De slag bij Telamon (3)

Een mogelijke reconstructie van Telamon

In het eerste blogje vertelde ik dat de Romeinen en hun Italische bondgenoten zich opmaakten voor een enorme Keltische invasie van Gallische Gaisatiërs, Tauriniërs, Insubres en Boiërs. Ze hadden succes tegen het garnizoen dat Etrurië moest verdedigen, schreef ik in het tweede blogje, maar toen het leger van consul Lucius Aemilius Papus naderde, besloten ze via de Tyrreense kust terug te keren. Daar ontdekten ze dat hun terugweg bij het Etruskische havenstadje Telamon was afgesneden door een tweede consulair leger, dat van Gaius Atilius Regulus.

Opstelling

Aemilius Papus, de aanvoerder van het leger dat de Kelten vanuit het zuiden achtervolgde, was op de hoogte van de landing van de legioenen van zijn collega Atilius Regulus, maar wist niet dat diens leger in het noorden de hoogte bij Telamon had bezet. Pas toen hij Telamon naderde en zag dat er om de heuvel werd gevochten, begreep hij dat zijn twee legioenen en bondgenoten het niet als enigen hoefden op te nemen tegen de tienduizenden Gaisatiërs, Tauriniërs, Insubres en Boiërs.

Lees verder “De slag bij Telamon (3)”

De slag bij Telamon (2)

Keltische helm uit Chiusi, mogelijk gerelateerd aan de slag bij Telamon (Kunsthistorisch Museum, Boedapest)

In het vorige blogje vertelde ik dat de Romeinen, hadden gehoord dat een enorm leger, de Gaisatiërs (“speerwerpers”), vanuit Gallië naar de Povlakte kwam. Samen met drie Keltische volken die daar al woonden, de Tauriniërs (omgeving Turijn), de Insubres (omgeving Milaan) en de Boiërs (omgeving Bologna), wilden ze optrekken naar het zuiden. “Heel Italië schaarde zich eensgezind aan de zijde van de Romeinen,” zoals de Romeinse geschiedschrijver Quintus Fabius Pictor het verwoordde. We zagen dat zijn jongere Griekse collega Polybios hetzelfde schreef.

Hij kent ook allerlei details, zoals dat de legioenen dit keer bestonden uit 5200 man zware infanterie en 300 ruiters, wat betekent dat ze boventallig waren. Elke consul commandeerde twee legioenen en 15.000 bondgenoten en 2000 ruiters. Consul Lucius Aemilius Papus was in Rimini aan de Adriatische Zee, zijn collega Gaius Atilius Regulus was met schepen op de Tyrreense Zee.

Met het oog op de noodtoestand kwamen de Sabijnen en Etrusken Rome te hulp: 4000 ruiters en meer dan 50.000 infanteristen. Al deze strijdkrachten brachten ze bijeen en legerden ze als verdedigingsmacht in Etrurië onder aanvoering van een praetor. Van de Umbriërs en Sarsinatiërs uit de Apennijnen werden 20.000 man bijeengebracht en samen met dezen 20.000 Veneten en Cenomanen. (Wereldgeschiedenis 2.24; vert. W. Kassies)

Lees verder “De slag bij Telamon (2)”