
Ik heb zondag en maandag stukjes online geplaatst over de Romeinse visie op de Lage Landen en hun bewoners. Dat was tot op een bepaalde hoogte een omgekeerde wereld. Ook toen de Romeinen hier eenmaal waren, slaagden ze erin informatie die hun beeld kon corrigeren, niet waar te nemen, zoals we gisteren zagen in het citaat van Plinius de Oudere, een doorgaans kritische geest, die een vertekend beeld gaf van de bewoners van de terpen. (Of eigenlijk: wierden, want Plinius heeft het over de Chauken, die woonden in Groningen en Ostfriesland.)
Het wonderlijke is dat de vooroordelen bleven bestaan. De bewoners van de Lage Landen romaniseerden, dienden in de legioenen, dreven handel met Italië, verwierven het burgerrecht, leverden wat senatoren af en waren niet minder Romeins dan Libiërs, Illyriërs of Syriërs, maar de Romeinen in Italië zagen het niet. Het volgende citaat, afkomstig uit een lofrede op keizer Maiorianus, gaat over de Franken en dateert uit ongeveer 457. Kapsel, ogen, snorren, kleding: in alles zijn deze mensen de anti-Romein, en dat nadat de Romeinen al een half millennium de tijd hadden gehad om de feiten te leren kennen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.