De slag bij Telamon (3)

Een mogelijke reconstructie van Telamon

In het eerste blogje vertelde ik dat de Romeinen en hun Italische bondgenoten zich opmaakten voor een enorme Keltische invasie van Gallische Gaisatiërs, Tauriniërs, Insubres en Boiërs. Ze hadden succes tegen het garnizoen dat Etrurië moest verdedigen, schreef ik in het tweede blogje, maar toen het leger van consul Lucius Aemilius Papus naderde, besloten ze via de Tyrreense kust terug te keren. Daar ontdekten ze dat hun terugweg bij het Etruskische havenstadje Telamon was afgesneden door een tweede consulair leger, dat van Gaius Atilius Regulus.

Opstelling

Aemilius Papus, de aanvoerder van het leger dat de Kelten vanuit het zuiden achtervolgde, was op de hoogte van de landing van de legioenen van zijn collega Atilius Regulus, maar wist niet dat diens leger in het noorden de hoogte bij Telamon had bezet. Pas toen hij Telamon naderde en zag dat er om de heuvel werd gevochten, begreep hij dat zijn twee legioenen en bondgenoten het niet als enigen hoefden op te nemen tegen de tienduizenden Gaisatiërs, Tauriniërs, Insubres en Boiërs.

De Kelten plaatsten de Gaisatiërs tegenover de dreiging aan hun achterzijde, waar zij Aemilius’ aanval verwachtten; daarnaast de Insubriërs. Aan hun voorzijde zetten ze de Tauriniërs en de Boiërs. Dezen stonden dus in omgekeerde richting ten opzichte van de eerstgenoemden en waren in afwachting van de opmars van Atilius Regulus’ legioenen. De karren en de strijdwagens zetten ze aan de uiteinden van beide flanken en de buit werd bijeen gebracht op een van de heuvels daar dichtbij, met een bewakingsafdeling eromheen. (Wereldgeschiedenis 2.28)

Feitelijk was het Keltische doel het veroveren van de heuvel vóór hen. Om de Tauriniërs en Boiërs vrijuit te kunnen laten vechten, moesten de Gaisatiërs het tweede Romeinse leger vertragen. Ze betrokken twee kleine heuvels ten zuiden van het havenstadje. Om te verhinderen dat hun tegenstanders een omtrekkende beweging zouden maken, plaatsten ze als blokkade hun karren en zetten ze hun strijdwagens klaar voor interceptie.

De slag bij Telamon

Terwijl de zuidelijke linie nog bezig was zich op te stellen, bestormden de Keltische ruiters heuvel voor hen.

Dat was het moment waarop consul Gaius Atilius Regulus, die zich onverschrokken in het handgemeen weerde, sneuvelde. Zijn hoofd werd naar de Keltische vorsten gebracht. Maar de Romeinse ruiters zetten de strijd krachtig voort en wisten ten slotte de plek in handen te houden en hun tegenstanders te verslaan. (Wereldgeschiedenis 2.28)

Reconstructie van een Keltische trompet (Velzeke)

Nu begon het infanteriegevecht. Polybios vermeldt dat het geluid van de Keltische trompetten echoode tussen de heuvels en dat dit de Romeinen en hun bondgenoten aanvankelijk angst aanjoeg. Zulke trompetten zijn gereconstrueerd en maken inderdaad wonderlijk geluid.

Het getrompetter veranderde de situatie echter niet dat de Kelten tussen twee legers in zaten en nergens heen konden uitwijken. De speerwerpers uit het Romeinse leger richtten een bloedbad aan onder de lichtbewapende Gaisatiërs. Polybios vermeldt echter niet dat Aemilius Papus zijn mannen veel kon laten oprukken.

Aan de andere zijde, waar de beter uitgeruste Boiërs en Tauriniërs probeerden de heuvel te veroveren, verliep de strijd anders. Hier richtten de Romeinse speerwerpers niet veel uit en ontbrandde een felle strijd. Polybios wijdt de uiteindelijke Keltische nederlaag aan hun bewapening.

Hun schilden geven minder bescherming en ook hun zwaarden zijn minder doeltreffend in de strijd, want met het Gallische zwaard kan men alleen houwen, maar niet steken. Toen de Romeinse ruiters van de heuvels afkwamen en hen van bovenaf in de flanken met kracht aanvielen, werden de Keltische infanteristen ter plaatse verslagen; de ruiters sloegen op de vlucht.

Aan Keltische zijde sneuvelden 40.000 man. Niet minder dan 10.000 mannen, onder wie hun vorst Konkolitanos, werden gevangengenomen. Hun andere vorst, Aneroëstos, ontkwam met enkele mensen naar een of andere plek en sloeg daar de hand aan zichzelf en zijn familieleden en volgelingen. (Wereldgeschiedenis 2.30-31)

Een Galliër doodt zijn vrouw en zichzelf (Palazzo Altemps, Rome)

Consequenties van Telamon

In de jaren na de overwinning bij Telamon onderwierpen de Romeinen de Boiërs en vestigden hun gezag op de Povlakte. De ressentimenten zaten daar echter diep en de Boiërs en Insubriërs kozen meteen partij voor Hannibal toen deze in 218 over de Alpen kwam. De oorlog die toen uitbarstte, heeft de slag bij Telamon doen vergeten. Antieke geschiedschrijvers hadden het liever over de Tweede Punische Oorlog.

