De Grafbasiliek in Jeruzalem

In de Grafbasiliek

Zoals beloofd een stukje over de Grafbasiliek in Jeruzalem. Ik lees momenteel From the Passion to the Church of the Holy Sepulcher door de Amerikaanse nieuwtestamenticus Jordan J. Ryan. De ondertitel is in al zijn onaantrekkelijkheid stukken verhelderender: Memories of Jesus in Place, Pilgrimage, and Early Holy Sites of the First Three Centuries. De drie eeuwen ná Christus natuurlijk. En het gaat er dus om op welke plaatsen en hoe de mensen Jezus herdachten vóór het christendom in de vierde eeuw institutioneel vorm kreeg.

Het probleem

De kwestie is deze. Er waren allerlei joodse halachische stromingen die zichzelf opnieuw moesten uitvinden toen de Romeinen in 70 na Chr. een einde maakten aan de eredienst in de tempel. Het was Stunde Null, alles moest opnieuw beginnen en na enkele eeuwen waren twee nieuwe godsdiensten ontstaan: het rabbijnse jodendom en het christendom. Beide kregen hun voor ons herkenbare vorm dus in de Late Oudheid, ruwweg op het moment waarop ook de schrijfcultuur veranderde: papyrus werd ingeruild voor perkament. Kostbaar als dat was schreef men alleen het noodzakelijke over en dat waren dus de teksten die naar de mening van de mensen uit de vierde, vijfde eeuw geïnspireerd waren. De rest ging onherroepelijk verloren.

Dit creëert een probleem voor de bestudering van het ontstaan van het christendom. We weten dat zich tussen 70, toen het christendom nog een joodse stroming was met de opvallende eigenschap dat ze niet-joodse gelovigen toeliet, en het Concilie van Nikaia in 325, waarbij allerlei zaken werden vastgelegd, twee grote ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. De eerste daarvan is dat het idee doorzette dat de verering van Christus de verering van andere goden uitsloot; de andere is dat binnen dit exclusivistische christendom het idee postvatte dat er maar één correcte zienswijze bestond, de orthodoxie. Hoe dat precies is gegaan, is moeilijk te achterhalen doordat de teksten van andersdenkenden dus grotendeels verloren zijn.

Op dat punt komt de materiële cultuur ons te hulp. In het Nabije Oosten, waar in een en hetzelfde heiligdom Baal, Perseus, Sint-Joris en Khidr konden en kunnen worden vereerd, zouden we wel willen weten hoe dat zit met de plekken waar Jezus werd herinnerd. Dat is wat Ryan heeft onderzocht voor From the Passion to the Church of the Holy Sepulcher.

Het graf van Adam

Ik heb het boek nog niet uit, maar hij biedt geen aanwijzingen dat de eredienst anders dan exclusivistisch was. Anders gezegd, de Christus-alleen-stroming kon zijn invloed al vroeg doen gelden op de plek die men aanwees als het graf. Dat viel te verwachten. Er zijn vroegchristelijke gemeenschappen geweest, zoals de groep waar het Evangelie van Thomas circuleerde, die weinig hadden met Jezus’ dood en opstanding. Zij zullen geen behoefte hebben gehad aan een herdenkingsplek.

Dat wil echter niet zeggen dat de cultus bij het graf past binnen het later dominant geworden christendom. Ryan draagt nogal wat bewijsmateriaal aan dat Golgotha (een woord dat “schedel” betekent) gold als de plaats waar Adam lag begraven. Dat de diverse christelijke auteurs tussen de dood van Adam en Jezus verschillende verbanden leggen, suggereert dat die associatie er al eerder was en om een verklaring vroeg. Ze is dus oud. Nadat keizerin-moeder Helena in 326 de Grafbasiliek had gebouwd, raakte deze traditie overvleugeld, maar de plek documenteert dus andere vormen van christendom dan de gebruikelijke.

Twee kerken in een

Ik schreef aan het begin van de vorige paragraaf dat men een plek als Jezus’ graf aanwees. De vraag of dat klopt, is voor een gelovige een verkeerde. Ook als een materieel overblijfsel onecht is, kan het mensen aan het denken zetten. Vergelijk het met de vier wandelstokken van Johan van Oldenbarnevelt, waarvan er minstens drie nep zijn maar die evengoed een aanklacht vormen tegen de wijze waarop geweld het recht doet buigen.

Dat laat onverlet dat het een goede vraag is of de huidige Grafbasiliek werkelijk staat op de plek van Jezus’ graf. Het is een wonderlijke kerk, berucht om de hoogoplopende gemoederen van de diverse geestelijken. Men leze Heilige ruzies van Els van Diggele.

Model van de Grafbasiliek: van links naar rechts de koepel van de Anastasis, dan het atrium, vervolgens de Martyrion-basiliek en een voorportaal ofwel narthex. Het kleine deurtje naar het atrium is de huidige ingang; de uitbouw op de overgang van atrium naar Martyrion is de trap naar Golgotha. Ik herinner me niet in welk museum ik deze foto heb genomen.

Het waren eigenlijk twee heiligdommen. Ooit was er een vijfschepige kerk, het Martyrion (“plaats van getuigenis”), en een rond gebouw met koepel, de Anastasis (“opstanding”), boven het veronderstelde graf. Tussen deze twee plekken was een kleine tuin, het atrium. In een zijruimte zou de rots Golgotha zijn te zien.

