
De Libanese Burgeroorlogen (1975-1990) kenden vooral verliezers. De maronieten bijvoorbeeld, die hun dominantie over het land ten einde zagen komen. De Palestijnse vluchtelingen die, onbeschermd door de PLO en in de steek gelaten door de internationale gemeenschap, het zwaarst werden getroffen. De Libanese bevolking, die zich ondanks alles wonderbaarlijk weerbaar hield. Aan het einde was iedereen oorlogsmoe en kreeg de Syrische president, de oude Assad, het land van de oude president Bush min of meer cadeau, in ruil voor Syrische steun bij de bevrijding van Koeweit.
De wederopbouw is daarna snel gegaan. Toen de Britse schrijver William Dalrymple in 1996 Beiroet bezocht, verwachtte hij een ruïnestad maar was hij verbaasd over de moderne architectuur en de alomtegenwoordige modewinkels. Hij verwachtte armageddon maar vond Armani (meer). De investeerders waren landen als Saoedi-Arabië en de Golfstaten, de man die het geld loskreeg was de Libanees-Saoedische miljardair Rafiq Hariri, de organisatie die de herbouw organiseerde heette Solidere, en als ik u zeg dat Hariri 10% van de aandelen daarvan bezat én premier van Libanon was, dan zult u begrijpen dat het geen heilige was.
Lees verder “Na de Cederrevolutie” →
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.