Dat over iets weinig bronnen zijn, wil echter niet zeggen dat iets onbelangrijk was. Dat er wél bronnen over zijn, wil evenmin zeggen dat iets belangrijk was. Ik denk dat Telamon door de toevalligheid van de bronnenoverlevering slecht is bedeeld.

De grote betekenis van dit gevecht ligt niet in het feit dat Rome de macht brak van de volken op de Povlakte. Belangrijker was dat heel Italië het Romeinse oppergezag had erkend. Weliswaar door nood gedwongen, maar toch. Italië was begonnen een eenheid te worden. Ik denk dat het conflict een vermelding had verdiend in het handboek waarover ik elke week blog, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, want de campagne naar Telamon bewees dat het Romeinse netwerk van bondgenoten voldoende sterk was. Dat Hannibal desondanks Rome en zijn bondgenoten uiteen wilde spelen, komt op mij over als een strategische fout.

PS

De BBC had ooit een TV-programma over krijgsgeschiedenis. Ik zeg niet dat het veel inzicht oplevert, maar misschien beleeft u er plezier aan. Dat de Kelten spijkerbroeken droegen, was voor mij nieuw.

Deel dit:

9 gedachtes over “De slag bij Telamon (3)

  1. Merit

    “Ook onderwierp Rome de Galliërs in de Povlakte (222)”.
    Met dit éne zinnetje wordt de hele periode tussen de1ste en 2de Punische oorlog, vwb de Galliërs, in het Handboek op p. 214 behandeld. Zelfs Phoenix-pocket nr 65 van Stibbe heeft meer met een apart hoofdstukje genaamd: ‘Tussenspel 241-218 v. Chr.’

    Waarom hier het jaartal 222 (en niet 225, slag bij Telamon) wordt genoemd, is niet duidelijk.
    Het Leerboek der Oude Geschiedenis van Van Gelder, bewerkt door Cohen en Visser, houdt het veelzeggende jaartal 225 aan.
    Het kennis moeten nemen van onduidelijke ipv veelzeggende jaartallen en/of jaartallen zonder context, is m.i. niet attractief (terzijde: het jaar 222 slaat op de inname van Milaan).

    Wat context betreft: De ‘inval’ van de Galliërs lijkt veroorzaakt te zijn door een verordening van Flaminius met zijn ‘ager gallicus’, waarbij land van al decennia gesettelde Galliërs aan romeinse burgers werd gegeven (Bildatlas der Weltkulturen, Rom).
    Vergeefs verzetten de Galliërs zich hier tegen. Zij kwamen in opstand, maar werden in 225 verslagen bij Telamon, iets waarvoor J.L. terecht meer aandacht vraagt en een omissie lijkt in het Handboek.

  2. “en de buit werd bijeen gebracht op een van de heuvels daar dichtbij, met een bewakingsafdeling eromheen”

    Voor wie een beeld heeft van goud en zilver, een groot deel van de buit zal uit gevangenen hebben bestaan, bestemd voor de slavernij (vandaar de bewaking). Hun lot wordt niet vermeld (dit was tenslotte de gewoonste zaak van de wereld), en ik kan mij de gruwelijkheid van hun situatie met geen mogelijkheid voorstellen. Wachtte de overlevenden na de horror van de gevangenname, geforceerde marsen, mogelijk misbruik en veldslag nu de vrijheid en hopelijk een terugkeer naar huis?

  3. “Zulke trompetten zijn gereconstrueerd en maken inderdaad wonderlijk geluid.”

    Dat heet een carnyx en ik noem het geluid anders dan wonderlijk. Maar oordeelt u zelf:

    1. Merit

      Het klinkt inderdaad anders dan wonderlijk, deze carnyx. Wel is wonderlijk dat de carnyx de Romeinen angst aanjoeg en dat de carnyx een trompet wordt genoemd. Immers de trompet was al in de tijd van Toet-anch-Amun bekend: https://youtu.be/HO3P5jkQmgU
      Toby Wilkinson publiceerde in 2022 een mooi boek, getiteld: Tutankhamun’s trumpet, waarin o.a. de zilveren trompet van deze pharao beschreven wordt.

  4. Ben Spaans

    De Gallische zwaarden waren alleen geschikt om te houwen niet om te steken – in de afbeelding wordt getoond dat je met Gallische zwaarden wel degelijk kon steken, maar ik neem aan dat bedoelt wordt dat in gevechten ‘at close quarters’ (ik weet even geen betere Nederlandse beschrijving) de Gallische zwaarden door hun lengte weinig mogelijkheden voor steken boden?

    Die carnyx maakt wel een apart ‘unheimisch’ geluid.

  5. Ben Spaans

    Ja, dat schoot door mijn hoofd, maar toen dacht ik dat dat misschien niet helemaal de juiste omschrijving was, omdat de Romeinen zoveel mogelijk in linies zullen hebben geopereerd, en dan geeft ‘man tegen man’ misschien toch niet helemaal de situatie weer.
    Of zoiets. Als iemand het zinvoller kan uitleggen.

Reacties zijn gesloten.