Tjerk Vermaning en Ad Wouters

Frans de Vries geeft uitleg

Op blz.229 van Valsheid in gesteente, het boek van Frans de Vries c.s. schreven over de door Tjerk Vermaning opgegraven vervalste voorwerpen, staat de misschien wel belangrijkste passage.

In dit hoofdstuk vatten we allereerst de resultaten van ons onderzoek naar de aard van [Vermanings vondsten] samen en trekken we de eindconclusie over de aard van deze stenen. Door de specifieke argumentatie-opzet die we gekozen hebben is het vanzelfsprekend geen verrassing meer wat onze eindconclusie is: het gaat om een duidelijk geval van vervalsing. Maar wie zat of zaten achter deze fraude?

Tot nu toe hebben de auteurs bewijs geleverd voor wat al bekend was: dit spul is vals. Nu blijkt echter de meerwaarde van hun onderzoek. Er komen nieuwe en boeiendere vragen in zicht.

Toespitsend: wie had (of wie hadden) de gelegenheid, het motief en de middelen om paleolithische voorwerpen te vervalsen? We hebben hier niet te maken met papyri, die simpel zó te vervalsen zijn dat ze in het lab onherkenbaar zijn. Vermanings vuistbijlen lenen zich wél voor laboratoriumonderzoek.

Daderprofiel

Enkele simpele conclusies: de vervalsingen zijn redelijk goed gemaakt, zeker de later door Vermaning gevonden voorwerpen. Het maken ervan vergt de inzet van behoorlijk wat middelen en flinke kennis van zaken. Je moet bijvoorbeeld de juiste vuursteen identificeren (of eventueel authentiek materiaal weten te vinden om te bewerken). Je moet materiaal kunstmatig oud kunnen laten lijken. Verder moet je de vondsten daar neerleggen waar ze plausibel gevonden kunnen worden – en ze daar ook laten vinden. Kortom, het vergt organisatievermogen, de nodige middelen en vakkennis. Vakkennis die maar weinig mensen in de jaren zestig hebben bezeten. Tegelijk heeft de dader (als het er één was) niet precies geweten hoe vondsten verspreid behoorden te liggen. Zijn kennis van een echte opgraving was onvoldoende. We hebben, zoals De Vries c.s. het formuleren, een daderprofiel.

Daarmee komt Vermaning enerzijds meer in zicht terwijl hij anderzijds juist uit beeld verdwijnt. Hij komt in beeld omdat degene die de voorwerpen neerlegde op de vindplaatsen, precies geweten moet hebben waar Vermaning wanneer zou gaan zoeken. Alleen hijzelf komt in aanmerking. Hij verdwijnt echter uit beeld omdat hij bijvoorbeeld niet kon komen aan het soort vuursteen waarvan zijn recentere vondsten zijn vervaardigd.

De herkomstgebieden van de gebruikte zuidelijke vuursteen liggen … te ver weg voor Vermaning, die slechts een brommer ter beschikking had en niet in het bezit was van een rijbewijs of een auto. Hij had ook niet de financiële middelen om dit grootschalige transport mogelijk te maken. Vermaning ontbeerde … ook de kennis over de buitenlandse locaties waar geschikte, exotische vuurstenen te verzamelen waren.

Ad Wouters

Het is daarmee duidelijk dat de zaak complexer is dan ze lijkt. De Vries c.s. overwegen alles, zelfs ronduit onwaarschijnlijke scenario’s als zou Vermaning valse voorwerpen aangeboden hebben gekregen als echt, zelf niet de professionele kennis hebben gehad om ze te doorzien en ze zélf hebben neergelegd op plekken waar een professional er niet van zou opkijken.

Nu is Vermaning niet de enige charlatan in de Nederlandse prehistorische archeologie. In Noord-Brabant constateerde Nico Arts enkele jaren geleden dat veel vondsten van Ad Wouters onecht waren of minimaal verdacht. In Zuid-Limburg kwam Jean Pierre de Warrimont tot soortgelijke conclusies. En in Drenthe opperden Wijnand van der Sanden en Anja Schuring dit in het boek van de expositie in 2018, De zaak Vermaning. Over een markant amateurarcheoloog in Drenthe.

