De Grafbasiliek in Jeruzalem

In de Grafbasiliek

Ik ben er geen voorstander te bloggen over opgravingen die nog niet zijn afgerond. Voor je het weet versterk je de zoveelste archeologische hype. En zoals u zich herinnert van het graf in Amfipolis pakt dat weleens verkeerd uit. Wat het graf was van Alexander, van Hefaistion, van iemand die Alexander had gekend, nou ja, van iemand die iemand had gekend die Alexander had gekend… dat graf dus, dat bleek uiteindelijk veel te jong, waarna men de munten waarop die datering was gebaseerd, maar weginterpreteerde door aan te nemen dat ze waren achtergelaten door mensen die later nog in het graf waren geweest.

Klinkklare wetenschap, zeggen we dan.

Grafbasiliek

Maar nu. Vijf jaar geleden was er een opgraving onder de aedicula in de Grafbasiliek in Jeruzalem. Dat is het gebouwtje dat staat op de plaats waar Jezus begraven zou hebben gelegen. Ik schreef er al eens over. Er is daar inderdaad een grafveld uit de juiste periode (nu te zien in de Syrische Kapel). Het eigenlijke graf is weliswaar in 1009 door kalief Al-Hakim gesloopt, maar er zijn nog wat resten van over. De opgraving van 2016/2017 bevestigde wat we al vermoedden.

Lees verder “De Grafbasiliek in Jeruzalem”

De Grafbasiliek in Jeruzalem

In de Grafbasiliek

Zoals beloofd een stukje over de Grafbasiliek in Jeruzalem. Ik lees momenteel From the Passion to the Church of the Holy Sepulcher door de Amerikaanse nieuwtestamenticus Jordan J. Ryan. De ondertitel is in al zijn onaantrekkelijkheid stukken verhelderender: Memories of Jesus in Place, Pilgrimage, and Early Holy Sites of the First Three Centuries. De drie eeuwen ná Christus natuurlijk. En het gaat er dus om op welke plaatsen en hoe de mensen Jezus herdachten vóór het christendom in de vierde eeuw institutioneel vorm kreeg.

Het probleem

De kwestie is deze. Er waren allerlei joodse halachische stromingen die zichzelf opnieuw moesten uitvinden toen de Romeinen in 70 na Chr. een einde maakten aan de eredienst in de tempel. Het was Stunde Null, alles moest opnieuw beginnen en na enkele eeuwen waren twee nieuwe godsdiensten ontstaan: het rabbijnse jodendom en het christendom. Beide kregen hun voor ons herkenbare vorm dus in de Late Oudheid, ruwweg op het moment waarop ook de schrijfcultuur veranderde: papyrus werd ingeruild voor perkament. Kostbaar als dat was schreef men alleen het noodzakelijke over en dat waren dus de teksten die naar de mening van de mensen uit de vierde, vijfde eeuw geïnspireerd waren. De rest ging onherroepelijk verloren.

Lees verder “De Grafbasiliek in Jeruzalem”

De dood van de messias (6)

De graflegging

Het laatste stukje van vandaag kan alleen gaan over de graflegging, zoals hierboven afgebeeld door de Nigeriaanse kunstenaar George Bandele, wiens werk de aanleiding was tot deze reeks. Volgens Marcus stierf Jezus tijdens het negende uur, rond een uur of drie in de middag. Misschien was het in feite wat later, want degenen die het lichaam van het kruis haalden hadden haast om het nog voor het vallen van de avond te doen. Bij zonsondergang zou immers de sabbat beginnen, waarop werk niet was toegestaan.

Zo staat het althans in zowel Marcus als Johannes, waarvan ik al aangaf dat ze onafhankelijk van elkaar ruwweg hetzelfde vertellen. Beide auteurs vermelden ook Jozef van Arimatea, een lid van het Sanhedrin, als degene die het lichaam bij Pilatus opvroeg. Marcus voegt toe dat Pilatus verbaasd was over Jezus’ snelle dood en het lijk pas afstond toen een centurio dit had bevestigd. Marcus noemt verder Maria van Magdala en Maria de moeder van Joses als aanwezig bij de graflegging. Johannes maakt daar een mannenzaak van: Jozef kreeg hulp van Nikodemos.

Deze bracht een mengsel van mirre en aloë mee, ongeveer honderd pond. Zij namen het lichaam van Jezus en wikkelden het met de welriekende kruiden in zwachtels, zoals bij een Joodse begrafenis gebruikelijk is. Op de plaats waar hij gekruisigd werd, lag een tuin en in die tuin een nieuw graf, waarin nog nooit iemand was neergelegd. Vanwege de voorbereidingsdag van de Joden en omdat het graf dichtbij was, legden zij Jezus daarin neer.

