De Grafbasiliek in Jeruzalem

In de Grafbasiliek

Ik ben er geen voorstander te bloggen over opgravingen die nog niet zijn afgerond. Voor je het weet versterk je de zoveelste archeologische hype. En zoals u zich herinnert van het graf in Amfipolis pakt dat weleens verkeerd uit. Wat het graf was van Alexander, van Hefaistion, van iemand die Alexander had gekend, nou ja, van iemand die iemand had gekend die Alexander had gekend… dat graf dus, dat bleek uiteindelijk veel te jong, waarna men de munten waarop die datering was gebaseerd, maar weginterpreteerde door aan te nemen dat ze waren achtergelaten door mensen die later nog in het graf waren geweest.

Klinkklare wetenschap, zeggen we dan.

Grafbasiliek

Maar nu. Vijf jaar geleden was er een opgraving onder de aedicula in de Grafbasiliek in Jeruzalem. Dat is het gebouwtje dat staat op de plaats waar Jezus begraven zou hebben gelegen. Ik schreef er al eens over. Er is daar inderdaad een grafveld uit de juiste periode (nu te zien in de Syrische Kapel). Het eigenlijke graf is weliswaar in 1009 door kalief Al-Hakim gesloopt, maar er zijn nog wat resten van over. De opgraving van 2016/2017 bevestigde wat we al vermoedden.

Dat onderzoek gaat nu een vervolg krijgen. Men gaat nu zien wat er onder de vloer van de eigenlijke basiliek is.

Op de vuist

Dat klinkt simpeler dan het is. De Grafbasiliek is een heilige plaats en nogal wat kerkgenootschappen hebben er eigen belangen. De betrokken partijen zijn alle erg overtuigd van hun heilige gelijk en kunnen daarom geen duimbreed toegeven aan de andere partijen. Hier is, voor bijvoorbeeld een Grieks-orthodoxe christen, oecumene de afstand die andere kerkgenootschappen moeten afleggen richting Griekse orthodoxie. En dat dus voor elk van de kerkgenootschappen. De uitdrukking “je kunt op het dak gaan zitten” krijgt hier letterlijk betekenis: het Ethiopische klooster is inderdaad op het dak.

De priesters en monniken gaan soms letterlijk op de vuist – mooi beschreven door Els van Diggele in haar boek Heilige ruzies – en omdat het al eeuwen lang zo gaat, heeft de sultan in 1852 regels gesteld waar men zich in het vervolg aan had te houden en vervolgens de sleutel van de kerk gegeven aan een islamitische familie. Dat is nog steeds relevant; ik ken iemand die van een monnik een zo harde duw kreeg dat ze bijna in een wenteltrap viel, waar ze haar nek had kunnen breken.

Basiliek, tempel, graf, tuin, groeve

Maar nu is men er dus uit: Italiaanse archeologen mogen onderzoek gaan doen.

Wat maakt dit interessant? De huidige Grafbasiliek is in de huidige vorm in wezen een gebouw uit de elfde eeuw, vlak voor de Kruistochten. Ze staat op een kerk die is gebouwd door keizerin Helena, de moeder van Constantijn de Grote. Daar is niet zoveel over bekend, dus archeologisch onderzoek is sowieso de moeite waard. Inmiddels is het fundament van een (het?) middeleeuwse altaar gevonden.

Constantijns bouwheren wisten echter waar ze moesten zijn omdat het graf was overbouwd ten tijde van keizer Hadrianus. Met wat geluk ontdekken de archeologen ook daar iets van, en met heel veel geluk krijgen we ook informatie over het gebied dat Hadrianus’ ingenieurs probeerden te doen vergeten. Meer graven zoals in de Syrische kapel? Een steengroeve of een tuin? Het is allemaal mogelijk. En ik voor mij vind het leuk dat er nog altijd nieuwe inzichten zijn te krijgen in een van de beroemdste monumenten ter wereld.

Deel dit:

12 gedachtes over “De Grafbasiliek in Jeruzalem

  1. Saskia Sluiter

    In ‘The storyteller of Jerusalem’ geeft de ooit bekende oedspeler Wasim Jawhariyyeh een kijkje in de chaotische paasviering in de grafkapel, voor WO I. Alles en iedereen door-, tegen- en ook met elkaar. Voordat de Engelsen de verschillende groeperingen tegen elkaar uitspeelden was Jeruzalem verbazend multicultureel, blijkt uit de memoires van Jawhariyyeh. Iedereen had de pest aan de Ottomanen maar verder ging men in de bovenlaag redelijk met elkaar om – hoe dat in de onderste lagen was lag buiten het blikveld van de storyteller.

    1. Daarom is dit ook zo’n interessante plek. De verering past niet in een christendom dat de wederopstanding centraal stelt. Het documenteert iets heel ouds.

