Het Alhambra: een hemels paradijs (2)

Het Mirtenhof in het Alhambra.

In het vorige stukje introduceerde ik het Alhambra. Nu maak ik even een uitstapje. Om het middeleeuwse Moorse paleis te begrijpen, moet de lezer namelijk eerst iets weten over de toenmalige woningen op het Iberisch Schiereiland. In dit stuk besteed ik ook aandacht aan de verschillende soorten versieringen die in het Alhambra zijn toegepast.

De Moorse woning in de Middeleeuwen

Het Alhambra telt diverse paleizen, waarvan er drie met kop en schouders boven de rest uitsteken: het Mexuar, het Comares en het Leeuwenpaleis. Daarover morgen meer. Ze werden op verschillende momenten gebouwd en waren onderhevig aan diverse veranderingen door de tijd heen. Het geheel is te beschouwen als een uit de kluiten gewassen weerspiegeling van de Moorse woning.

Lees verder “Het Alhambra: een hemels paradijs (2)”

Het Alhambra: een hemels paradijs (1)

Het Alhambra

Op de kale heuvel La Sabika, aan de zuidoostelijke grens van de Andalusische stad Granada, ligt een middeleeuwse stad die in al haar oude glorie jaarlijks door duizenden toeristen wordt bezocht. Een dubbele verdedigingsmuur schermt deze Moorse stad met haar rijk gedecoreerde paleizen en paradijselijke tuinen af van nieuwsgierige blikken. Men noemt dit fort-paleis het Alhambra en we hebben dit Werelderfgoed aan de Moorse dynastie der Nasriden te danken, en tevens ook aan de bewoners die hierna volgden.

Het Alhambra heeft velen geïnspireerd, waaronder de negentiende-eeuwse schrijver Washington Irving, die in 1829 enkele maanden in dit fort-paleis verbleef. Veel kan ik niet toevoegen aan de verhalen van degenen die mij zijn voorgegaan, maar ik kan het niet laten om de pracht en praal te beschrijven die ik twee keer met eigen ogen heb mogen aanschouwen. In dit eerste van vijf blogs focus ik op het Alcazaba en de medina.

Lees verder “Het Alhambra: een hemels paradijs (1)”

Opkomst van de Nasriden

Het Alhambra, de residentie van de Nasriden

“Je doet er goed aan, mijn zoon, te huilen als een vrouw om wat je als man niet kon verdedigen”. Dit waren de legendarische woorden die sultana Aïcha tegen haar zoon Boabdil, de laatste sultan van het koninkrijk Granada, sprak op 2 januari 1492. Op deze dag had hij zijn hemelse paradijs op aarde, het beroemde Alhambra, overgegeven aan het koningspaar Isabella van Castilië (r.1474-1504) en Ferdinand II van Aragon (r. 1479-1516). Voordat het echter zo ver kwam, wisten de Nasriden het ruim 250 jaar vol te houden in het zuiden van het Iberische schiereiland, tot ze het onderspit dolven tegen de nieuwe, christelijke machthebbers.

Het Koninkrijk Granada

Het verhaal van Granada begint al in de tiende eeuw, toen de stad deel uitmaakte van het kalifaat Córdoba. In 1013, bij het uiteenvallen van dit kalifaat, werd Granada een onafhankelijke taifa om vervolgens in 1091 te worden veroverd door de Almoraviden en in 1154 weer door de Almohaden, twee dynastieën uit het huidige Marokko. Fast forward naar 1212: na de Slag bij Las Navas de Tolosa brokkelt het Almohadische gezag af en in 1228 is het definitief voorbij. In de tussenliggende tijd is de ene Moorse stad na de andere in handen van de christenen gevallen.

Lees verder “Opkomst van de Nasriden”