Lees verder “De dood van de messias (6)”

De dood van de messias (4)

De kruisdraging

Pilatus veroordeelde Jezus tot het kruis. Hierboven ziet u hoe hij, in de weergave van de Nigeriaanse houtsnijder George Bandele, het instrument van zijn dood naar Golgotha droeg. Wat tegenwoordig in Jeruzalem wordt aangewezen als de Via Dolorosa, de “lijdensweg”, gaat ervan uit dat Pilatus verbleef in de burcht Antonia, wat niet juist is: het praetorium was bij de Davidsburcht, vlakbij de huidige Jaffapoort, en Jezus droeg de dwarsbalk van zijn kruis door wat nu David Street en Muristan Street heet.

Althans, dat zal zijn route zijn geweest als de plaats van executie werkelijk was waar men het traditioneel aanneemt: in de huidige Grafbasiliek. Daaraan bestaat overigens weinig twijfel. De kerk in kwestie is gebouwd in de vierde eeuw op de plek van een tempel voor Afrodite die op zijn beurt weer rond het jaar 130 was gebouwd op de plaats waar de christenen het graf van Jezus vereerden. Wie tegenwoordig de Syrische kapel bezoekt, zal zien dat er diverse graven zijn, gemaakt aan het begin van de jaartelling.

Lees verder “De dood van de messias (4)”

De Grafbasiliek in Jeruzalem

grafbasiliek

In een artikel in Het Parool over de spanningen in de Grafbasiliek in Jeruzalem wordt de aandacht getrokken door een fotobijschrift:

Volgens veel christenen bevindt het lichaam van Jezus zich onder deze tombe.

Tja. Er zijn nogal wat soorten christenen, “veel” is een rekkelijk begrip en de meeste gelovigen hechten niet zo aan de finesses der geloofsleer. Maar of het nu gaat om nestorianen, om Armeniërs of Kopten, om maronieten, om Grieks- of Russisch-orthodoxen, om Rooms-katholieken, om lutheranen, om anglicanen, om calvinisten, om doopsgezinden, om de amish, om evangelischen, om quakers, om mormonen, om zevendedagsadventisten, om het Leger des Heils, om de pinkstergemeenschappen, om Jehova’s Getuigen of om gereformeerden (al dan niet vrijgemaakt, binnen dan wel buiten verband), of om rekkelijken dan wel preciezen, om de geestelijkheid of de gelovigen: geen van die groepen denkt dat Jezus nog begraven ligt. De christelijke leer draait immers om zijn opstanding.

Lees verder “De Grafbasiliek in Jeruzalem”

Jeruzalem

In de Grafbasiliek

Zoals de joden van Wenen het ooit Mozes kwalijk namen dat hij hun voorouders veertig jaar door de woestijn had laten zwerven in plaats van ze rechtstreeks naar Oostenrijk te brengen, zo heb ik het mezelf kwalijk genomen dat ik meer dan veertig jaar niet naar Jeruzalem ben gegaan. Daarvoor waren goede redenen, maar toen ik er in 2011 voor het eerst was, had ik het gevoel dat ik iets had gemist door er niet eerder heen te gaan. Ik heb die avond een bevriende rabbijn gebeld, die me had geadviseerd de reis te maken. Hoe ik daar stond op het balkon van mijn hotel, telefoon aan mijn oor, kijkend naar de Rotskoepel, luisterend naar een vertrouwde stem: het is een van de drie herinneringen aan Israël die in mijn geheugen zijn geslepen.

Vrijwel alles in Jeruzalem gaat lijnrecht in tegen wat me dierbaar is. Ik ben historicus en mijn liefde voor het verleden is – in alle bescheidenheid gezegd – redelijk belangeloos. Ik ben geen nationalist die moet bewijzen dat Nederlanders een supervolk zijn. Ik ben geen religieuze fanaat die zijn heilsleer een empirische basis wil geven. Ik ben geen academicus die onderzoekspaden negeert die zijn subsidie in gevaar brengen. Niet dat ik in alles vrij ben van eigenbelang, maar als ik bezig ben met het verleden wil ik vooral weten hoe het precies is geweest en ik beleef plezier aan de aha-erlebnis. Dat is genoeg en of het verleden relevant is of niet, maakt mij niet uit.

Lees verder “Jeruzalem”