De joodse Jezus

Het belangrijkste boek dat een oudhistoricus moet lezen is, momenteel, John P. Meiers briljante A Marginal Jew. Rethinking the Historical Jesus. Ik realiseer me dat veel oudheidkundigen zullen zeggen dat het onderzoek naar het leven en de opvattingen van de timmerman uit Nazaret eigenlijk het werk is van theologen, maar dat oordeel is gebaseerd op een onjuist begrip van de “derde speurtocht”, die historisch van aard is. Sterker nog, het zoeken naar de historische Jezus is het innovatiefste en methodisch geavanceerdste deel van de oude geschiedenis. En daarbinnen is A Marginal Jew simpelweg het beste boek.

Of beter: boeken. Oorspronkelijk zou het gaan om drie delen, die zijn verschenen in 1991, 1994 en 2001. De voornaamste conclusies zullen echter worden gepresenteerd in het vijfde deel. Het vierde deel is in 2009 verschenen, brengt het totale aantal bladzijden op 2990 en behandelt Jezus als rechtsgeleerde. Als een rabbi, om de oude Joodse uitdrukking te gebruiken. Jezus is immers binnen het Jodendom gebleven, en dat wil zeggen dat de historische Jezus alleen de Joodse Jezus kan zijn, een cliché dat Meier uitlegt door uit en te na te herhalen dat de Joodse Jezus de halachische Jezus is.

Met andere woorden: hoe ging Jezus om met de Wet van Mozes? Het is misschien schokkend dat deze vraag nog zo zelden wordt behandeld, terwijl het toch de kernvraag moet zijn. Jezus brak niet met zijn geloof en dus moet hij worden geanalyseerd als een rechtsgeleerde, maar de meeste boeken over Jezus negeren deze kwestie.

De onderwerpen die aan de orde komen zijn echtscheiding (toegestaan door de Wet, maar door Jezus desondanks afgewezen), Jezus’ verbod op eden (iets dat de Wet niet slechts toestaat, maar zelfs eist), activiteiten die op de sabbat zijn toegestaan (voor zover bekend brak Jezus nergens de Wet) en uiteraard rituele reinheid. Jezus zou een rare Jood zijn als dat hem niet zou hebben geïnteresseerd.

In het laatste hoofdstuk leren we dat Jezus zich, als charismaticus, vrij voelde sommige geboden aan te passen. Dit is op een of andere manier verbonden met het dubbele gebod God en de naaste lief te hebben, maar Jezus was geen theologische systeembouwer en het is niet (langer) duidelijk hoe Jezus claim de wet te mogen duiden zich heeft verhouden tot het liefdesgebod. Dit is geen verrassende conclusie, maar het is tenminste gebaseerd op de zorgvuldige toepassing van een goede methode. Islamitische, joodse, christelijke en niet-religieuze historici zouden op precies dezelfde conclusies uitkomen.

Wat op mij de grootste indruk maakte, was dat Jezus niet slechts een uitleg gaf van de Wet, maar dat zijn opvattingen, die wij misschien “humaan” of “liberaal” zouden noemen, in feite niets anders zijn dan “the commonsense approach to halaka that probably many ordinary Jewish peasants had no choice but to follow in their pinched and fragile existence” (blz. 267).

Elke oudhistoricus zou A Marginal Jew moeten lezen om te zien hoe je een historisch vraagstuk aanpakt. Meier baseert zich niet alleen op grondig literatuuronderzoek – ik zag in het vierde deel twee noten van elk twaalf pagina’s lang! – maar gaat ook methodisch te werk en toont, bladzijde na bladzijde, dat hij in het verleden is geïnteresseerd om des verledens wille. “Relevance is the enemy of history”, zoals hij het samenvat.

Hoe dominees en pastoors (en rabbijnen!) deze historische kennis kunnen toepassen, is een heel andere vraag, maar wie mocht vrezen dat historisch onderzoek uiteindelijk zal leiden tot theologisch nihilisme, kan gerust zijn: ook het vierde deel van A Marginal Jew kreeg een imprimatur.

Deel dit:

4 gedachtes over “De joodse Jezus

  1. Ja, Meiers magnum opus heeft mij ook veel plezier bezorgd.

    Wat betreft ‘het beste boek’: qua methode en diepgravendheid kan D.C. Allison jr (Constructing Jesus) zeker tegen Meier op. En vergeet trouwens het Handbook for the Study of the Historical Jesus niet. De benadering van Allison is trouwens goed vergelijkbaar met wat de Leidse school in Nederland voorstond (M. de Jonge).

  2. Roelof

    Jammer dat het hier besproken deel van Meier het zwakste uit zijn reeks is. Casey (zelf ook niet altijd overtuigend) noemt in zijn boek Jesus of Nazareth Meiers volume 4 ‘an unmitigated disaster’. Dat is wellicht wat overtrokken, maar het rammelt wel hier en daar.

    Het boek van Allison (dat Cor noemt) is inderdaad ook een aanrader. Mijn ‘beste boek’ blijft echter Jesus and Judaism van Sanders.

      1. Roelof

        Daar ben ik het wel mee eens, maar ‘interessant’ , ‘goed’ en ‘verrassend’ zijn verschillende begrippen, toch?

        Wat je tot nu toe schreef over je Israël hersteld-project schreef vond ik bijvoorbeeld niet altijd verrassend, maar wél goed en razend interessant. Jammer dat het nog een jaar duurt voor het boek uitkomt, leuk dat je af en toe een tipje van de sluier oplicht.

Reacties zijn gesloten.