Geliefd boek: Market Day in Provence

Voor mij zijn markten openbare ruimtes om te kijken, te ruiken, te proeven, te luisteren, een praatje te maken en natuurlijk ook om boodschappen te doen. Sommige markten in het buitenland heb ik in de loop der jaren zo vaak bezocht dat ik de dynamiek van die markten goed ken. Op de Turkenmarkt, zoals hij in de Berlijnse volksmond heet, in Kreuzberg was er bijvoorbeeld altijd een groot aanbod van Turks brood waar ook niet-Turkse Berlijners gretig op afkwamen. Tegenwoordig zijn er veel stoffen in de aanbieding. De drukke Parijse markt in Belleville is maar weinig veranderd. Londen kende een morsige markt in de wijk Brixton met Afrikaanse en Caribische groenten, fruit en vis, soms werden alleen de koppen aangeboden. De vele slagers rondom de markt verkopen uitsluitend halalvlees. De laatste keer dat ik er was zag de markt er opgepoetst uit met een onveranderd aanbod.

Een belangrijke bron van inspiratie bij mijn bezoeken aan markten is altijd het boek dat de Franse antropologe Michèle de la Pradelle (1944-2004) publiceerde over een vrijdagmarkt in een Franse provinciestad. In het Frans verscheen het in 1996, en in 2006 werd de bewerkte, Engels vertaling als Market Day in Provence gepubliceerd. Het boek bevat subtiele observaties en interpretaties van marktgedrag.

Informele regels

Alle markten hebben informele regels, Pradelle wijst er op, die ik vergelijkenderwijs hebben leren kennen. De kieskeurige mevrouw die bij de Parijse fruitstal vraagt om vier perziken, waarvan twee rijp en twee een beetje rijp, krijgt precies wat zij wenst, maar zelf even voelen is er niet bij. Dat is in strijd met de professionaliteit van de Franse marktkoopman. Op de Turkenmarkt in Berlijn wordt het vanzelfsprekend gevonden dat de klant het beste fruit er zelf uitpikt. Bij sommige Turkse groenteboeren in Amsterdam trouwens ook.

Kopers en verkopers handelen meestal in wederzijds vertrouwen, waarbij vaste klanten een streepje voor hebben. Sommige marktlui stellen belangstellende vragen aan hun vaste klanten. Beide partijen begrijpen dat deze vragen onderdeel uitmaken van het zakendoen. Prachtig is Pradelles waarneming dat als een klant het gesprek te exclusief maakt, de stalhouder het gesprek algemener maakt door zich op alle klanten te richten. Hij weet immers dat een te persoonlijk gesprek de wachtende klanten zal gaan irriteren als het te lang duurt.

Omgangsvormen

Markten zijn plaatsen waar ‘vreemdelingen’ erin slagen volgens ongeschreven regels met elkaar om te gaan. Een interessant begrip dat Michèle de la Pradelle daarvoor gebruikt, althans in de Engelse versie, is ‘familiar strangers’. De bekende onbekende is een term bedacht door Stanley Milgram in 1972. Milgram noemt de situatie op een perron met forensen. Ze zien elkaar iedere dag, maar kennen elkaar niet en praten zelden met elkaar. Maar bekende onbekenden verminderen de anonimiteit van een grote groep mensen. Voor Pradelle biedt hun aanwezigheid op de markt vertrouwen en herkenbaarheid. Ze merkt ook op dat vrienden die elkaar op de markt ontmoeten niet altijd uitgebreid met elkaar gaan staan praten. Na een korte groet, gaat ieder zijn eigen weg.

De Franse antropologe is goed in het duiden van dingen die iedereen weleens gezien heeft, maar nooit over heeft nagedacht. Verhelderend is bijvoorbeeld haar analyse van verkoopstrategieën en presentaties op de markt. Zo wijst ze er op dat de uitstalling van de groenten bij veel marktstallen moet suggereren dat ze vers zijn en ’s ochtend nog zijn geplukt. Puur natuur is de boodschap. Zo worden er soms een paar bosje radijs uitgestald om exclusiviteit en schaarste te suggereren. Dat was me een keer overkomen op mijn markt in het deftige 16e. Achter een stalletje stond een oud dametje met een hoopje Franse haricots, dat versheid moest uitstralen. Vanochtend geplukt, zei ze tegen de naïeve buitenlander. Die kwaliteit viel achteraf een beetje tegen. De vriendelijke, oude dame bleek een sluwe verkoopster zijn.

Gereguleerde openbare ruimte

Het idee dat op de markt een gulden een daalder waard is, geldt niet voor Parijse markten. Fransen gaan naar de markt wegens de aangeboden kwaliteit, maar doen er afgepast boodschappen, want kwaliteit moet betaald worden. Betrekkelijk goedkoop is de markt op de Boulevard de Belleville. De brede boulevard is de grens tussen het 10de, het 11de en het 19de Quartier, samen met het 18de, het armste, maar misschien wel het meest vibrerende gedeelte van de metropool. Oorspronkelijk een Parijse arbeidersbuurt, arriveerden in Belleville in de twintigste eeuw steeds meer migranten uit Franse, koloniale gebieden. Tegenwoordig wonen er Algerijnen, Chinezen en Afrikanen. Turken wonen er niet. Natuurlijk wonen er ook nog Franse Fransen, maar die zijn in de minderheid. Al die etnische groepen komen naar de markt die op dinsdag- en vrijdagochtend wordt gehouden op de middenberm van de boulevard.

Vergeleken met andere markten in Parijs, biedt de markt een minder verzorgde aanblik. Dat begint al bij het enigszins vervuilde metrostation Belleville zelf. De kooplui prijzen luidt hun waren aan, meestal in het Frans, soms in het Arabisch. Vele soorten groenten en fruit zijn er te koop, specerijen voor vele keukens, vis en vlees – die kraampjes hebben een penetrante geur -, stoffen en kleding, potten en pannen, en de op Parijse markten alom aanwezige rôtissoire voor smakelijk gegrilde kippen. Afrikaanse bezoekers dragen vaak kleurrijke gewaden. De vaste marktkooplui zijn Algerijns of Tunesisch, slechts een enkeling is Frans. Zelfs bij een minder geordende indruk, is een markt toch altijd een gereguleerde openbare ruimte, onderworpen aan reglementen en toezicht, schrijft Michèle de la Pradelle.

Integratie en niet

Het boodschappen doen op de markt Belleville verloopt rustig. Misschien zijn de Chinese huisvrouw en de Algerijnse verkoper bekende onbekenden voor elkaar. En waarschijnlijk heeft de Algerijnse verkoper enig idee van wat de Chinese huisvrouw zoekt, maar de communicatie blijft beperkt. Verder blijven etnische groepen gescheiden, zoals ook bij die markt op het Amsterdamse Plein ’40-’45. Integratie van bevolkingsgroepen is niet nodig om een multiculturele markt goed te laten functioneren.

Wie Pradelle’s gedetailleerde (sommigen zullen het te gedetailleerd vinden) studie heeft gelezen zal minder onbevangen over een markt lopen.

[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging Huibert Schijf voor de alweer veertiende keer in. Bedankt Huibert!]

Deel dit:

6 gedachtes over “Geliefd boek: Market Day in Provence

    1. Huibert Schijf

      In Nederland is niet zo, geloof ik. Daar domineert de haringtent, waar ook meestal warme kibbeling (bestaat dat in België?) kan worden gegeten. Er is ook meestal een kraam met Vietnamese loempia’s.

Reacties zijn gesloten.