De Vries c.s. hebben de verdenking tegen Ad Wouters nu in het lab gecontroleerd. Het blijkt dat diens vervalsingen sterk lijken op die van Vermaning. De uiteindelijke conclusie is dat Vermaning het kunstje leerde van Wouters – hoe is niet duidelijk – en dat deze zich er later meer en meer mee is gaan bemoeien. Het motief in beide gevallen: vooral verlangen naar erkenning, daarnaast ook geldelijk gewin. De Vries c.s. erkennen geen professionele psychiaters te zijn maar hun karakterschets lijkt als twee druppels op die van de betrokkenen bij de papyrologische schandalen van de laatste jaren – het Evangelie van de Vrouw van Jezus en de Sapfo-fragmenten. Steeds was bij de betrokkenen en hun handlangers het verlangen naar exposure groter dan hun morele bewustzijn.

Anne Frank

Nu hoor ik u zeggen: Vermaning en Wouters zijn overleden, het is wat onaardig ze iets in de schoenen te schuiven, hebben we nou niets geleerd van de affaire rond het verraad van Anne Frank?

Ik denk dat er twee verschillen zijn. Het eerste: de vraag “wie heeft de familie Frank verraden?” is een assumptive question. Dat is een vraag die al een aanname bevat, in dit geval dat Anne Frank is verraden. Daarvoor is echter geen bewijs. De vraag “wie heeft de vervalsingen van Vermaning gemaakt?” bevat niet zo’n aanname. Het staat immers gewoon vast dat de voorwerpen vals zijn. Het tweede verschil is de wijze van redeneren. Het Anne-Frank-onderzoek begon niet alleen met een vraag die was gebaseerd op een aanname, maar stapelde daar vervolgens nieuwe aannames op, zoals dat de Joodse Raad lijsten had van onderduikadressen. Uiteindelijk leverde dat opstapelen van hypothesen een percentage op: indien was voldaan aan X en Y en Z, dan was de kans 85% dat N de familie Frank had verraden. In het Vermaning-onderzoek wordt daarentegen elke hypothese empirisch getoetst in het laboratorium.

Ik erken: ik zou graag bewijs zien dat Vermaning rond 1964 instructies heeft gekregen van Wouters. Er kan nog een derde betrokkene zijn (iets wat De Vries c.s. ook overwegen). Er zijn allerlei punten waar we meer over zouden willen weten. Als ik Valsheid in gesteente echter goed heb gelezen is de betrokkenheid van Wouters verheven boven elke redelijke twijfel.

En nu?

Het team van De Vries oppert  een grote schoonmaak. Alle voorwerpen die ooit zijn opgegraven door Ad Wouters moeten naar het lab. Het databestand is immers vervuild. Ik moest denken aan de papyrologie, waarvan ook weleens is geopperd dat het zinvol zou zijn een flink aantal lang geleden uitgegeven teksten te onderwerpen aan laboratoriumonderzoek, om zo te controleren of ze ook met hedendaagse technieken kunnen gelden als echt.

Voor het controleren van de vondsten van Wouters valt veel te zeggen. Het zelfreinigend vermogen van de wetenschap is immers veel te traag. Tussen de eerste vondsten van Vermaning en het definitieve demasqué verstreken zevenenvijftig jaren. Dus ja, doe maar eens onderzoek naar de vervalsingen van Ad Wouters.

Deel dit:

27 gedachtes over “Tjerk Vermaning en Ad Wouters

  1. Frans Buijs

    Het enige wat ik nog niet snap is waarom iemand zo verschrikkelijk veel moeite zou doen om erkenning te krijgen terwijl je zelf gewoon weet dat je de zaak aan het flessen bent en het uit kan komen.
    In het geval van de papyri is het anders: de vervalser heeft zijn geld binnen en iemand als mevrouw King wil niet geloven dat ze vals zijn. Die had zelf dus geen kwade bedoelingen.

