Tjerk Vermaning en Ad Wouters

Frans de Vries geeft uitleg

Op blz.229 van Valsheid in gesteente, het boek van Frans de Vries c.s. schreven over de door Tjerk Vermaning opgegraven vervalste voorwerpen, staat de misschien wel belangrijkste passage.

In dit hoofdstuk vatten we allereerst de resultaten van ons onderzoek naar de aard van [Vermanings vondsten] samen en trekken we de eindconclusie over de aard van deze stenen. Door de specifieke argumentatie-opzet die we gekozen hebben is het vanzelfsprekend geen verrassing meer wat onze eindconclusie is: het gaat om een duidelijk geval van vervalsing. Maar wie zat of zaten achter deze fraude?

Tot nu toe hebben de auteurs bewijs geleverd voor wat al bekend was: dit spul is vals. Nu blijkt echter de meerwaarde van hun onderzoek. Er komen nieuwe en boeiendere vragen in zicht.

Lees verder “Tjerk Vermaning en Ad Wouters”

Valsheid in gesteente

Het archeologiemuseum in Brugge heeft de coronacrisis niet overleefd en nu zitten we met de gebakken peren. Of althans zonder museum dat uitlegt wat archeologen en andere oudheidkundigen doen. Dat is om twee redenen een probleem.

  • Als je de methoden niet uitlegt, denken geïnteresseerden dat je alleen maar claims doet en die niet onderbouwen kunt. Dan keren mensen zich tegen je.
  • Als je als oudheidkundige niet uitlegt waarom je een wetenschap beoefent, weten ook journalisten het niet. Dan reduceren ze je tot leverancier van trivialiteiten.

Ik ben dus blij dat een team rond Frans de Vries een boek heeft gemaakt waarin ze allerlei archeologische technieken uitleggen. Ze kozen bovendien een aansprekend thema: hoe stellen we in het lab vast of de vondsten van Tjerk Vermaning vervalsingen waren? De titel Valsheid in gesteente verraadt alvast een van de conclusies.

Lees verder “Valsheid in gesteente”

Misverstand: Neanderthaler

Skelet van een Neanderthaler (Rheinisches Landesmuseum, Bonn)

De reeks over misverstanden, gebaseerd op mijn boekje Spijkers op laag water, mag dan zijn afgerond, dat betekent natuurlijk niet dat er geen nieuwe misverstanden ontstaan of dat ik ze niet zelf de wereld in help. Dat deed ik bijvoorbeeld in mijn boek De klad in de klassieken, mijn overzicht van de theoretische onderbouwing van de oudheidkunde. In mijn beschrijving van de groei van de archeologie schreef ik:

In de negentiende eeuw veranderde het Europese beeld van het verleden sterker dan ooit daarvoor. Al eerder was men op het idee gekomen dat de mensheid van wildheid naar beschaving was geëvolueerd en was intrigerend bewijsmateriaal gevonden: veenlijken in Drenthe en skeletten in de vallei van de Neander, om eens iets te noemen, en vuistbijlen, ketels, pijlpunten en mantelspelden, maar ook mosasaurussen en iguanodons. De vraag hoe “diep” de menselijke Prehistorie was, werd urgent toen de Franse onderzoeker Jacques Boucher de Perthes het opmerkelijke idee opperde dat er meer dan één Zondvloed moest zijn geweest. Dikke kleilagen golden in de vroege negentiende eeuw als bewijs voor de historiciteit van de oudtestamentische catastrofe, en stenen werktuigen onder zo’n kleilaag werden beschouwd als de voorwerpen die de verdronkenen hadden verloren. Boucher de Perthes zag echter verschillende kleilagen boven elkaar, met verschillende soorten werktuigen er tussenin. In zijn Antiquités celtiques et antediluviennes (1847) concludeerde hij daarom dat de mensheid verschillende keren was ontstaan. De laatste keer vanuit de overlevenden van de Zondvloed, de voorlaatste keer vanuit Adam en Eva. De kleilagen en de stenen voorwerpen bewezen dat de mensheid nog vaker door het oog van de naald was gekropen.

Lees verder “Misverstand: Neanderthaler”

Fluitende neanderthalers

Fluit (Nationaal Museum van Slovenië, Ljubljana)

Cerkno is een dorpje in westelijk Slovenië, richting Italiaanse grens. Archeologen vonden in een grot die “Divje babe” wordt genoemd het bovenstaande voorwerp: een stuk bot, afkomstig van een holenbeer, waarin gaten waren geboord. Een fluit.

Een leuke vondst natuurlijk, maar de echte sensatie was de ouderdom: het voorwerp is 60.000 jaar oud. Dat is fors ouder dan twee andere fluiten, die beide zijn gevonden in zuidelijk Duitsland, te Hohler Fels en Geiβenklösterle. Die zijn zo’n 39.000 tot 40.000 jaar oud. De fluit uit Cerkno is dus niet zomaar wat ouder, maar heel erg veel. En dat maakt het ook heel erg veel leuker.

Lees verder “Fluitende neanderthalers”