De basiliek is er niet meer maar het atrium is later overwelfd, zodat er nog altijd twee ruimtes zijn. In het atrium kun je nog steeds klimmen naar de rotspunt. Het graf dat vanaf de vierde eeuw werd vereerd, is in de elfde eeuw door kalief Al-Hakim verwoest, maar in een klein gebouwtje is de bodem nog te zien.

De Anastasis-koepel en het gebouwtje boven het graf.

Van Hadrianus tot Constantijn

Martyrion en Anastasis zijn gebouwd door Helena op de plek waar ooit een tempel had gestaan voor de godin Venus. Die was gebouwd door keizer Hadrianus, die na de Bar Kochba-opstand Jeruzalem herbouwde als Romeinse stad. Helena’s bouwmeesters bouwden hun kerken dus op de plek van een heidense cultusplaats.

Voor wie wil weten of de Grafbasiliek staat op het juiste punt, is de vraag dus of Hadrianus zijn Venus-heiligdom bouwde over een al bestaande christelijke lieu de mémoire. Daar valt wel iets voor te zeggen. Al een tijdje geleden is vastgesteld dat op de plek van het heiligdom een verlaten steengroeve is geweest, met in de rotswanden enkele graven. Dit is volkomen normaal: Baalbek is een ander voorbeeld van een steengroeve die een dodenstad werd.

Latomia del Paradiso, Syracuse

In elke antieke groeve bleven delen overeind staan, waarna de vegetatie het overnam en het iets park-achtigs kreeg. Ik denk dat de Latomia del Paradiso in Syracuse een beeld geeft.

Een van de overgebleven rotspieken werd aangewezen als Golgotha. De plek is zeker incorrect. We weten dat naast Jezus ook criminelen zijn geëxecuteerd. We weten niet hoeveel, maar het waren er minimaal twee en het stuk overeind staande rots was daarvoor te klein. Het was echter groot genoeg om de aandacht te trekken en werd als vanzelf een plek van verering.

Recent onderzoek

Eén van de redenen waarom wordt aangenomen dat de Anastasis staat op ruwweg de plaats waar Jezus begraven heeft gelegen, is dat daar inderdaad graven zijn gevonden. In de zogenaamde Syrische Kapel kunt u ze bekijken. Het zijn zogenaamde koch-graven, zoals ze werden gemaakt aan het begin van onze jaartelling. Minimaal valt te zeggen dat Hadrianus’ tempelbouwers niet alleen een grafveld hebben overbouwd, maar ook uit de juiste periode.

Twee kochim in de Syrische kapel

Het gebouwtje dat onder de Anastasis-koepel bovenop het graf staat, is al eerder onderzocht en de Britse archeoloog Martin Biddle heeft geopperd dat het daar vereerde graf bestond uit een voorhof van ongeveer 3½ bij 3½ meter en een grafkamer van een kleine drie vierkante meter waarin twee britsen stonden met een smal, verdiept pad er tussendoor. Dat is echter niet het koch-graf dat we zouden verwachten.

Nieuw onderzoek in 2016-2017 heeft getoond dat er maar ruimte is geweest voor één brits, ongeveer op de plek die nu wordt aangewezen, onder een soort boog (arcosolium). Van zulke bogen is wel aangenomen dat ze konden dienen om een lichaam neer te leggen dat nog niet naar zijn definitieve begraafplaats kon worden overgebracht, bijvoorbeeld omdat het nog gewassen en gebalsemd moest worden, maar het is niet zeker of deze gewoonte bestond in Judea. Hoe dit ook zij, het graf was opvallend en makkelijker terug te vinden dan een van de kochim in de omgeving.

Voorbeeld van een grafkamer met een arcosolium

U merkt: het recente onderzoek verandert allemaal weinig. Het is plausibel dat de Grafbasiliek staat op ruwweg de juiste plek en het is aannemelijk dat Helena’s architecten, toen ze de tempel voor Venus hadden gesloopt, een opvallend graf aanwezen als dat van Jezus. Of dit terecht of onterecht was, weten we niet. Dat de rotspunt die nu wordt aangewezen als Golgotha werkelijk de plek van de kruisiging, is weinig aannemelijk, maar het moet hier ergens in de buurt zijn geweest.

Deel dit:

3 gedachtes over “De Grafbasiliek in Jeruzalem

  1. Ben Spaans

    Ik ben er een keer geweest, 2007, met naasten. We werden semi-officieel rondgeleid door iemand die vlakbij een winkel had (en heeft, hoop ik voor hem). Komisch werd het toen ik het gebouwtje boven het graf eerst niet in mocht vanwege het dragen van een korte broek, die ik op zeer sterke aandrang van een zeer naast familielid constant aan moest, want het was er nou eenmaal warm genoeg voor (later die dag strandde zo onze 1e poging de Tempelberg te betreden). De oplossing was in het winkeltje van de gids snel een PLO-sjaal-achtige doek te kopen en door die om mijn benen te slaan mocht ik wel het gebouwtje in. De doek heb ik uiteraard bewaard.

    Het is een vreemde plek. Je voelt de spanning tussen geestelijken van de verschillende denominaties die elkaar geen millimeter meer gunnen dan de hen toegewezen ruimte. Sommigen moeten het doen met 1 stoel…Protestanten ontbreken geheel, tenzij als toerist natuurlijk (hetgeen wijlen Hans Jansen eens sarcastisch liet wijzen op het geringe belang van de protestantse stroming daarmee inneemt in de kerkgeschiedenis…).

Reacties zijn gesloten.