    1. Je gaat ervan uit dat mensen zich ongemakkelijk voelen bij credits die ze niet verdienen. Maar ik weet niet of dat zo is. Ik heb te vaak mensen ontmoet die echt alleen maar credits willen, ook al is het voor het werk van anderen of voor iets dat ze überhaupt niet hebben gedaan. Er is onderzoek naar gedaan en het blijkt dat je die dit soort mensen disproportioneel vaak aantreft in de raden van commissarissen van grote bedrijven, aan de universiteiten, aan de top van grote banken, in de directies van kunstmusea en in de politiek.

      Over de beweegredenen van King ben ik niet helemaal zeker. Ze had wel degelijk een belang bij een grote ontdekking, namelijk dat haar instituut werd bedreigd met opheffing. Bij de Sapfo-papyri was van begin af aan sprake van kwaad opzet.

    1. FrankB

      En

      https://dvhn.nl/cultuur/De-onderste-steen-boven-27726548.html

      Deze links plaats ik natuurlijk ook om te laten zien dat goede wetenschapsjournalistiek bestaat. JonaL kletst niet zomaar wat als hij de bestaande problemen hiermee beschrijft.
      Hier is ook duidelijk hoe een echte samenzweringstheorie eruit dient te zien en waarom een zekere Nederlandse dansleraar de afgelopen twee jaar hoogstwaarschijinlijk flink uit het einde van zijn spijsverteringskanalen heeft lopen kletsen.
      Wel weer jammer dat men abonnee dient te zijn om deze krantenstukjes te kunnen lezen.

      1. Saskia Sluiter

        Echt heel jammer ja. Opgegeven voor de nieuwsbrief dan maar.
        Ergens eind jaren bezocht ik Vermanings varende museumpje. Maar dat heb ik ooit al eens verteld geloof ik.

  2. Jacob Krekel

    In er indertijd een krant geweest die het voor Vermaning heeft opgenomen? Een mooi sappig verhaal voor de lezers over de amateur die de profs onderuithaalt, zoals er ook nu mensen zijn die graag denken dat Marcel de Hondt het beter wist dan het RIVM?

    1. Vrijwel alle media namen het in eerste instantie voor hem op. Er waren wat kritische stemmen, zeker, maar bedenk: Vermaning is eerst op het schild geheven door én professionele archeologen én de provincie Drenthe. Hij leek lange tijd bona fide. Het verhaal dat de universiteit hem in diskrediet probeerde te brengen, was niet heel onaannemelijk, gegeven de ruzies die er binnen de academische archeologie bestonden. (Bedenk dat archeologen nog altijd de meest hondse opmerkingen kunnen maken over bijvoorbeeld taalkundigen, als ze überhaupt al aandacht besteden aan het vakgebied.) Vermaning kreeg bovendien steun van Ad Wouters, die toen nog niet was doorzien als charlatan en gold als iemand met een goede resputatie. Dus Vermaning had lange tijd meer krediet dan hij verdiende.

    2. Frans Buijs

      Maurice. En hij zei ook wel zinnige dingen. Het is nou ook weer niet zo dat de wetenschappers altijd gelijk hebben en de enkeling altijd ongelijk. Daarom ben ik er niet zo dol op dat er tegenwoordig zou gauw geroepen wordt dat iets “desinformatie” is.

      1. FrankB

        De zinnige dingen die Maurice zei had hij gekopieerd van …. buitenlandse wetenschappers. Zonder bronvermelding, uiteraard. Nee, deze vlieger gaat niet op.

  3. Huibert Schijf

    Als ik me het goed herinner werd Vermaning ook geprezen omdat hij als eenvoudige amateur iets had gepresteerd waar hooggeleerde heren niet aan konden tippen. Dat paste wel in die tijd, maar die grondhouding valt nog steeds dagelijks waar te nemen.