    2. Willem Visser

      Inderdaad… Mattheus 28:16 leert dat Jezus na zijn ‘opstanding’ naar Galilea vertrok en na zijn toespraak op ‘de Berg’ letterlijk uit het zicht verdween. Volgens een aantal bronnen vertrok hij na die toespraak naar India, en vond uiteindelijke zijn graf in Srinagar. Van een ‘Hemelvaart’ vanaf de Olijfberg weet Mattheus niets af, en ook de evangelieschrijver Johannes schrijft er niet over. Hoe zeggen wetenschappers het ook weer: een bron is geen bron?

      1. Gert M. Knepper

        Nee, Mattheüs 28:16 “leert” niet dat “Jezus na zijn ‘opstanding’ naar Galilea vertrok en na zijn toespraak op ‘de Berg’ letterlijk uit het zicht verdween.” Daar staat niet meer dan dat de elf leerlingen naar Galilea gingen, naar de berg die Jezus hun had genoemd. In het vervolg, dus de verzen 17-20 houdt Jezus inderdaad een toespraakje, maar dat hij vervolgens “letterlijk uit het zicht verdween” staat nergens. Hoewel Mattheüs dus geen bron is voor een hemelvaart van Jezus, hebben we voor die hemelvaart toch twee bronnen: Lukas 24:51 en Handelingen 1:9.

  2. Gert M. Knepper

    Ja, het evangelie van Lukas en de handelingen der apostelen zijn van dezelfde auteur. Dan hangt het er dus van af wat u met “bron” bedoelt: de auteur of zijn geschrift(en). In het laatste geval hebben we formeel gesproken twee bronnen. Maar onderling onafhankelijk zijn die beslist niet, dus al met al kunnen inderdaad beter van één bron spreken. (De volgende vraag luidt dan natuurlijk: hoe verklaren we de verschillen tussen beide verhalen? Ik verheug me nu al op Jona’s blog van 26 mei.)

  3. Willem Visser

    Ik denk dat meneer Gert M. Knepper twee verschillende woorden door elkaar heen haalt; het woord LEERT en het woord LEEST.
    Als ik het woord LEEST gebruikt zou hebben dan zou Knepper gelijk hebben gehad, want er staat inderdaad niets te ‘lezen’ over het vertrek van Jezus naar Galilea in Matt.28:16.
    Maar ik gebruik het woord LEERT. En ik refereer hiermee aan de te tekst enkele verzen eerder, in Matt.28:7 , waar staat: “Hij is opgestaan … en gaat jullie voor naar Galilea, daar zal je hem zien.”
    En de leerlingen ontmoeten Jezus daar inderdaad, en krijgen daar de ‘zendingsopdracht’ van hem te horen… en daarna? niets meer! Jezus zegt hen in de laatste zin van dit Evangelie nog wel dat hij “bij hen zal zijn tot aan de voltooiing van deze wereld” maar daarna valt het doek; het is het eind van dit Evangelie; hier stopt het; hier verdwijnt Jezus uit het zicht; hier verdwijnt hij in de nevelen der tijd.
    Ik begrijp dat notoire christenen een eind als dit niet kunnen accepteren, maar het is helaas niet anders. Mattheus schrijft een ander Evangelie – met een ander eind dan Lucas, en daar zal men het mee moeten doen.

    En over die ene bron nog dit. Als Knepper er vanuit gaat dat het Boek Handelingen NIET door Lucas is geschreven dan heeft hij gelijk; in dat geval mag hij zich beroepen op twee bronnen.

    1. Gert M. Knepper

      Het was ú die beweerde dat Jezus “na zijn toespraak op ‘de Berg’ letterlijk uit het zicht verdween.” Dat is een interpretatieve uitspraak over het slot van het Mattheüsevangelie. Maar voor die hypothese heeft u tot nu toe nog geen enkel argument gegeven, integendeel: u geeft toe dat dat er niet staat. Derhalve nogmaals mijn vraag: waarop berust uw hypothese dat Jezus “na zijn toespraak op ‘de berg’ letterlijk uit het zicht verdween”? Of bedoelde u eigenlijk dat Jezus na die toespraak niet meer in het Mattheüsevangelie optreedt? Dat is correct, maar wel iets heel anders dan uw hypothese.

      1. Willem Visser

        Juist iemand als u, meneer Knepper, zou toch iets moeten weten van overdrachtelijk taalgebruik.

  4. Gert M. Knepper

    Ik begrijp dus dat ik uw hypothese dat Jezus “na zijn toespraak op ‘de Berg’ letterlijk uit het zicht verdween” moet opvatten als “Jezus verdween na zijn toespraak niet letterlijk uit het zicht”, en dat dat een kwestie is van overdrachtelijk taalgebruik. Dat maakt me des te nieuwsgieriger naar de argumenten voor die hypothese!

    1. Willem Visser

      Doe u zelf een plezier en lees het laatste hoofdstuk van Mattheus nog eens door. Dan dringt het misschien tot u door dat het verhaal van Mattheus hier tot een einde komt. Matheus schrijft geen vervolg – zoals Lucas. Er bestaan geen brieven van Mattheus en ook geen geschrift dat de ‘Handelingen der Apostelen volgens Mattheus’ heet. Als u dat weigert in te zien dan heeft u echt een blinde vlek.

Reacties zijn gesloten.