Marcus Aurelius (1): keizer tegen wil en dank

Marcus Aurelius (Torlonia-collectie, Rome)

De worsteling van de stoïcijn met zijn eigen negatieve emoties zien we vooral terugkomen in het geschrift van keizer Marcus Aurelius, die in de tweede eeuw van onze jaartelling leefde. Het enige boek dat hij schreef, Meditaties of Overpeinzingen, was aan zichzelf gericht, als een stoïcijnse oefening. Het was waarschijnlijk nooit zijn bedoeling dat iemand het zou uitgeven. Maar het geldt als een literair meesterwerk, en een van de belangrijkste laat-stoïcijnse geschriften.

Bij het lezen ervan krijgen we de indruk dat Marcus Aurelius tegen wil en dank keizer is geworden. Hij lijkt het vervullen van zijn functie te ervaren als een loden last. Vooral de kunst om iedereen rechtvaardig tegemoet te treden ziet hij als een hele opgave. De onderlinge ruzies en machtsstrijd van de mensen aan het hof en tussen de volkeren onderling vielen hem duidelijk zwaar.

Relativering

Marcus Aurelius gebruikt de stoïcijnse filosofie om zijn moeilijkheden te lijf te gaan, en om ze te relativeren. Om afstand te nemen van zijn bestaan als keizer, herhaalt hij keer op keer dat alle menselijke emoties vergeefs zijn, omdat alle mensen uiteindelijk vergaan, terwijl ze tegelijkertijd deel uitmaken van iets dat onnoemelijk veel groter is dan zijzelf. Zoveel groter, dat al die wissewasjes uiteindelijk helemaal niet belangrijk zijn.

Marcus Aurelius beschrijft het Romeinse Rijk als een onbetekenende uithoek van het heelal, en de tijd waarin hij leeft als een heel kort moment in een eindeloze zee van tijd.

Deze zienswijze bood hem troost. Het besef van zijn eigen nietigheid hielp hem afstand te nemen van zijn negatieve emoties. Als de dingen waar je je druk om maakt uiteindelijk maar heel nietig en volkomen onbelangrijk zijn in het hele wereldgebeuren, waarom zou je je er dan over blijven opwinden? De stoa meent dat het leven dragelijker wordt, naarmate je het in een groter kader plaatst.

[Zo meteen meer. Deze reeks, oorspronkelijk gepubliceerd op de beëindigde website Grondslagen.net, is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.]

Deel dit:

6 gedachtes over “Marcus Aurelius (1): keizer tegen wil en dank

  1. FrankB

    MarcusA lijkt niet beseft te hebben dat negatieve emoties op een positieve manier kunnen worden ingezet.

    1. Ik vermoed dat hij daar wel aan gedacht heeft, maar verworpen. Het is namelijk onderdeel geweest van debat tussen de Stoa en de Peripathetische school (die van Aristoteles). Waar Aristoteles meent dat negatieve emoties ons helpen en dat ze ‘met mate’ nuttig zijn, verwerpen de Stoicijnen dit.

      We kennen vooral de geschriften van Seneca over de woede aangaande dit onderwerp. Volgens Aristoteles moet je ‘een beetje kwaad’ zijn om rechtvaardig te kunnen handelen. De Stoa verwerpt dit. Kwaadheid is een emotie die gepaard gaat met kortzichtigheid en spanning. Men kan juist meer rechtvaardig zijn als je de kwaadheid volledig achterwege laat.

      Ik heb hier zelf lang over nagedacht en na veel wikken en wegen neig ik meer naar het standpunt van de Stoa. Bedenk ook hoe wij het beroep van een rechter zien: een rechter is niet ‘een beetje kwaad’ als hij een verdachte veroordeelt. Hij weegt natuurlijk zeker de kwaadheid en het verdriet bij de slachtoffers van een misdaad, maar hij deelt die kwaadheid niet – hij kan juist rechter zijn omdat hij de zaak afstandelijk en in koelen bloede beoordeelt. Dat geldt ook voor agenten bijvoorbeeld.

      Overigens ten overvloede: de stoïcijnen en zeker de latere stoïcijnen waren de eersten om toe te geven dat het wel heel moeilijk is die pathos van distantie te bereiken, en in zijn volledigheid wellicht zelfs onmogelijk. Maar het streven is nobel, en het is naar mijn idee ook de basis van ons moderne rechtssysteem.

      1. FrankB

        Ik dacht meer aan een ouder die een kind opvoedt. Kwaad zijn kan een middel zijn in te peperen dat het kind flink de fout in is gegaan. En ik haal de motivatie voor mijn politieke activiteiten en voor mijn vrijwilligerswerk uit onvrede met en verontwaardiging over misstanden. Menig autoriteit heeft daar al mee te maken gehad.

        1. Frans Buijs

          En dan wil ik even herhalen wat ik gisteren zei: verdriet (ook een negatieve emotie) is een manier om een nare ervaring te verwerken en dus nuttig. Maar ik denk dat jullie allebei gelijk hebben: er is geen aanwijzing dat Marcus Aurelius dat niet besefte, eerder dat hij volgens de filosofie van de stoa vond dat je er zo weinig mogelijk aandacht aan moest besteden.

  2. Han Borg

    Een zeer toegankelijke en in mijn ogen adequate vertaling van de gedachten van Marcus Aurelius is die van Simone Mooij-Valk, onder de titel ‘Persoonlijke Notities’ uitgebracht in 2015 door Ambo/Anthos. Het is nog steeds verkrijgbaar, zowel in hardcoverversie als als e-book.

  3. Robbert

    Kees Alders: je snijdt een interessant punt aan. Ik denk dat je verschil moet maken tussen je persoonlijk beleven en een rol als functionaris. Om van dat laatste een voorbeeld te geven: alle overwegingen en gevoelens ten aanzien van ziekte en gebrek doen er op een gegeven moment niet toe voor de curatief arts: het enige is om naar bevind van zaken de patient zo goed mogelijk, je zou kunnen zeggen “stoicijns” te behandelen (maar weet wel dat de patient voor en na de operatie wat anders verwacht).
    Als persoon herken ik wat je van Aristoteles noemt: “een beetje kwaad” worden; dat heb ik nodig om in actie te komen en te blijven. Waarom laten de patient en ik onze gevoelens spreken? Omdat we van oudsher door onze gevoelens geleid worden – niks nieuws dacht ik zo – en de ratio er slechts een schilletje overheen is.
    Niet onbelangrijk, maar het lijkt me verstandig om er rekening mee te houden dat het “nobel streven” en “distantie” keer op keer mislukken bij mens en maatschappij.

Reacties zijn gesloten.