    1. Het is nog steeds een gangbaar frame (een universeel verhaalmotief, zie mijn blogje van donderdag). In iets andere vorm gebruiken archeologen het ook zelf: denk eens aan al die stomvervelende artikelen van het type “voorbijganger / kind / eerstejaarsstudent / schuttersputje gravende soldaat doet vondst”. Ik snap wel dat archeologen graag naar buiten brengen dat burgers vondsten kunnen melden en daarmee de wetenschap helpen. Het is ook geen verkeerd format. Alleen: het is zo zoetjesaan voorspelbaar en begint krantenlezers te storen.

      1. FrankB

        Begint? Ik begrijp iets van kansberekening en besef dus dat dat fijne verhaalmotief veel vaker voorkomt dan we redelijkerwijs mogen verwachten.

  4. Jort Maas

    In deze wereld is het inderdaad niet zo dat iemand 85% verraad pleegt. Desondanks heeft statistiek (ook in de archeologie) een toepassingsgebied wat niet gerechtvaardigd wordt door de methode. Het is ooit bedacht om geld te kunnen winnen met kansspelen, in een zeer afgebakend gebied met duidelijke regels. Iets is wel zo, of niet. Het een of het ander. Of: we weten het (nog) niet. Statistiek zegt meer over onze onwetendheid dan over de realiteit.

    1. FrankB

      Nou., ik weet toch vrij zeker dat een brok radioactief uranium over 4,5 miljard jaar voor de helft vervallen is.

      1. Ben Spaans

        Ben je er dan bij als het zover is…?🙂

        Ik heb een weddenschap afgesloten met een jonger persoon die nog negatiever in het leven staat als ik – over honderd jaar zijn er nog steeds mensen op de wereld – lekker makkelijk want we zijn er allebei niet bij om het vast te stellen…

          1. Ben Spaans

            Ik weet niet of ik dit wel snap.

            Het tweede deel van de vorige reactie is overigens geen sneer naar statistiek of zo, meer associatief.

    2. Jacob Krekel

      Beste Jort Maas,, u doet de statistiek onrecht.
      Heel veel van onze kennis van de wereld is kennis met een zekere waarschijnlijkheid. Vandaag zag ik de uitslag van de hielprik van mijn 6 weken oude kleindochter. Die was goed. De volgende alinea begon met: “is het dus 100% zeker dat…” Nee, uiteraard niet, het idee, 100% bestaat niet. Maar toch vindt het ministerie van volksgezondheid het nodig om zoiets op te merken. Ver der is het kunnen maken van een onderscheid maken tussen – zeg – 10, 50 en 90 procent is uitermate zinnig, zeker als je er ook onzekerheidsmarges omheen kunt leggen. Het is overigens heel lastig om op internet te vinden hoe groot de kans is dat een goede hielprik ook in werkelijkheid goed is, laat staan wat de onzekerheidmarges zijn.
      In de Coronatijd zijn mensen overleden, omdat ze niets snappen van kansen en van nocebo, dwz dat als je denkt dat je ziek zult worden er een gerede kans is dat je het inderdaad wordt. Zo zie je maar, een goed begrip van statistiek is een zaak van leven en dood. Letterlijk. Lucia de B is veroordeeld omdat de rechter niets snapte van statistiek.

  5. Karel van Nimwegen

    De rol van het Drents Museum, dat zijn eigen collectie kritisch bekijkt, is ook heel positief.

    1. A. den Teuling

      Het Drents Museum heeft al vanaf het begin van de twintigste eeuw ervaring met vervalst aardewerk. Aangekocht van “vinders”, die wat wilden bijverdienen. Er is rond 1916 ook een rechtszaak geweest, er zijn wel artikelen geschreven over deze affaire, maar de details ervan ben ik vergeten.

      1. Denk je dat je het kunt terugvinden?

        Overigens worstelen alle musea met deze materie. Het Allard Pierson-museum in Amsterdam gaat er geleidelijk meer toe over daarvan verslag te doen. Probleem is hier wel dat men ook bewust de regels heeft overtreden. Daarmee moet men in het reine zien te komen. Zelf zou ik beginnen het portret van een museumdirecteur met een stuk roofkunst in de hand weg te halen van de prominente plek waar het hangt. Het hoeft niet te verkassen naar een urinoir, maar weghalen lijkt me het minste.

Reacties zijn gesloten.