
Vandaag een stukje over een van de bekendste personages uit het Nieuwe Testament: de joodse hogepriester Kajafas. In functie van 18 tot 37 na Chr. De man die Jezus verhoorde en uitleverde aan de Romeinse gouverneur Pilatus. Kajafas’ naam is bijna spreekwoordelijk voor een corrupte bestuurder. Desondanks weten we – het is immers oudheidkunde, de wetenschap van de dataschaarste – frustrerend weinig.
Eerst maar even de naam. Kajafas is de Griekse weergave van het Aramese Qayyapâ. Dat was een tweede naam. Zijn voornaam was Jozef.
Sadducee?
Over zijn afkomst is niets bekend, maar hij zal hebben behoord bij een rijke familie, want hij trouwde met een dochter van de hogepriester die in onze bronnen nu eens Annas, dan weer Ananos en ook wel Chanan wordt genoemd. Die was in functie van 6 tot 15 en bleef ook daarna invloedrijk. Volgens de Joodse historicus Flavius Josephus waren vijf van zijn zoons hogepriester; we kunnen daar dus zijn schoonzoon Jozef Kajafas aan toevoegen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.