zijn vergeten. We hebben immers, toen Halbe Zijlstra zogenaamd niet wist wat hij moest “met musea vol opgegraven potten en pannen”, ook niet werkelijk lik op stuk gegeven. De Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland stelde onlangs de vraag waarom archeologie belangrijk was, in de hoop een korte, puntige formulering te krijgen om effectief te kunnen lobbyen. Uit het feit dat de vraag gesteld werd, valt af te leiden dat we het gezochte mantra niet paraat hebben.

Lees verder “Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (2)”

Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (1)

[Een tijdje geleden blogde ik over de vraag “Waarom is archeologie belangrijk?”, de vraag die de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland onlangs stelde in de hoop een puntige formulering te vinden waarmee viel te lobbyen. Dat stukje viel blijkbaar in de smaak, want het leverde me een uitnodiging op van de alumnivereniging van het Groninger Instituut voor Archeologie: wilde ik eens een lezing komen verzorgen? Dat doe ik deze zaterdag. Vanaf morgen blog ik over wat ik ongeveer heb gezegd. Hier is alvast het begin.]

Als het niet al te onbescheiden is jezelf op de eerste plaats te zetten, zou ik willen beginnen iets over mezelf te vertellen. Ik ben namelijk geen archeoloog zoals u. Ik heb gestudeerd in de late jaren tachtig, toen een allround-opleiding aan de letterenfaculteiten nog nét mogelijk was door slim colleges te selecteren aan de VU, de UvA en de RUL. Archeologische ervaring deed ik onder meer op in Halos, een Groningse opgraving. Na mijn afstuderen heb ik een theoriecollege aan de VU opgezet. Momenteel ben ik actief in de wetenschapscommunicatie: ik beheer de website Livius.org, doe wat journalistiek, verzorg onderwijs, werk soms als reisleider, heb enkele boeken geschreven, verzorg een maandelijkse nieuwsbrief en ben bestuurslid van RomeinenNu.

Ik noem dit omdat de voorbeelden die ik zal gaan gebruiken, wat vaker Romeins zijn dan representatief is voor de Nederlandse archeologie. Bovendien zijn mijn voorbeelden niet alleen ontleend aan de praktijk van de archeologie, maar ook aan verwante vakterreinen, zoals de oude geschiedenis, de godsdienststudies en de bestudering van diverse mooie oude talen. Het wordt dus een beetje een klassiek verhaal maar ik denk dat door vergelijking de archeologische deugden en ondeugden scherper in beeld zullen komen.

Lees verder “Archeologie, voor wie doen we dat ook alweer? (1)”